direct naar inhoud van 7.12 Artikelsgewijze behandeling
Plan: Buitengebied Alphen Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0484.B084buitengebalpnd-VA02

7.12 Artikelsgewijze behandeling

Artikel 1 Begrippen

In artikel 1 is een aantal begrippen nader gedefinieerd teneinde onduidelijkheid te voorkomen. Aangesloten is bij de landelijke standaard begripsbepalingen, die zijn voorgeschreven danwel die voortvloeien uit de jurisprudentie. Voor het overige is aangesloten bij de in de gemeente gebruikelijke definities danwel zijn toegesneden op de specifieke situatie.

Artikel 2 Wijze van meten

In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in de overeenstemming is met de regels.

Artikel 3 Agrarisch met waarden-landschap 1 (polder Vierambacht)

  • De verzamelbestemming is akkerbouw, weidebouw, vollegrondstuinbouw en melkveehouderij. Karakteristieken zijn bestaande sloten- en verkavelingspatroon, openheid van het landschap, zichtlijnen vanuit het lint op het achterland.
  • Medebestemming: onder meer wonen en water. Voorts is maximaal 100 m² per bouwvlak binnen bestaande gebouwen toegestaan voor gebruik als verbrede landbouw, welzijn, zorg en gezondheid, kleinschalige recreatieve voorzieningen of ondersteunende horeca , mits dit van nevengeschikte omvang is.
  • Ter plaatse van cultuurhistorische waarde is de bebouwing tevens bestemd voor behoud van aan de bebouwing eigen zijnde cultuurhistorische waarde die karakteristiek is voor het gebied.
  • Op basis van de specifieke gebruiksbepaling is opgenomen dat het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan niet mag worden gewijzigd ten behoeve van ander gebruik binnen deze bestemming.
  • Afwijkingen onder voorwaarden van de bouwregels zijn toegestaan voor het vergroten van het bouwvlak voor agrarische bedrijven en woningen, woningsplitsing en het vergroten van de bestaande agrarische woning voor de rustende boer.

Gezien de besproken wetswijziging van artikel 19kd van de Natuurbeschermingswet 1998 (zie hiervoor paragraaf 5.1 van deze toelichting) wordt de bestaande ruimte op de bouwvlakken van de geldende plannen nu ongewijzigd overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. In het geldende bestemmingsplan Buitengebied is het mogelijk gemaakt om het bouwvlak voor agrarische bedrijven in de polders uit te breiden tot maximaal 1,5 hectare. Deze uitbreidingsmogelijkheid wordt in dit plan overgenomen.

  • Er zijn onder voorwaarden afwijkingen ten behoeve van het gebruik toegestaan: medegebruik groter dan 100 m², wijziging van bedrijfsactiviteiten, wonen (indien is komen vast te staan dat agrarisch bedrijf wordt beëindigd) en het gebruik als plattelandswoning.
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden is opgenomen.

Artikel 4 Recreatie met waarden- landschap 2 (polder Oudshoorn)

  • De verzamelbestemming is dagrecreatie en weidebouw. Karakteristieken zijn bestaande sloten- en verkavelingspatroon, openheid van het landschap, zichtlijnen vanuit het lint op het achterland.
  • Medebestemming: onder meer wonen en water. Voorts is gebruik voor verbrede landbouw, recreatieve voorzieningen of ondersteunende horeca toegestaan.
  • Ter plaatse van cultuurhistorische waarde is de bebouwing tevens bestemd voor behoud van aan de bebouwing eigen zijnde cultuurhistorische waarde die karakteristiek is voor het gebied.
  • Op basis van de specifieke gebruiksbepaling is opgenomen dat het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan niet mag worden gewijzigd ten behoeve van ander gebruik binnen deze bestemming.
  • Afwijkingen onder voorwaarden van de bouwregels zijn toegestaan voor het vergroten van het bouwvlak voor woningen en woningsplitsing.
  • Er zijn onder voorwaarden afwijkingen ten behoeve van het gebruik toegestaan: wijzigen gebruik.
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden is opgenomen.

Artikel 5 Verkeer

De wegen met een overwegende stroomfunctie zijn bestemd tot "Verkeer". Dit betreft onder andere de Zegerbaan (N207) en de (aanzet van de) Herenweg (N207). Behalve de weg vallen binnen deze bestemming ook de bermen, trottoirs, fiets- en voetpaden en parkeerplaatsen.


Artikel 6 Water

Alle watergangen die door het plangebied stromen hebben een structurele functie voor waterberging en waterhuishouding en zijn daarom specifiek bestemd tot "Water". Binnen de bestemming "Water" zijn tevens bruggen en dergelijke toegestaan.

Artikel 7 Water - waterweg

De grote watergangen hebben de bestemming Water-Waterweg gekregen, te weten de Heimanswetering en het Aarkanaal.

Artikelen 8 - 9 - 10 Waarde archeologie

In het bestemmingsplan zijn diverse archeologische waarden en verwachtingsgebieden aanwezig. Ter bescherming van de archeologische resten is in de planregels een aantal artikelen opgenomen.

  • Waarde Archeologie 1 betreft de gebieden van archeologische waarde en gebieden met een hoge archeologische verwachting. Voor deze gebieden is een omgevingsvergunning vereist bij grondwerkzaamheden groter dan 100m2 en dieper dan 30 cm.
  • Waarde Archeologie 2 betreft gebieden waarvoor een gematigde archeologische verwachting geldt. Voor deze gebieden is een omgevingsvergunning vereist bij grondwerkzaamheden groter dan 1000m2 en dieper dan 50 cm.
  • Waarde Archeologie 3 betreft gebieden waarvoor een lage archeologische verwachting geldt. Voor deze gebieden is een omgevingsvergunning vereist bij grondwerkzaamheden groter dan 10.000m2 en dieper dan 50 cm.

Artikel 11 Waterstaat - waterkering

Enkele delen van het plangebied hebben tevens een waterkerende functie. Hieraan is de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering gegeven. Voor deze gebieden gelden aanvullende op de bepalingen in dit bestemmingsplan, ook de regels van de Keur. Bij activiteiten die van invloed kunnen zijn op de waterkering of waterpeil (bijvoorbeeld bouwwerken, kabels en leidingen, verhardingen en beplanting), dient bij het Hoogheemraadschap van Rijnland een keurvergunning aangevraagd te worden.

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Dit voorschrift zorgt ervoor dat grond die reeds eerder bij een verleende omgevingsvergunning is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe omgevingsvergunning mag worden meegenomen. Deze anti-dubbeltelbepaling heeft uitsluitend betrekking op situaties die plaatsvinden onder het geldende bestemmingsplan. Het is dus niet zo dat gronden die zijn meegeteld bij het verlenen van een omgevingsvergunning onder een vorig bestemmingsplan, bij het verlenen van een omgevingsvergunning onder het nieuwe bestemmingsplan ook buiten beschouwing moeten worden gelaten.

Artikel 13 Algemene bouwregels

In dit artikel is onder meer bepaald dat het oprichten van geluidgevoelige objecten uitsluitend is toegestaan indien wordt voldaan aan de bepalingen uit de Wet geluidhinder of de daarop gebaseerde overige regelingen. Daarnaast is een regeling opgenomen die ervoor zorg draagt dat bij het oprichten van bebouwing rekening moet worden gehouden met de belangen van de waterbeheerder: bebouwing nabij de bestemming 'Water' is uitsluitend mogelijk na verlening van een afwijking.

Artikel 14 Algemene gebruiksregels

In dit artikel is aangegeven wat wordt verstaan onder verboden gebruik, zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Om expliciet duidelijk te maken dat vestiging van een seksinrichting, in welke vorm dan ook, niet is toegestaan in dit plangebied, is bepaald dat gebruik als seksinrichting altijd als een strijdig gebruik wordt aangemerkt en als zodanig verboden is.

Artikel 15 Vrijwaringszone - straalpad

In dit artikel zijn regels opgenomen ter bescherming van de straalpaden binnen het plangebied.

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels

Op basis van dit artikel zijn burgemeester en wethouders bevoegd om voor de gronden binnen het plangebied met een omgevingsvergunning af te wijken van de in de bestemmingen opgenomen bebouwingsregels. Het gaat hier om veranderingen van beperkte aard, zoals het bouwen van gebouwtjes van openbaar nut en het vergroten van de maatvoering van bouwwerken met 15%.

Artikel 17 Algemene procedureregels

In dit artikel is opgenomen dat voor het stellen van nadere eisen een procedure moet worden doorlopen, alvorens burgemeester en wethouders medewerking kunnen verlenen. Hierdoor wordt verzekerd dat de belangen van de gebruikers in het plangebied beschermd worden.

Artikel 18 Overige regels

Om een onevenredige aantasting van de bouw- en gebruiksmogelijkheden te voorkomen, is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid geboden om nadere eisen te stellen aan de plaatsing van gebouwen en de plaatsing en afmetingen van andere bouwwerken. Dit kan enkel geschieden in concrete, individuele gevallen.

Artikel 19 Overgangsrecht bouwwerken

In dit artikel is onder meer aangegeven dat bouwwerken die ten tijde van inwerkingtreding van dit plan aanwezig zijn, mogen blijven bestaan, ondanks dat zij afwijken van het plan.

Artikel 20 Overgangsrecht gebruik

Gebruik van gronden en opstallen zoals dat op het moment van inwerkingtreding van dit plan plaatsvindt mag -hoewel het afwijkt van het plan- worden gecontinueerd. Gebruik dat reeds onder het hiervoor geldende bestemmingsplan illegaal is aangevangen en ook volgens het nieuwe bestemmingsplan niet kan, blijft illegaal en mag dus niet worden voortgezet.

Artikel 21 Hardheidsclausule

In deze bepaling wordt vorm en inhoud gegeven aan het persoonsgebonden overgangsrecht.

Artikel 22 Slotregel

In dit artikel is bepaald hoe de regels van dit bestemmingsplan dienen te worden aangehaald.