direct naar inhoud van 5.2 Luchtkwaliteit
Plan: Limes
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B088limes-0004

5.2 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer gewijzigd. Aan hoofdstuk 5 is de paragraaf 5.2. over luchtkwaliteitseisen toegevoegd. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. In de wet is, door middel van criteria, een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Een project is klein als het "niet in betekenende mate" leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit.

Per 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkings-programma Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden. Het NSL is een bundeling van alle ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit "in betekende mate" verslechteren en alle maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren om er voor te zorgen dat per 2015 wel overal in Nederland aan de grenswaarden wordt voldaan. Het Rijk coördineert dit programma.

De grens tussen kleine ("niet in betekende mate") en grote projecten bedraagt nu 3% van de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. Dit komt overeen met het realiseren van 1500 woningen of meer, 100.000 m² Brutovloeroppervlakte (BVO) bij een ontsluitingsweg en 200.000 m² BVO bij twee ontsluitingswegen.

5.2.1 Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)

Het NSL is de kern van de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit. Dit programma is de onderbouwing van het "derogatieverzoek" van het Rijk aan de EU. Het NSL is een bundeling van alle ruimtelijke maatregelen die de luchtkwaliteit in betekenende mate verslechteren en alle maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren om er voor te zorgen dat per 2011 (fijn stof) respectievelijk 2015 (stikstofdioxide) overal in Nederland aan de grenswaarden wordt voldaan. Het Rijk coördineert het programma. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden.

5.2.2 AMvB

De uitvoeringsregels behorende bij de wet zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (Besluit) en ministeriële regelingen (mr), waaronder Besluit 'niet in betekende mate" en de mr "niet in betekenende mate" (NIBM).

De Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit, maakt onderscheid tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Een project is klein als het slechts in geringe mate (ofwel niet in betekenende mate) leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De grens ligt bij een verslechtering van maximaal 3% van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit.

Grotere projecten daarentegen kunnen worden opgenomen in het NSL-programma, mits ook overtuigend wordt aangetoond dat de effecten van dat project worden weggenomen door de maatregelen van het NSL. De AMvB en Regeling "Niet in betekenende mate" bevat criteria waarmee kan worden bepaald of een project van een bepaalde omvang wel of niet als "In betekenende mate" moet worden beschouwd. Deze AMvB is gelijktijdig met het NSL in werking getreden. Er mag rekening worden gehouden met een verslechtering van maximaal 3 % van de grenswaarde (= 1,2 µg/m3 voor zowel stikstofdioxide en fijn stof).

5.2.3 Huidige situatie in plangebied

Binnen het plangebied zijn een groot aantal kleine(re) ontwikkelingslocaties opgenomen. Deze ontwikkelingslocaties hebben betrekking op het realiseren van een, een beperkt aantal woningen of beperkte uitbereidingen van bestaande kleine(re) bedrijven. In totaal zullen er ongeveer 100 woningen worden gerealiseerd. In vergelijking is dit minder dan 1500 woningen. Volgens bijlage 3B van de regeling dragen deze ontwikkelingen hierdoor in "niet betekenende mate" bij aan de luchtkwaliteit in het plangebied.

In dit bestemmingsplan is ook een uitwerkingsvoorschrift opgenomen voor het realiseren van een bedrijventerrein met een bruto-oppervlakte van 27 ha (Steekterpoort II). Op het moment van het opstellen van deze paragraaf waren nog geen exacte gegevens bekend over de exacte omvang, het type bedrijven dat in dit gebied zal worden gevestigd, de wegenstructuur binnen het gebied en de ontsluiting van dit gebied. Daarom is op basis van aannames een worst-case berekening uitgevoerd. Voor deze worst-case berekening is gebruik gemaakt van de CROW-publicatie 05-07 ("Toepassing kengetallen goederenvervoer van en naar bedrijventerreinen"). Uitgegaan is van de vrachtwagenproduktie per dag van een hoogwaardig bedrijventerrein en een netto oppervlakte van 72% van de bruto oppervlakte. Daarnaast is er ook voor gekozen om voor het personenautoverkeer uit te gaan van het zelfde aantal verkeersbewegingen als berekend voor het vrachtverkeer. Dit alles maakt dat de worst-case berekening is gemaakt op basis van 148 vrachtwagens en 148 personenauto's per dag per ha en een netto oppervlakte van afgrond 19,4 ha. Dit komt overeen met een totale verkeersproductie van 5754 voertuigbewegingen per dag afkomstig van het bedrijventerrein. Op basis van deze uitgangspunten is voor de parameter NO2 een bijdrage berekend van 24,55 µg/m3 en voor de parameter PM10 5,79 µg/m3.Op basis van deze uitkomsten moet worden geconcludeerd dat het extra verkeer ten gevolge van dit bedrijventerrein mogelijk zal leiden tot een bijdrage "in betekenende mate". Gezien het feit dat deze berekening is gemaakt op basis van beperkte gegevens en aannames dient zodra er meer bekend is over de exacte omvang, het type bedrijven, de wegstructuur en de ontsluiting van het gebied, een nader onderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek kan worden bepaald of er daadwerkelijk sprake is van een bedrijventerrein met een bijdrage "in betekenende mate" aan de luchtkwaliteit. Naar verwachting zal dit onderzoek voor de vaststelling van het bestemmingsplan worden uitgevoerd. De gegevens van dit onderzoek zullen dan worden verwerkt in de toelichting behorende bij het bestemmingsplan.