direct naar inhoud van 4.5 Bedrijven en milieuhinder
Plan: Bedrijventerreinen Barendrecht Noordoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPBTO20120000-VI01

4.5 Bedrijven en milieuhinder

Beleid en normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu wordt gegarandeerd;
  • rekening gehouden wordt met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) is gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerrein' die is opgenomen in Bijlage 1 bij de regels. Een toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgenomen in Bijlage 1 bij de toelichting.

Onderzoek

In het plangebied worden de bestaande bedrijfsbestemmingen gehandhaafd. In verband met de beoogde herstructurering is op enkele locaties een bestemmingswijziging doorgevoerd, bijvoorbeeld en bestemmingswijziging van een bedrijfsbestemming naar 'Gemengd' of 'Verkeer'. Nieuwe bedrijfsbestemmingen worden niet mogelijk gemaakt. Voor de bestemming 'Bedrijventerrein' is op basis van de systematiek van inwaartse milieuzonering een algemene toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten bepaald, uitgedrukt in zogenaamde 'milieucategorieën'. Dat houdt in dat de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de afstand tot de bestaande burgerwoningen in en om het plangebied en op de afstand tot bestaande bedrijfswoningen.

Burgerwoningen

Het plan maakt geen nieuwe woningen mogelijk. De bestaande burgerwoningen in het plangebied hebben een woonbestemming gekregen en worden getypeerd als 'rustige woonwijk'. Ten opzichte van deze woningen zijn de richtafstanden uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten aangehouden. Dit betreft woningen aan de Gebroken Meeldijk (aan de zuidzijde van het plangebied) en woningen aan de Reijerwaardseweg en de Dordtsestraatweg en omgeving (aan de noordzijde van het plangebied). Ook de aanwezige burgerwoningen grenzend aan het plangebied worden getypeerd als rustige woonwijk. Dit betreft woningen aan het Zevenbergsedijkje ten noorden van het plangebied.

Voor bovengenoemde bestemmingen geldt dat, alhoewel het gebiedstype 'rustige woonwijk' is gehanteerd, bedrijfsactiviteiten uit categorie 2 direct naast de woningen zijn toegestaan. Deze situatie wordt aanvaardbaar geacht gelet op het feit dat de woningen in een gebied liggen waar overwegend een bedrijfsbestemming aanwezig is. Daarbij speelt mee dat de woningen op de meeste locaties zijn gescheiden van de bedrijven door middel van groen of water. Voor overige categorieën bedrijfsactiviteiten geldt dat richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk zijn gehanteerd; op een afstand van 50 m zijn bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.1 toegestaan, bedrijfsactiviteiten uit categorie 3.2 op 100 m en 4.1 op 200 m.

Voor enkele andere woningen/woongebieden worden vanwege de kenmerken van het gebied afwijkende richtafstanden gehanteerd:

  • voor de woningen in het woongebied ten westen van het plangebied, aan de westzijde van de spoorverbinding Rotterdam-Dordrecht, geldt dat de richtafstanden met één afstandsstap worden verlaagd. Reden hiervoor is dat deze woningen van de bedrijfsbestemmingen worden gescheiden door de spoortunnel. Gelet op de hoogte van de tunnel gaat hiervan een afschermende werking uit die zodanig groot is dat op kortere afstand een hogere categorie bedrijfsactiviteiten toelaatbaar is, zonder dat er sprake is van een kans op onaanvaardbare milieuhinder;
  • de woningen nabij de Kooiwalweg en Pascalweg liggen in een gebied waar sprake is van een menging van woon- en bedrijfsfuncties. Het gebied wordt daarom getypeerd als 'gemengd gebied'. Omdat in gemengde gebieden reeds sprake is van een verhoogde milieubelasting, worden de richtafstanden ten opzichte van dit gebied met één afstandstap verlaagd. Dit resulteert in een hogere algemene toelaatbaarheid voor bedrijfsactiviteiten op kortere afstand van het gemengd gebied;
  • er is sprake van een maatschappelijke bestemming nabij de kruising van de Eurekaweg en de 1e Barendrechtseweg. Ter plaatse is De Beuk aanwezig. Vanwege de ligging op een afstand van circa 130 m van de rijksweg A15 en het spoor, is ter plaatse van De Beuk reeds sprake van een verhoogde achtergrondbelasting. Omdat een beperking van de milieuruimte voor bedrijven op deze locatie ongewenst is en een verhoogde milieubelasting naar verwachting niet tot hinder leidt, gelet op het huidige gebruik, is ervoor gekozen om de richtafstanden ten opzichte van deze bestemming te verkorten. In de directe omgeving zijn bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.2 toegestaan, aan de overzijde van het spoor zijn bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 4.1 toegestaan.

Bedrijfswoningen

In het plangebied zijn slechts enkele bedrijfswoningen aanwezig. Deze bedrijfswoningen worden gehandhaafd. Voor de bedrijfswoningen geldt dat er minder hoge eisen worden gesteld aan het woon- en leefklimaat in relatie tot de nabijgelegen bedrijvigheid. Er is in veel gevallen reeds sprake van een verhoogde milieubelasting vanwege ligging op het bedrijventerrein of de nabijheid van het eigen bedrijf. Omdat er sprake is van een bestaande situatie wordt ten opzichte van de bestaande bedrijfswoningen de richtafstand met twee afstandstappen verlaagd. Dat betekent dat in de directe omgeving van bedrijfswoningen bedrijfsactiviteiten uit categorie 3.1 mogelijk zijn en categorie 3.2 bedrijven op 50 m van bedrijfswoningen zijn toegestaan, tenzij de algemene toelaatbaarheid al wordt beïnvloed door de nabijheid van burgerwoningen.

Vanuit het oogpunt van het doelmatig gebruik van het bedrijventerrein, door middel van het toekennen van een zo hoog mogelijke toelaatbaarheid voor bedrijfsactiviteiten, is de ontwikkeling van nieuwe bedrijfswoningen niet gewenst. Op grond van provinciaal beleid is de ontwikkeling van nieuwe bedrijfswoningen ook alleen toegestaan in combinatie met categorie 2-bedrijven. Nieuwe bedrijfswoningen worden daarom niet mogelijk gemaakt.

Kantoren

Langs de Spoorlaan is rekening gehouden met een lagere milieucategorie in verband met eventuele toekomstige kantoorontwikkelingen. Het bestemmingsplan maakt ter plaatse van de bestemming 'Gemengd' de ontwikkeling van zelfstandige kantoren mogelijk. Kantoren vormen geen milieugevoelige bestemmingen in de systematiek van milieuzonering. Voor kantoren geldt dat minder hoge eisen worden gesteld aan de omgevingskwaliteit dan bij woongebieden. Vanwege de ligging op het bedrijventerrein, zou het aanhouden van richtafstanden ook leiden tot een vergaande beperking van de gebruiksmogelijkheden van de bedrijfsgronden. Desondanks kan ter plaatse van kantoren, bij een bepaalde mate van milieubelasting, sprake zijn van een verslechterd werk- en leefklimaat. Voor bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.2 wordt gesteld dat geluid veelal het maatgevende milieuaspect is. Medewerkers in het kantoor zijn doorgaans voldoende tegen omgevingslawaai beschermd vanwege de standaardeisen voor de geluidswering van gevels die volgen uit het Bouwbesluit.

Bij de aanwezigheid van bedrijfsactiviteiten uit een hogere categorie dan categorie 3.2, direct aangrenzend aan de kantorenzone, is daarentegen wel een kans op (onaanvaardbare) milieuhinder. Bij bedrijfsactiviteiten uit hogere categorieën spelen namelijk andere milieuaspecten zoals stofhinder en gevaar een grotere rol. In de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten is rekening gehouden met de bestemming 'Gemengd'. Aangrenzend zijn bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.2 toegestaan, op een afstand van 100 m bedrijfsactiviteiten uit categorie 4.1 en op 200 m categorie 4.2.

Daarnaast geldt voor de beoogde kantoren dat specifiek moet worden gekeken naar externe veiligheidsrisico's van risicorelevante inrichtingen op het bedrijventerrein. Ter plaatse van kantoren is sprake van een relatief hoge personendichtheid, waardoor al snel sprake is van een beperkt kwetsbaar object in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Bij een vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m² per gebouw is er zelfs sprake van een kwetsbaar object. De ontwikkeling van nieuwe inrichtingen die vallen onder het Bevi is daarom in het voorliggende bestemmingsplan uitgesloten. Voorafgaand aan de vestiging van dergelijke inrichtingen moet immers onderzoek plaatsvinden naar de externe veiligheidsrisico's. Indien de oprichting van Bevi-inrichtingen aan de orde is, dient dit door middel van een zelfstandig ruimtelijk besluit plaats te vinden waarbij invulling zal worden gegeven aan de onderzoeksplicht.

Uitwerking milieuzonering

Op grond van de bovenstaande uitgangspunten is de milieuzonering uitgewerkt. In onderstaande figuur is de milieuzonering weergegeven zoals deze op de verbeelding van het bestemmingsplan is verwerkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0489.BPBTO20120000-VI01_0005.jpg"

Figuur 4.1 Uitwerking milieuzonering

Inschaling huidige bedrijven

De in het plangebied aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de categorieën uit de SvB 'bedrijventerrein'. Enkele bedrijven vallen in een hogere categorie dan ter plaatse algemeen toelaatbaar wordt geacht of voeren bedrijfsactiviteiten uit die niet in de SvB 'bedrijventerrein' zijn opgenomen. Deze bedrijven krijgen een specifieke bedrijfsbestemming (aanduiding 'sb'). Daarmee zijn op deze locaties de aangegeven specifieke bedrijfsactiviteiten toegestaan of activiteiten die vallen onder de algemeen toelaatbare categorieën. Gelet op het huidige functioneren van deze bedrijven op het bedrijventerrein, acht de gemeente het niet wenselijk de betreffende bedrijven weg te bestemmen/te verplaatsen. Omliggende bedrijven dienen in hun huidige bedrijfsvoering al rekening te houden met de omliggende (bedrijfs)woningen. In de huidige situatie is ook geen sprake van knelpuntsituaties, er zijn ook geen klachten van omwonenden of anderen bekend. In Bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de voorkomende bedrijven waarvoor een specifieke aanduiding is opgenomen (sb), inclusief de bijbehorende bestemmingsregeling.

Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen gebruikmaken van een afwijkingsbevoegdheid om bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste een naastgelegen categorie toe te staan, mits deze bedrijfsactiviteiten (als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze) naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten uit de algemeen toelaatbare milieucategorieën.

Conclusie

In dit bestemmingsplan wordt aan de hand van de gehanteerde milieuzonering, die in de bestemmingsregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen. Tevens is daarmee bereikt dat bestaande en toekomstige bedrijven niet in hun functioneren worden belemmerd. Het aspect bedrijven en milieuzonering staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.