Artikel 39 Algemene afwijkingsregels
39.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van:
-
a. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken met een bouwhoogte van ten hoogste 3,50 meter en met een inhoud van ten hoogste 50 m3 ten dienste van het openbaar nut, zoals:
-
1. wachthuisjes, telefooncellen, muurtjes en standbeelden;
-
2. transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere nutsgebouwtjes, zulks met uitzondering van gasdrukregel- en gasdrukmeetstations;
-
b. het in geringe mate aanpassen van het plan, teneinde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens of een nader te bepalen weg, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk, gewenst en/of noodzakelijk is;
-
c. het veranderen van de voorgeschreven maatvoeringen voor bouwwerken met ten hoogste 15%, indien dit om de bouwtechische, cultuurhistorische, architectonische en/of stedenbouwkundige redenen noodzakelijk wordt geacht.