direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Limes
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B088limes-0004

Artikel 1 Begrippen

In dit plan wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Limes' van de gemeente Alphen aan den Rijn.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in GML-bestand NL.IMRO.0484.B088limes-0004 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 1% letaliteitsgrens

de grens waar 1% van de bloodgestelde aanwezigen ten gevolg van een ongeval direct overlijdt.

1.4 20 Ke contour

een geluidcontour behorend bij luchthaven Schiphol, waarbinnen nieuwe woningbouw niet zondermeer is toegestaan.

1.5 aan- en uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Hieronder worden ook verstaan aangebouwde bijgebouwen.

1.6 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft

1.8 aan-huis-gebonden bedrijvigheid

kleinschalige bedrijvigheid die in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.9 aan-huis-gebonden beroep

een dienstverlenend beroep dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.10 achtererf

het gedeelte van het erf niet behorende bij het voorerf.

1.11 achtergevel

de gevel achter de voorgevel, meestal evenwijdig daaraan, zoals deze oorspronkelijk bij de bouw is gerealiseerd.

1.12 agrarisch bedrijf

Een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van en/of fokken met dieren, met dien verstande dat:

  • a. een paardenhouderij, manege, kennel en dierenasiel niet worden aangemerkt als een agrarisch bedrijf;
  • b. een paardenfokkerij en het houden van paarden voor de melkproductie wordt aangemerkt als agrarisch bedrijf.
1.13 appartement

een woning die onderdeel is van een gebouw met meerdere woningen die via één of meerdere centrale toegang(en) zijn ontsloten.

1.14 archeologisch onderzoek

een onderzoek verricht door een daartoebevoegde dienst, bedrijf of instelling.

1.15 archeologisch rijksmonument

een terrein dat op basis van de monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch rijksmonument

1.16 archeologische deskundige

een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties.

1.17 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de (mogelijk) in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.18 architectonisch accent

een aan een bouwwerk ondergeschikt element ten behoeve van architectonische en/of stedenbouwkundige kwaliteit.

1.19 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.20 bebouwingscontour

De bebouwingscontour uit de provinciale verordening ruimte van de Provincie Zuid-Holland.

1.21 bebouwingspercentage

een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwvlak dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.22 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.23 bedrijfsactiviteiten

het beroepsmatig uitoefenen van bedrijvigheid.

1.24 bedrijfsbebouwing

bebouwing ten behoeve van een bedrijf.

1.25 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.26 bedrijven die vallen onder het besluit externe veiligheid inrichtingen

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingstredening van het plan

1.27 belendende perceel

het perceel aangrenzend het perceel waar het bouwen of gebruik plaatsvindt.

1.28 belwinkel

een inrichting gericht op het daarin of van daaruit tegen vergoeding elektronisch berichtenverkeer zoals, maar niet uitsluitend, (internationaal) telefoonverkeer dan wel aanverwante activiteiten te doen plaats vinden.

1.29 beperkt zelfredzame personen

personen die niet of beperkt instaat zijn zichzelf te redden bij een ongeval, zoals, maar niet uitsluitend, bejaarden, kinderen jonger dan 12 jaar in groepen van meer dan 10 kinderen, gedetineerden en personen met geestelijke of lichamelijke beperkingen.

1.30 besluit externe veiligheid buisleidingen

het besluit externe veiligheid buisleidingen, zoals die luide ten tijde van inwerkingtreding van het plan 

1.31 besluit externe veiligheid inrichtingen

het besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals die luide ten tijde van inwerkingtreding van het plan 

1.32 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.33 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.34 bijbehorende bebouwing

bebouwing dat zich fysiek of functioneel met een op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw is verbonden, zoals een aan- of uitbouw, bijgebouw en bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.35 bijgebouw

een vrijstaand niet voor bewoning bestemd gebouw dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte en niet direct toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw .

1.36 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.37 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.38 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kap.

1.39 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.40 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.41 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.42 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.43 bouwwerk geen gebouw zijnde

een bouwwerk niet zijnde een gebouw 

1.44 calamiteitendoorgang

een openbaar toegankelijke weg die uitsluitend ten tijden van een calamiteit toegankelijk is voor motorvoertuigen 

1.45 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid of historisch belang.

1.46 dagrecreatie

recreatie zonder overnachting

1.47 dakkapel

een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak van het dak is geplaatst.

1.48 dakterras

buitenruimte op het dak van een gebouw.

1.49 dakvorm

de vorm van het dak: plat dak, lessenaarsdak, schilddak, stolpkap, tondak, zadeldak (met of zonder wolfseind) of masardekap

1.50 deskundige inzake landschap en/of cultuurhistorie

een deskundige met betrekking tot het landschap en/of cultuurhistorie die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties.

1.51 detailhandel in volumineuze goederen

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in zeer volumineuze goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
  • b. tuincentra;
  • c. bouwmarkten;
  • d. grootschalige meubelbedrijven inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering.
1.52 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van volumineuze detailhandel.

1.53 dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder bel- en internetwinkel.

1.54 dodelijke slachtoffers

slachtoffers direct zijn overleden als gevolg van een ongeval.

1.55 doorzicht

een karakteristiek punt vanaf een bepaald standpunt langs een lijn zichtbaar maken, de zichtbaarheid is minder dan bij een zichtlijn.

1.56 erf

het perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een gebouw, buiten het bouwvlak en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en blijkens de bestemming voor deze inrichting in aanmerking komt.

1.57 extensief recreatief medegebruik

recreatie met weinig dynamiek die nauwelijks druk uitoefent op de omgeving, zoals wandelen en fietsen.

1.58 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.59 gehinderde

alle binnen de rond een intensieve veehouderij gelegen geurzone aanwezige personen die niet op de intensieve werkzaam zijn of daarmee verbonden zijn.

1.60 groepsrisico

De cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een bedrijf en een ongewoon voorval binnen dat bedrijfwaarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is.

1.61 grondgebonden veehouderij

een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate op open grond plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, kalveren-, melkvee-, pluimvee-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen.

1.62 grondgebonden woningen

woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de bouwlagen aansluit op het maaiveld 

1.63 grondvlak

het gene van een bouwwerk in of direct op de bodem

1.64 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, ligging, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.65 hoofdgebouw in de tweede lijn

een hoofdgebouw gelegen, in de lijn, achter de hoofdbebouwing die direct is gelegen aan de straat.

1.66 hoogteaccent

een ondergeschikte verhoging van de goot- en/of bouwhoogte van een bouwwerk.

1.67 horeca

Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccomodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij.

1.68 horeca I

restaurant: een horecabedrijf waarin in dat bedrijf bereide volledige maaltijden, alsmede alcoholhoudende dranken (uitsluitend in combinatie met die maaltijden worden verstrekt voor gebruik ter plaatse. Een volwaardige keuken dient daarbij aanwezig te zijn.

1.69 horeca II

eetcafé: een horecabedrijf, waarin complete maaltijden worden bereid en verstrekt, al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende dranken, al dan niet voor gebruik ter plaatse;

café (I): een horecabedrijf waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar de ten gehore gebrachte muziek een geluidsniveau van 80dB(A) niet overschrijdt;

1.70 horeca III

café (II) : een horecabedrijf waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar de ten gehore gebrachte muziek een geluidsniveau van 80 dB(A) overschrijdt;

dancing/discotheek: een horecabedrijf, waarin alcoholhoudende en alcoholvrije dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, maar waarin het gelegenheid geven tot dansen voorop staat.

1.71 intensieve veehouderij

een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, kalveren, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen.

1.72 integrale stedenbouwkundige visie

een door burgemeester en wethouders vastgestelde visie ten aanzien van de stedenbouwkundige, landschappelijke, planologische en verkeerskundige aspecten van het project 'Steekterpoort 2'

1.73 internetwinkel

een bedrijf, niet zijnde een horecabedrijf, gericht op het verstrekken van toegang tot het internet.

1.74 invloedgebied

het gebied gelegen tussen de risicovolle inrichting en de 1% letaliteitsgrens

1.75 kampeerterrein

kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.

1.76 kampeermiddelen

tenten, tentwagens, kampeerauto's of caravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht, dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf voor personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens zijn geplaatst.

1.77 kantoor

voorzieningen gericht op het verlenen van diensten, al dan niet met ondergeschikte baliefunctie, op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.78 kap

een geheel of gedeeltelijke niet-horizontale dakconstructie gevormd door tenminste twee schuin hellende dakschilden die wezenlijk terugwijken ten opzichte van de gevel van een gebouw waarvan de aaneengesloten vloeroppervlakte met een voor personen normale stahoogte van ten minste 2,1 m, wezenlijk kleiner is dan die van de direct eronder gelegen bouwlaag.

1.79 kleinschalige verblijfs- en dagrecreatie

kleinschalige vorm van verblijfs- en dagrecreatie waarvan de omvang wordt beperkt in de regels.

1.80 kwantitatieve risicoanalyse

een berekening van het plaatsgebonden risico en/of groesrisico.

1.81 lawaaisport

een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen.

1.82 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de verschijningsvorm van het gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied.

1.83 maaiveld

de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.

1.84 monumentenvergunning voor een archeologische rijksmonument

Een vergunning van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zoals bepaald in de monumentenwet 1988 (artikel 11 e.v.). De aanvraag voor de vergunning dient te worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

1.85 motorvoertuigen

alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen.

1.86 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen (flora en fauna) die vookomen in dat gebied.

1.87 normaal beheer en onderhoud

een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten of gronden dat het voortbestaan van deze objecten of gronden op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau of situatie wordt gehandhaafd.

1.88 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstation, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie

1.89 ondergeschikt aan het hoofdgebouw

in afmeting kleiner dan het hoofdgebouw en in architectuur passend bij het hoofdgebouw.

1.90 ondergeschikte nevenactiviteit

een activiteit die in ruimtelijke en bedrijfseconomische zin ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit binnen een bestemming.

1.91 onevenredig

niet in onderlinge gelijke verhouding

1.92 openbaar gebied

gronden die voor iedereen toegankelijk zijn

1.93 oriëntatiewaarde

het maatschappelijk bepaalde ijkpunt ten aanzien van risicovolle inrichtingen waaraan in alle gevallen keuzes in de afweging verantwoord moet worden

1.94 peil
  • a. voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.95 pension

Een accommodatie met slaapplaatsen voor verstrekking van logies in overwegend één- en tweepersoonskamers tegen boeking anders dan per nacht, waar eventueel afzondelijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten met uitzondering van passanten.

1.96 perceel

Een aaneengesloten bij het Kadaster geregistreerd stuk grond, met dezelfde eigenaar of hetzelfde eigendomsrecht.

1.97 perceelgrens

grens van het perceel

1.98 plaatsgebonden risico

de kans, per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft.

1.99 PR 10-6 - contour

de contour waarbinnen de kans, per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft, groter is dan 1 * 10-6.

1.100 publieksgerichte dienstverlening

op het publiek gerichte dienstverlening met een baliefunctie, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, stomerijen, wasserettes, makelaarskantoren, bankfilialen en internet- en belwinkels.

1.101 recreatie

alle vormen van vrije tijdsbesteding en ontspanning, ook in de vorm van overnachting, waarbij permanente bewoning niet is toegestaan. Activiteiten die overmatige hinder voor omwonenden veroorzaken zijn niet toegestaan.

1.102 recreatieve verbinding

een weg, fiets- of wandelpad dat (voornamelijk) wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden zoals wandelen en fietsen.

1.103 risicovolle inrichting

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingstredening van het plan

1.104 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: escortservice, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.105 staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij dit bestemmingsplan.

1.106 ter zake deskundige

een deskundige met betrekking tot het in de regels beschreven vakgebied die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties.

1.107 toegangspoort

een bouwwerk dat als doel heeft het erf ter plaatse van de inrit af te sluiten.

1.108 totale veiligheidssituatie

de situatie zoals deze gold ten tijde van de vaststelling van 'De beleidsvisie externe veiligheid Gemeente Alphen' (1 maart 2012). De totale veiligheidssituatie wordt gemeten via het plaatsgebonden risico, het groepsrisico en de invloedsgebieden, één en andere conform de op 1 maart 2012 vergunde situatie voor de binnen de gemeente Alphen aan den Rijn gevestigde BEVI-inrichtingen.

1.109 uitwerkingsplan

een uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening

1.110 valbeveiliging

een bebouwde constructie die moet voorkomen dat men van een dakterras valt

1.111 verbeelding

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in GML-bestand NL.IMRO.0484.B088limes-0004 

1.112 verblijfsrecreatie

recreatie met overnachting

1.113 volkstuin

een perceel grond dat zich niet in de onmiddelijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker voedings- en/of siergewassen teelt voor eigen gebruik

1.114 voorerf

het gedeelte van het erf gelegen voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw en naast de lijn in het verlengde van de naar het openbaar gebied gerichte zijgevel van het hoofdgebouw.

1.115 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.116 voorgevelrooilijn

de lijn in het verlengde van de voorgevel

1.117 vrijstaande woning

een woning die niet tegen een andere woning is aangebouwd

1.118 waterschap

het bevoegde hoogheemraadschap dit is:

1.119 wijzigingsplan

een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening

1.120 woning/wooneenheid

een (gedeelte van) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

1.121 woonschip

een schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt wordt of bestemd is voor bewoning

1.122 woonwagen

voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.123 woonwagenstandplaats

een perceel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.124 zichtlijn

een vanaf een bepaald standpunt langs een lijn vrij uitzicht op een karakteristiek punt.

1.125 zijgevel

de gevel aan de zijkant van een gebouw, wanneer zijdelings tegen het gebouw andere gebouwen zijn geplaatst, zoals bij een rijtjeshuis, heeft het betreffende gebouw alleen een voor- en achtergevel.