Plan: | Buitengebied Alphen Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B087buitengebalpzd-0004 |
Beide polders in het plangebied kennen veel overeenkomsten, maar er zijn ook kenmerkende verschillen te onderscheiden, met elk een eigen ontstaansgeschiedenis en karakter. In de onderstaande paragrafen worden per deelgebied de belangrijkste kenmerken beschreven.
Het plangebied als geheel is een overwegend landelijk gebied dat aan de westzijde begrensd wordt door de gemeentegrens met de gemeente Rijnwoude, aan de noordzijde door de Rijksweg N11, aan de oostzijde door de gemeentegrens met de gemeente Bodegraven-Reeuwijk en aan de zuidzijde door de gemeentegrens met de gemeente Boskoop.
De grotere polder Steekt is gelegen op de overgang tussen het kleinschalige oeverwallenlandschap en het weidse veenweidenlandschap. De structuur van de veenpolders is nog goed herkenbaar, en wordt gekenmerkt door de slagen- of copeverkaveling. Deze strokenverkaveling is haaks gelegen op haar ontginningsbasis, de Oude Rijn. Ongeveer halverwege de Oude Rijn en de zuidelijk gelegen 'Toegangskade'(op de grens met Boskoop) loopt een middeleeuwse dwarswetering. Deze is echter op sommige punten gedempt. Met de aanleg van de spoorlijn en de N11 is deze oost-west lijn, parallel aan de Oude Rijn, nog enkele malen herhaald. Door deze barrières is de directe relatie tussen de oorspronkelijke ontginningsbasis en het achterliggende slagenlandschap verloren gegaan. Er is daarom ten tijde van de ruilverkaveling (1959/1969) een nieuw boerderijlint door de polder gelegd, de J.C. Hoogendoornlaan. Deze weg staat eveneens haaks op de copes en vormt de hedendaagse ontsluitingsbasis van Polder Steekt-zuid.
In het oosten ligt binnen het plangebied een klein deel van Binnen- of Dampolder die zich verder naar het oosten uitstrekt. Bijzonder is hier de Dammenkade, die tussen de twee poldersligt. In de verkaveling is de 'botsing' van verkavelingsrichtingen hier goed te zien.
Het verder open gebied wordt aan de westkant ruimtelijk begrensd door de Gouwe, stevig beplant met vier rijen essen, in het noorden de N11, en in het zuiden het sierteeltgebied van Boskoop. De polder wordt doorkruist door de J.C. Hoogendoornlaan, eveneens voorzien van essenbeplanting. Hierdoor ontstaan in zekere zin twee landschappelijke 'kamers'. De boerderijcomplexen langs de Hoogendoornlaan zijn relatief nieuw en geven een vrij uniform tijdsbeeld van de architectuur ten tijde van de ruilverkaveling. Door de tamelijk grote afstand tussen de boerderijerven wordt het transparante karakter van het lint niet aangetast.
Het Zaanse Rietveld is gelegen ten zuiden van de N11 en Alphen aan den Rijn. De polder vormt een relatief open ruimte tussen de kwekerijen van Boskoop en Hazerswoude en Alphen aan den Rijn. De sloten en (achter)weteringen vormen samen met de smalle en lange kavels een eeuwenoud Cope-landschap wat vrijwel onaangetast is gebleven. Dit landschap is tussen 1100 en 1400 ontstaan waarbij vanuit de oeverwal van de Oude Rijn werd ontgonnen. Door het bochtige verloop van de ontginningsbasis (de Oude Rijn) was het niet aantrekkelijk om de zeer lange kavels te laten geren. De kavels zijn dan ook ''in elkaar gevlochten''. Dit uit zich in het Zaanse Rietveld in het samenkomen van twee verkavelingsrichtingen. Niet geheel toevallig komt dit gegeven ook terug in de naamgeving van een monumentale boerderij ('Hoeve Dwarsveld').
Het copelandschap is opgehangen aan diverse historische kades en (achter ) weteringen, welke veelal doorlopen tot ver buiten het plangebied. Genoemd kunnen worden de Compierekade aan de westzijde, welke loopt van Boskoop tot aan de Oude Rijn. Deze historische kade ligt op de grens van de voormalige ambachten Alphen aan den Rijn en Hazerswoude. In het noordoosten ligt nog een restant van de Alphense wetering, Deze wetering is in de Tweede Wereldoorlog verbreed, door de kade die de 2 watergangen scheidde voor een deel af te graven en de grond in de zuidelijke watergang te gooien. De brede watergang die ontstaan is, deed dienst als tankval, om een mogelijk geallieerde invasie te vertragen. De Alphense Wetering is in de stedelijke structuur van uitbreidingswijk Kerk en Zanen opgenomen als groene vinger en uitloper naar het buitengebied. Door aanleg van de N11 is de fysieke relatie echter doorbroken.
Hetzelfde geldt voor de wetering Burggooi (parallel gelegen aan het Rietveldspad), welke in het ten noorden van de N11 gelegen villapark Burggooi nog is te herkennen als waterpartij. Centraal in het plangebied ligt het Rietveldsepad (vroeger Alphense pad), een vermoedelijk 2e ontginningslint.
Het Rietveldsepad staat overwegend haaks op de slagenverkaveling. Het pad kent een lichte hoekverdraaing ter plaatse van Hoeve Dwarsveld en loopt vanaf hier parallel mee met het gedraaide slagenlandschap richting Oude Rijn. Het Rietveldsepad is nog altijd stevig verankerd in het stedelijk weefsel binnen de stadskom, waardoor sprake is van een relatief goede stad-land verbinding.
Het Zaanse Rietveld heeft een overwegend open karakter. De openheid wordt ingekaderd door lintbebouwing en verschillende vormen van groenopstanden zoals (knot)bomenrijen, erfbeplanting en hakhout- en pestbosjes. Deze zijn veelal lineair van karakter, gekoppeld aan de kades en weteringen (Rietveldse Pad, Alphense- en Spijkerboorsche Wetering, Bedelaarsbos). De naam van het Bedelaarsbos, een groen omzoomde kade, verwijst naar de tijd dat deze plek voor landlopers en bedelaars een schuilplaats was. De geriefhout- en pestbosjes zijn veelal te vinden voor- of achterop de percelen. Spaarzaam zijn echter ook enkele los in het landschap liggende hakhoutbosjes aanwezig, waardoor deze zeer beeldbepalend zijn. Een voormalige eendenkooi in de noordpunt van het gebied wordt alleen verraden door zijn wat curieuze slotenstructuur, opgaande beplanting is hier niet meer aanwezig.