direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Sierteeltgebied - derde wijziging
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.HDsierteelt3wijz-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op 13 oktober 2016 heeft de raad het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop, derde actualisatie vastgesteld. Met de vaststelling van dit bestemmingsplan zijn de regels voor omzetting van een agrarisch bedrijfswoning naar plattelandswoning gewijzigd. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd voor omzetting van een agrarische bedrijfswoning naar burgerwoning. Vanuit het oogpunt van effiency en kostenbesparing worden alleen verzoeken voor omzetting in één of twee jaarlijkse rondes behandeld. In dit wijzigingsplan zijn deze verzoeken opgenomen en is de bestemming van een (voormalige) bedrijfswoning gewijzigd naar burger- of plattelandswoning.

1.2 Plangebied

Het plangebied heeft betrekking op de percelen zoals aangegeven in paragraaf 3.1.

1.3 Geldende bestemmingsplannen

Het geldende bestemmingsplan is bestemmingsplan Sierteeltgebied, inclusief de eerste herziening.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

Het beleidskader is beschreven in het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop, derde actualisatie dat op 13 oktober 2016 door de raad is vastgesteld en door de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 september 2018 onherroepelijk is geworden. Dit beleid is nadien niet gewijzigd en is derhalve nog steeds van toepassing.

Hoofdstuk 3 Inventarisatie plangebied

In dit hoofdstuk komt aan de orde wat de huidige situatie is met betrekking tot de ruimtelijke structuur en de functionele structuur.

3.1 Verzoeken wijziging bedrijfswoning

Voor de volgende percelen is een verzoek ingediend om de bestemming van de bedrijfswoning te wijzigen:

  Adres   Soort   Opmerkingen nav ter inzagelegging ontwerpbestemmingsplan  
1   Loeteweg 17   Omzetting naar plattelandswoning    
2   Loeteweg 6A   Omzetting naar plattelandswoning    
3   Voorweg 78   Omzetting naar plattelandswoning    
4   Loeteweg 9   Omzetting naar plattelandswoning    
5   Voorweg 82   Omzetting naar plattelandswoning    
6   Burg. Ten Heuvelhofweg 16   Omzetting naar plattelandswoning    
7   Voorweg 34B   Omzetting naar burgerwoning    
8   Burgemeester Smitweg 46   Omzetting naar plattelandswoning    
9   Burgemeester Smitweg 2   Omzetting naar plattelandswoning   Betreft alleen de toevoeging van de achtertuin.  

Tabel 1 Wijzigingsverzoeken

3.2 Toets aan wijzigingsregels

Alle verzoeken zijn getoetst aan de wijzigingsregels van artikel 3.7.6 en 3.7.7 van het bestemmingsplan Sierteeltgebied, eerste herziening. Deze regels luiden als volgt:

3.7.6 Ten behoeve van omzetting voormalige bedrijfswoning naar een burgerwoning

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar een burgerwoning, met inachtneming van het volgende:

  • Het bestemmingsvlak heeft een maximale oppervlakte van 1.000 m², met dien verstande dat de bestaande situatie aanleiding kan geven tot een grotere oppervlakte;
  • De afstand tussen de achtergevel van de bestaande woning en de grens van het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 15 meter, met dien verstande dat de bestaande situatie aanleiding kan geven tot een grotere afstand;
  • de onder a en b genoemde bestaande situatie kan onder andere worden veroorzaakt door de situering van de woning op het perceel en/of een bestaande toegangsweg en/of de aanwezigheid van een natuurlijke perceelsgrens van water en/of groen;
  • de woning en het bedrijf waartoe de woning voorheen behoorde, hebben ieder een eigen rechtstreekse verbinding met de openbare weg;
  • de burgerwoning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • omliggende, bestaande agrarische bedrijven, inclusief het voorheen bijbehorende agrarisch bedrijf, mogen niet in hun belangen worden geschaad. Dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden;indien niet zonder meer aan het gestelde onder e en f kan worden voldaan, dienen voorzieningen te worden getroffen, zoals de aanleg van een sloot, het realiseren van een bufferzone, het plaatsen van een scherm en/of een andere doelmatige bouwkundige voorziening.

3.7.7 Ten behoeve van het omzetten van een bedrijfswoning naar plattelandswoning

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar plattelandswoning, met inachtneming van het volgende:

  • Het bestemmingsvlak met de aanduiding plattelandswoning heeft een maximale oppervlakte van 1.000 m², met dien verstande dat de bestaande situatie aanleiding kan geven tot een grotere oppervlakte;
  • De afstand tussen de achtergevel van de bestaande woning en de grens van het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 15 meter, met dien verstande dat de bestaande situatie aanleiding kan geven tot een grotere afstand;
  • de onder a en b genoemde bestaande situatie kan onder andere worden veroorzaakt door de situering van de woning op het perceel en/of een bestaande toegangsweg en/of de aanwezigheid van een natuurlijke perceelsgrens van water en/of groen;
  • het bedrijf waartoe de woning voorheen behoorde blijft toegankelijk, hetzij door een rechtstreekse verbinding met de openbare weg, hetzij door een verbinding met een naastgelegen perceel;
  • de bouw- en gebruiksregels die van toepassing zijn op een bedrijfswoning (inclusief bijgebouwen) blijven na wijziging van toepassing;
  • het bedrijf waartoe de bedrijfswoning behoorde, heeft de bedrijfsactiviteiten niet beëindigd;
  • de plattelandswoning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn
  • omliggende, bestaande agrarische bedrijven, mogen niet in hun belangen worden geschaad. Dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden;
  • indien niet zonder meer aan het gestelde onder g en h kan worden voldaan, dienen voorzieningen te worden getroffen, zoals de aanleg van een sloot, het realiseren van een bufferzone, het plaatsen van een scherm en/of andere doelmatige bouwkundige voorziening.

Toets wijzigingsverzoeken

Alle verzoeken zijn getoetst aan de wijzigingsregels. Waar de in lid a en b genoemde maten worden overschreden, is onderzocht of er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. Dit vanwege de oppervlakte van de voortuinen en/of achtertuinen en/of de bestaande scheiding tussen zakelijk en privégebruik. Het gaat overwegend om gronden die al privé in gebruik zijn die worden omgezet naar burger- of plattelandswoning. Daarnaast is per situatie de ontsluiting naar de openbare weg beoordeeld. Bij omzettingen naar burgerwoning is het zaak dat het bedrijf en de woning ieder een eigen ontsluiting hebben en het bedrijf op voldoende afstand van de nieuwe burgerwoning is ontsloten.

Alle verzoeken zijn één op één besproken met de Omgevingsdienst Midden-Holland. Hieruit is gebleken dat voor het merendeel geldt dat er vanuit milieukundig oogpunt geen bezwaren zijn om medewerking te verlenen aan de ingediende verzoeken. In een aantal gevallen bleek dat omzetting naar burgerwoning vanuit milieukundig oogpunt niet mogelijk is. Deze verzoeken zijn besproken met de aanvrager en gewijzigd naar plattelandswoning. In tabel 1 zijn de omzettingen benoemd zoals deze in onderhavig wijzigingsplan zijn opgenomen. Dus waar een verzoek is gewijzigd, is het gewijzigde verzoek benoemd.

3.3 Toets luchtkwaliteit

3.3.1 Wet- en regelgeving

Indien mensen met regelmaat luchtverontreinigende stoffen inademen kan dit leiden tot effecten op de lichamelijke gezondheid. Daarom moet bij ruimtelijke planvorming rekening worden gehouden met de effecten van de plannen op de luchtkwaliteit en de luchtkwaliteit ter plaatse.

Titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna te noemen: Wet luchtkwaliteit), het Besluit niet in betekenende mate (luchtkwaliteitseisen) en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen grenzen aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen. De meest kritische stoffen ten gevolge van het verkeer zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10 en PM2,5). De grenzen voor deze stoffen zijn opgenomen in onderstaande tabel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.HDsierteelt3wijz-VA01_0001.png"

Tabel 2: Grenswaarden luchtkwaliteit

Wet luchtkwaliteit

De Wet luchtkwaliteit (artikel 5.16, eerste lid, Wm) stelt dat een ruimtelijke plan of project doorgang kan vinden indien:

  • a. een project niet tot het overschrijden van een grenswaarde leidt;
  • b. de luchtkwaliteit ten gevolge van het project (per saldo) verbetert of ten minste gelijk blijft;
  • c. een project "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdraagt aan de concentratie van relevante stoffen in de buitenlucht (De NIBM bijdrage is gedefinieerd als een toename van de concentraties van zowel fijn stof (PM10) als stikstofdioxide (NO2) met minder dan 3% van de grenswaarde of wel 1,2 µg/m3 PM10 of NO2 jaargemiddeld.);
  • d. een project is opgenomen of past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht (NSL). (Het programma bevat een pakket maatregelen dat erop gericht is om grote ruimtelijke projecten tijdig aan de grenswaarden te laten voldoen.)

Regeling NIBM

De Ministeriële Regeling NIBM geeft een uitwerking aan het Besluit NIBM en een getalsmatige invulling van de NIBM-grens. Voor een aantal categorieën van projecten kan met zekerheid worden gesteld dat de 3%-grens niet zal worden overschreden. Het betreft onder andere de onderstaande gevallen, waarbij een luchtkwaliteitonderzoek niet meer nodig is:

  • Woningbouw: = 1500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en = 3000 woningen bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling.
  • Kantoorlocaties: = 100.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en = 200.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling.
  • Woningbouw en kantoorlocaties: 0,0008*aantal woningen+ 0,000012*bruto vloeroppervlak kantoren in m2 . 1,2 bij een ontsluitingsweg en 0,0004*aantal woningen+ 0,000006*bruto vloeroppervlak kantoren in m2 . 1,2 bij een ontsluitingsweg.

3.3.2 Onderzoek

De luchtkwaliteit in het sierteeltgebied in Boskoop is beoordeeld aan de hand van de monitoringstool van de NSL. Onderstaand is, per te toetsen stof, met behulp van kaartmateriaal van de NSL in beeld gebracht of in het gebied al dan niet wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.HDsierteelt3wijz-VA01_0002.png"

Figuur 1:NO2-concentratie sierteeltgebied 2015 (NSL Monitoring)

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.HDsierteelt3wijz-VA01_0003.png"

Figuur 2: PM10 concentratie sierteeltgebied 2015 (NSL Monitoring)

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.HDsierteelt3wijz-VA01_0004.png"

Afbeelding 3: PM2,5 concentratie sierteeltgebied 2015 (NSL Monitoring)

In het sierteeltgebied wordt voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen voor NO2, PM10 en PM2,5 zo blijkt uit de monitoringstool van het NSL.

3.3.3 Conclusie

De luchtkwaliteit staat de voorgenomen omzetting van bedrijfswoningen in plattelandswoningen dan wel burgerwoningen niet in de weg.

3.4 Specifieke verzoeken

Naast de verzoek voor omzetting van bedrijfswoningen zijn twee andere verzoeken ingediend. Deze worden hierna nader toegelicht.

3.4.1 Realisatie kampeerboerderij Voorweg 38

Verzoek

Voor het perceel Voorweg 38 is een verzoek ingediend om gebruik te maken van de in het bestemmingsplan Sierteeltgebied opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor vervolgfuncties. Concreet gaat het hierbij om de vervolgfuncties van kampeerboerderij. Aan deze wijziging zijn voorwaarden verbonden. Hierbij gaat het erom dat het agrarisch gebruik is beeindigd en hergebruik aantoonbaar niet meer mogelijk is. Daarnaast dient de functie plaats te vinden in een bestaand gebouw, dient de functie milieuhygienisch inpasbaar te zijn en dient de vervolgfunctie een specifieke aanduiding op de verbeelding te krijgen.

Beoordeling

In het Economisch actieprogramma Alphen aan den Rijn 2016-2019 staat dat de toeristisch-recreatieve sector in Alphen aan den Rijn momenteel relatief klein van omvang is. Op toeristisch-recreatief gebied is echter meer mogelijk dan nu wordt geboden. Alphen aan den Rijn (als onderdeel van het Groene Hart) biedt met het water, het groen (de polders/ veenweide/Hollandse landschap) en het 'dorpse' karakter van de stad en kernen een aantal belangrijke kwaliteiten die beter benut kunnen worden voor toerisme en recreatie. De gemeente heeft de ambitie om in gezamenlijkheid met lokale en regionale partners de kansen voor groei van de vrijetijdseconomie beter te benutten en te zorgen voor groei van het aantal bezoekers en overnachtingsmogelijkheden in onze gemeente en regio. Een omzetting naar kampeerboerderij draagt bij aan deze ambitie. Daarnaast voldoet het verzoek aan de gestelde voorwaarden. De eigenaar heeft geen agrarisch bedrijf en ook geen weiland en of andere gronden in bezit. Daarnaast wordt de kampeerboerderij in een bestaand gebouw gerealiseerd en is de voorziening op ruime afstand (30 resp. 50 meter) gelegen van nabijgelegen woningen van derden. Verder zijn er vanuit milieuoogpunt geen belemmeringen.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0484.HDsierteelt3wijz-VA01_0005.png"

Figuur 4 Locatie kampeerboerderij

3.4.2 Verplaatsen en vergroten agrarisch bouwvlak Dijkgraafweg

Verzoek

Op het perceel gelegen tussen de Voorweg en Dijkgraafweg (zie afbeelding) is een boomkwekerijbedrijf gevestigd. Door de eigenaar is een verzoek ingediend om het bouwvlak bij zijn bedrijf te verplaatsen. Ter onderbouwing hiervan het geldt het volgende.

Bedrijfsvoering

Het bedrijf van verzoeker is gespecialiseerd in de productie en handel van onbeworteld stek en griffels van boomkwekerijgewassen. Hiertoe hebben ze productielocaties is in Nederland (NL) en Uganda (UG). In Nederland hebben ze hiervoor de beschikking over twee eigen locaties; één aan de Dijkgraafweg in Hazerswoude-Dorp (1,4 ha) en één aan de Voorweg in Hazerswoude-Dorp (2 ha). Daarnaast is er nog 1,5 ha huurtuin en 0,25 ha huurkas. In Nederland werken er, naast de eigenaar zelf, 8 mensen in vaste dienst. In UG hebben ze een samenwerkingsverband waarbij alle productie wordt afgenomen door de eigenaar. Dit betreft een kas van 2,5 ha. Hier werken circa 80 man uitsluitend voor de eigenaar.

Bedrijfslocatie

Het bedrijf is ontsloten aan de noordzijde (Dijkgraafweg) en, via het belendende bedrijf van een andere eigenaar, ook aan de zuidzijde (Voorweg). De ontsluiting aan de zuidzijde is er vanuit het verleden; de ontsluiting aan de noordzijde is ontstaan door de ruilverkaveling. De ontsluiting aan de noordzijde is feitelijk de entree van het bedrijf. Vanuit het verleden ligt het bouwvlak van het bedrijf aan de zuidzijde van de kavel. In dit bouwvlak ligt aan de zuidzijde de kavel met opstallen van het bedrijf dat aan de Voorweg 112 is gevestigd. De noordzijde van het bouwvlak behoort tot de kwekerij van initiatiefnemer, dit is in gebruik als vollegrondkwekerij en omvat geen opstallen. Initiatiefnemer is in de toekomst voornemens een bedrijfsgebouw op het bedrijf op te richten. Gezien de huidige situatie (na de ruilverkaveling) ligt het sterk voor de hand om deze aan de noordzijde van de kavel te situeren; dit is immers de entree van het bedrijf. Hiertoe dient er daar echter wel een bouwvlak te zijn.

Het verzoek is nu om aan de noordzijde van de kavel een bouwvlak te vestigen, parallel met het bouwvlak van het belendende bedrijf aan de oostzijde; dit bouwvlak is circa 150 meter diep. Tegelijkertijd mag het bouwvlak aan de zuidzijde, zover deze tot het eigendom van initiatiefnemer behoort, komen te vervallen. Het bouwvlak op het eigendom van de eigenaar van Voorweg 112 wijzigt niet.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.HDsierteelt3wijz-VA01_0006.png"

Figuur 4 Eigendom aanvrager

Wijzigingsbevoegdheid

Het bestemmingsplan Sierteeltgebied kent een wijzigsbevoegdheid om onder voorwaarden een nieuwe agrarisch bouwvlak op te nemen. Aan deze bevoegdheid gelden onder andere de voorwaarden dat sprake moet zijn van een volwaardig sierteeltbedrijf, dat te verwachten is dat geen gebruik kan worden gemaakt van een bestaand bouwvlak met de bestemming Agrarisch - Sierteelt en de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende (agrarische) bedrijven niet wordt beperkt

Beoordeling

Zoals hiervoor aangegeven, gaat het om een bestaand volwaardig bedrijf dat vanuit bedrijfsmatig oogpunt het verzoek heeft ingediend een bestaand bouwvlak aan te passen c.q. te verplaatsen. Hiermee wordt aangesloten bij de bestaande ontsluiting en entree van het bedrijf. Omliggende bedrijven worden door deze aanpassing niet in hun bedrijfsvoering geschaad. Aan één zijde sluit het juist aan bij het naastgelegen bedrijf dat aan die zijde ook het agrarisch bouwvlak heeft.

afbeelding "i_NL.IMRO.0484.HDsierteelt3wijz-VA01_0007.png" 

Figuur 5 Bestaande sitiuate Nieuwe situatie

Hoofdstuk 4 Waterparagraaf

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting afzonderlijk te worden aangegeven welke de gevolgen voor het plan zijn voor de waterhuishouding.

Hoofdstuk 5 Juridische en bestuurlijke aspecten

5.1 Algemeen

Voor het wijzigingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012). Dit wijzigingsplan bestaat uit een verbeeldingen, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan.

5.2 Verbeelding

Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven met daarbij andere bepalingen als gebiedsaanduidingen, bouwaanduidigen, bouwvlakken enzovoorts. Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaarten en/of kadastrale kaart).

5.3 Opbouw van de regels

Dit wijzigingsplan is gebaseerd op wijzigingsregels uit het bestemmingsplan Sierteeltgebied, eerste herziening. De regels uit dat bestemmingsplan blijven van toepassing.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Ter voorbereiding van bestemmingsplan Sierteeltgebied, eerste herziening heeft meerdere malen overleg plaatsgevonden met betrokken partijen, zoals de Stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop, diverse (agrarische) makelaars en (juridische) adviseurs. Deze partijen vertegenwoordigen veel belanghebbenden binnen het plangebied. Derhalve kan gesteld worden dat de wijzigingsregels zijn opgesteld met de branche. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan zijn de wijzigingsregels geen onderwerp van discussie geweest. Ten aanzien van onderhavige wijzigingsplan is er derhalve voor gekozen om enkel de wettelijke procedure te volgen. Daarbij geldt dat over de omzetting overleg heeft plaatsgevonden met de betreffende initiatiefnemer.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

In het wijzigingsplan worden omzettingen naar burger- of plattelandswoningen planologisch geregeld. Dit zijn geen bouwplannen in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Dit betekent dat geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld. Ten behoeve van alle omzetting zijn vaststellingsovereenkomsten vastgesteld waarin het verhaal van plankosten en planschade is geregeld.