Plan: | Lagewei-Vrouwenpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0489.BPWGO20090004-VI01 |
Structuurvisie Randstad 2040 (2008)
De Structuurvisie gaat uit van vier speerpunten (principes) om van de Randstad een duurzame en internationaal concurrerende Europese topregio te maken. Bij deze principes heeft het kabinet twaalf ruimtelijke keuzes gemaakt. De keuzes zijn dus uitwerkingen van de speerpunten. Hieronder de relevante speerpunten en keuzes voor het plangebied.
Versterken van de wisselwerking tussen natuur (groen), water (blauw) en bebouwing (rood):
Wat internationaal sterker is, sterker maken:
Krachtige, duurzame steden en regionale bereikbaarheid:
Ruimtelijk plan Regio Rotterdam 2020 (2005)
In 2005 is een nieuw streekplan vastgesteld voor het gebied dat behoort tot de Stadsregio Rotterdam, het Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RR2020). Het plan biedt een planologische doorkijk naar 2020. De kern van het RR2020 zit in de balans tussen verstedelijking en de kwaliteit van de leefomgeving. De hoofdopgaven van het plan zijn gericht op 'groen en water', 'economie en leefkwaliteit' en diversiteit in woon-, werk- en verblijfsgebieden. Het plangebied Lagewei-Vrouwenpolder wordt in het RR2020 aangeduid als 'Stads- en dorpsgebied, te ontwikkelen' en in het midden van het plangebied een strook 'Openluchtrecreatie of stedelijk groen, te ontwikkelen'. De ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, passen binnen het RR2020.
Uitsnede plankaart RR2020
Provinciale Structuurvisie (2010)
De provincie heeft een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland ontwikkeld. De nieuwe Structuurvisie vervangt de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. In deze Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft de visie tot 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie en een doorkijk naar 2040. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.
Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:
Intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering en transformatie
De provincie Zuid-Holland wil dat voor alle stedelijke ontwikkelingen het principe geldt: eerst intensiveren van bestaand gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaande bebouwde gebied beter benut kan worden en pas dan uitbreiden. Intensiveren betekent in de praktijk vaak het combineren van verschillende functies. Dit kan door stapeling of bestaande bebouwing voor meerdere functies geschikt te maken.
Verordening Ruimte (2010)
In samenhang met de structuurvisie is de Verordening Ruimte opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. De volgende artikelen zijn relevant voor het bestemmingsplan:
Artikel 2 Contouren
Om het stedelijk netwerk te versterken, kiest de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden en versterkt. Om dit te bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland voorzien van bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaande stedelijke gebied en kernen, rekening houdend met en de reeds vastgelegde streekplangrenzen en plannen waar de provincie reeds mee heeft ingestemd. Verstedelijking buiten deze bebouwingscontouren is in principe niet toegestaan. Het plangebied ligt binnen deze contour.
Artikel 9 Detailhandel
Het detailhandelsbeleid van de provincie heeft als doelstelling de detailhandelsstructuur te versterken en de dynamiek in de sector te bevorderen. Uitgangspunt is dat nieuwe detailhandel gevestigd moet worden in de bestaande winkelgebieden in de centra van steden, dorpen en wijken of nieuwe wijkgebonden winkelcentra.
Nieuwe regionale winkelcentra kunnen worden ontwikkeld op de in de verordening aangegeven locaties. Uitzonderingen zijn mogelijk voor perifere en kleinschalige detailhandel. Ten behoeve van deze perifere detailhandel zijn opvanglocaties aangewezen. Het plangebied ligt op een klein deel na (uiterste noordwesthoek) buiten de aangewezen opvanglocatie perifere detailhandel.
Regionaal woningbouwscenario 2005-2010 (2004)
In het kader van de afspraken voor de vijfjarenperiode die volgde op de VINEX-periode 1995-2004, is door de Stadsregio Rotterdam medio december 2004 het 'Regionaal Woningbouwscenario 2005-2010' vastgesteld. Uitgangspunt was een productie van 38.000 woningen en een voorgenomen sloop van circa 10.000 woningen in 5 jaar. Voor Barendrecht was voor genoemde planperiode een woningbouwtaakstelling opgenomen van 3.000 woningen, waarvan 2.450 op de woningbouwlocatie Carnisselande. Betreffende taakstelling is aanleiding geweest om de locatie Lagewei-Vrouwenpolder eerder in ontwikkeling te gaan nemen. De afspraken omtrent woningbouwaantallen worden inmiddels voor de gemeente Barendrecht opnieuw vastgelegd in de 'Woningbouwafspraken 2010-2020. Eind 2010 zijn deze afspraken in concept gereed (geplande vaststelling 2e kwartaal 2011). De nieuwe afspraken hebben voor deze locatie geen wijzigingen tot gevolg.
Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010
Met het beleidsplan Groen, Water en Milieu streeft de provincie Zuid-Holland naar een duurzame ontwikkeling en een gezond, groen en veilig Zuid-Holland. De uitdaging voor Zuid-Holland is om nu en in de toekomst zorgvuldig en evenwichtig om te gaan met de schaarse ruimte voor wonen, recreëren, water, natuur en mobiliteit.