Plan: | Landelijk gebied Westzaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301 |
Bestaande wegenstructuur
Het plangebied wordt omgeven door een paar belangrijke wegen op interlokaal niveau. Voorts ligt de infrastructuur van een autosnelweg, de A8, voor een flink deel in het plangebied zelf, alsmede een gedeelte van de N246 en de N 515. Het bestemmingsplan heeft verder maar in beperkte mate betrekking op verkeersaspecten omdat de J.J.Allanstraat, het Zuideinde, de Westzanerdijk en de Overtoom formeel buiten het plan vallen. De in het plangebied aanwezige bebouwing wordt via deze straten en wegen ontsloten. Daarnaast moet de Middel als doodlopende weg voor gemotoriseerd verkeer nog worden genoemd. De Middel behoort wel tot het plangebied.
Binnen de hiërarchie van de wegcategorisering liggen de herkomst of bestemming op de aan het landelijk gebied grenzende erftoegangswegen. Daarnaast speelt op het laagste structuurniveau ook de J.J. Allanstraat een rol voor de ontsluiting van de landelijke gebieden De Reef en het Westzijderveld.
De J.J. Allanstraat/Zuideinde fungeert in de eerste plaats als een ontsluitingsweg op wijkniveau, hoewel er ook doorgaand verkeer op voorkomt. Met betrekking tot het zware verkeer is er een beperking van kracht, middels een vrachtwagenverbod met uitzondering van bestemmingsverkeer. De uitzondering van bestemmingsverkeer is noodzakelijk vanwege diverse bestemmingen die alleen via de J.J.Allanstraat zijn ontsloten en bereikbaar moeten blijven voor vrachtverkeer.
De Middel fungeert voor het gemotoriseerde verkeer alleen als erfontsluiting zodat de verkeersbelasting zeer laag is. Via het Weiver kan het bestemmingsverkeer de percelen aan de Middel bereiken. Door de afsluiting van de Nauernasche Vaartdijk kan er geen doorgaand verkeer optreden. Op de Middel geldt een vrachtwagenverbod.
De hoofdstructuur van de ontsluiting op het regionale wegennet bestaat uit:
Ten zuiden van het bestemmingsplan vormt de Zuidelijke randweg een verbinding tussen de N246 en N203 waardoor het gehele plangebied binnen een rechthoek valt.
Ten noorden van de kern Westzaan wordt het landelijk gebied tweemaal doorsneden. In de eerste plaats door de A8. Deze rijksweg fungeert als ontsluiting van het bestemmingsplangebied op het landelijk wegennet.
De tweede doorsnijding is een oost-west verbinding tussen de N246 en de N203. Deze weg, de Guisweg (N515), fungeert als interlokale verbinding met Zaandam.
De verkeersbelastingen die op dit infrastructuurnetwerk drukken, leggen voor de toekomst, naast de beperkingen die er al zijn vanwege het karakter van buitengebied, de nodige beperkingen op aan de mogelijkheden voor bijvoorbeeld woningbouw.
Tabel: Intensiteiten op hoofdwegen in motorvoertuigen (mvt)
Wegvak | Etmaal 2012 | Prognose etmaal 2022 | Snelheid (km/u) | ||
Nauernasche Vaartdijk | 300 | 300 | 80 | ||
Overtoom | 1800 | 1900 | 80 | ||
J.J.Allanstraat | 3200 | 3600 | 50 | ||
Guisweg West | 1500 | 12700 | 80 | ||
Guisweg Oost | 14800 | 15600 | 70 | ||
A8 | 48400 | 61300 | 100 | ||
Oprit A8 | 18800 | 23200 | 100 | ||
Afrit A8 | 19200 | 23400 | 100 | ||
N246 – cr.reef | 16200 | 18600 | 100 | ||
N246 – noord | 43500 | 55300 | 100 | ||
N203 | 15500 | 15500 | 70 | ||
N203 (Wandelweg) | 16100 | 16100 | 50 |
Bestaande parkeersituatie
Voor de overgrote meerderheid zijn de in en langs het plangebied gelegen wegen onderdeel van het primaire infrastructuurnetwerk en kennen daarom meestal geen parkeerfaciliteiten, laat staan ten behoeve van woon- of bedrijfspercelen. Parkeren zal vaak expliciet verboden zijn. Ten aanzien van de Middel en Nauerna, die respectievelijk geheel en gedeeltelijk in het plangebied liggen, zijn er op parkeergebied geen speciale aandachtspunten. Bij eventuele ver-/nieuwbouw dient men met betrekking tot parkeernormen uit te gaan van de Parkeernota Zaanstad 2009 (vastgesteld in 2010)
Bestaande fietsroutes
In de oost-west richting ligt er langs de Guisweg een belangrijk vrijliggend fietspad, dat een deel van het fietsverkeer vanuit het stedelijk gebied van Zaanstad verbindt met Westzaan en Assendelft. Deze route langs de Guisweg maakt deel uit van een utilitaire verbinding door de wijken Westerkoog en Westerwatering richting het centrum van Zaandam. Ter hoogte van de bebouwde kom van Westzaan ligt een secundair fietspad (Guispad) dat langs de A8 weer uitkomt op de eerder genoemde primaire fietsroute. Het secundaire fietspad biedt een wat kortere route voor verkeer richting Zaandijk. In de vorige bestemmingsplanperiode is het Freek Engelpad gerealiseerd, dat de Middel met Rooswijk verbindt. In de fietsnota (zie het kaartje in 4.17.2.2) stond dit fietspad nog als ontbrekende schakel aangemerkt.
In het verlengde van de A8 ligt een primaire fietsverbinding langs de Noorderveenweg naar Saendelft.
In de noord-zuid richting bestaat er een deels recreatieve fietsroute, die loopt langs de westelijke begrenzing van het plangebied vanaf Nauerna tot de kom van Westzaan(-noord), over de Nauernasche Vaartdijk. Daarnaast word het tracé via de Middel aangewezen als mogelijke noord-zuid fietsroute.
De verschillende nota's en plannen op rijks- provinciaal- en regioniveau staan in het teken van het in goede banen leiden van de groeiende mobiliteit in Nederland en in de regio. De bestaande infrastructuur moet beter benut worden, uitgebreid daar waar knelpunten zijn en de veiligheid en duurzaamheid moeten verbeterd worden. Ook wordt gesproken van het streven naar een samenhangend netwerk voor auto, openbaar vervoer en fiets en een gebiedsgewijze aanpak.
Op 12 februari 2009 heeft de gemeenteraad het Zaans Verkeer en Vervoerplan (ZVVP) vastgesteld. Het ZVVP is een integraal beleidsplan op het gebied van verkeer en vervoer. In het ZVVP staan de uitgangspunten die het bestuur hanteert om behalve oplossing van verkeersvraagstukken, ook oplossingen voor een schoner milieu dichterbij te brengen.
Binnen het plangebied wordt in het ZVVP, als ontbrekende schakel in de hoofdstructuur fiets, een fietspad aangegeven in het verlengde van de Dolfijnstraat naar Koog aan de Zaan en de Genieweg in Assendelft (zie figuur bij Fietsnota).
Het Verkeersplan Zaanstad is op 25 november 1999 door de gemeenteraad vastgesteld. Het belangrijkste onderdeel van dit plan is de wegcategorisering van de binnen de gemeente gelegen wegen. Doel van het categorisering van wegen is te komen tot voor de weggebruiker herkenbaar wegtypes en het daarbij behorende gedrag.
De hoogste categorie is de stroomweg. Deze weg is gericht op het snel laten doorstromen van het verkeer. De laagste categorie wordt gevormd door de erftoegangswegen. Dit zijn hoofdzakelijk wegen in woongebieden. De tussenliggende categorie is de gebiedsontsluitingsweg. Deze vormen een schakel tussen de stroomwegen en de erftoegangswegen. Vaak vormen zij ook een verbinding tussen verschillende delen van de stad. In 2003 is de wegcategorisering geactualiseerd op basis van ervaringen en nieuwe ontwikkelingen die zich op landelijk niveau hebben voorgedaan. De hieruit resulterende wegcategoriseringskaart met bijbehorende inrichtingseisen is door de gemeenteraad vastgesteld op 26 februari 2004.
Binnen de hiërarchie van de wegcategorisering zal de herkomst of bestemming liggen op de aan het landelijk gebied grenzende erftoegangswegen. Daarnaast speelt op het laagste structuurniveau ook de J.J. Allanstraat een rol van betekenis voor de ontsluiting van de landelijke gebieden De Reef en het Westzijderveld. Deze weg is geclassificeerd als gebiedsontsluitingsweg type C (binnen de bebouwde kom).
De hoofdstructuur van de ontsluiting bestaat uit de N246, geclassificeerd als gebiedsontsluitingsweg type A binnen de bebouwde kom en ten noorden van de A8 geclassificeerd stroomweg. De N203 die, net buiten het plangebied, in het uiterste noorden aansluit op de N246, is grotendeels geclassificeerd als type A en gedeeltelijk als type B.
Ten zuiden van het bestemmingsplan vormt de Zuidelijke randweg een verbinding tussen de N246 en N203 waardoor het gehele plangebied binnen een rechthoek valt. Waar deze weg door Hoogtij loopt is hij geclassificeerd als gebiedsontsluitingsweg type B, daarbuiten is de route geclassificeerd als type A.
Ten noorden van de kern Westzaan wordt het landelijk gebied tweemaal doorsneden. In de eerste plaats door de A8, dit is een stroomweg op rijksniveau en fungeert in dezen als ontsluiting van het bestemmingsplangebied op het landelijk weggennet.
De tweede doorsnijding is een oost-west verbinding tussen de N246 en de N203. Deze weg, de Guisweg (N515), is binnen de bebouwde kom geclassificeerd als gebiedsontsluitingsweg type A en buiten de bebouwde kom als gebiedsontsluitingsweg.
Openbaar vervoervisie concessiegebied Zaanstreek
Op 9 oktober 2003 is de Openbaar vervoervisie concessiegebied Zaanstreek (OV-visie) door de gemeenteraad van Zaanstad vastgesteld. Hierin is het openbaar vervoerbeleid van de gemeenten Oostzaan en Zaanstad vastgelegd.
Door het plangebied loopt buslijn 63 (stand van zaken 2012). Deze buslijn verbindt de kernen Westzaan en Assendelft met NS-stations Zaandam en Krommenie-Assendelft. Aan de zuidgrens van het plangebied verbindt buurtbus 456 de kernen Assendelft en Westzaan met NS-station Zaandam. Aan de noordkant van het plangebied ligt daarnaast ook nog NS-station Wormerveer.
Fietsnota
Op 29 november 2007 heeft de gemeenteraad de fietsnota 'Bevorderen fietsverkeer Zaanstad' vastgesteld. Met de fietsnota en de uitvoering ervan wil de gemeente het fietsgebruik in Zaanstad bevorderen. In 2015 moet 35% van het aantal verplaatsingen met de fiets plaatsvinden.
Zaanstad heeft met de fietsnota en het Actieplan Fiets concrete maatregelen geformuleerd om het fietsgebruik te bevorderen, zoals bijvoorbeeld de aanleg van (ontbrekende) fietspaden, verbetering van wegbewijzering, verbetering van het fietsparkeren en diefstalpreventie. Een deel van de geplande fietspaden in de nota is inmiddels aangelegd.
De fietsnota Zaanstad is tot stand gekomen met raadpleging van diverse belangengroepen, zoals de Fietsersbond, Veilig Verkeer Nederland, de Ondernemerskring Zaanstreek en de wijkoverlegorganen.
Een belangrijk onderdeel van het stimuleren van fietsverkeer is het verlagen van omrijdafstanden en het creëren van hoogwaardige fietsinfrastructuur tussen kernen. Dit vertaalt zich voor dit bestemmingsplan concreet in een aantal trajecten die door het plangebied lopen en aangemerkt zijn als belangrijke (toekomstige) schakel in de fietsstructuur.
Belangrijke fietsverbindingen binnen het gebied lopen langs de J.J. Allanstraat, het Zuideinde, Kerkbuurt en de Provinciale weg en de verschillende verbindingen tussen de nieuwe wijk Saendelft en Zaandam. Dit systeem voldoet redelijk. Voor het creëren van een fijnmazig en dus hoogwaardige fietsstructuur ontbreken nog wel schakels. Eén van die ontbrekende schakels is die die de J.J. Allanstraat verbindt met Westerkoog (fietsnota). De andere ontbrekende schakel is die de J.J. Allanstraat verbindt met Assendelft (ZVVP).
Figuur: Hoofdstructuur en ontbrekende schakels (uit ZZVP)
Parkeernota 2009
In februari 2010 is de Parkeernota Zaanstad 2009 vastgesteld in de gemeenteraad. De parkeernota is in twee delen gesplitst. De belangrijkste punten uit het eerste deel van de parkeernota zijn:
Een belangrijk onderdeel bij het bepalen van de parkeereis is de stedelijkheidsgraad van een gebied. Het landelijk gebied rondom Westzaan valt binnen ‘weinig stedelijk zone C’. Voor de landelijke gebieden die grenzen aan de kernen Wormerveer, Zaandijk en Koog aan de Zaan worden de stedelijkheidsgraden aangehouden die van toepassing zijn op deze kernen.
De in 2013 doorgevoerde wijziging heeft geen invloed op het plangebied.
De beleidsdoelstelling van het Rijk tot een reductie van 25% verkeersslachtoffers (vastgelegd in 1984) is door de gemeente Zaanstad in het verkeersveiligheidsbeleid overgenomen. In 2011 is door de gemeenteraad het VerkeersVeiligheidsPlan Zaanstad vastgesteld.
Voor het bestemmingsplangebied is van belang dat op de ontsluitende infrastructuur de volgende aandachtslocatie aanwezig is:
De verkeersgeneratie van landelijk gebied is zeer beperkt en voornamelijk gerelateerd aan landbouw. De in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen mogelijkheden tot uitbreiding van agrarisch naar verbrede landbouw zal resulteren in een toename van verkeersgeneratie. De absolute toename ten gevolge van deze uitbreiding zal minimaal zijn en op ontsluitende wegen niet resulteren in een significante stijging.
De realisering van de fietsverbinding vanaf de J.J. Allanstraat (ter hoogte van de Dolfijnstraat naar Westerkoog en naar Assendelft), is een wens vanuit verschillende beleidskaders. Realisatie van het fietspad binnen de planperiode van dit bestemmingsplan is echter onwaarschijnlijk en daarom buiten dit bestemmingsplan gehouden (zie 4.17.4.2 Uitgangspunten voor de bestaande fietspaden en fietspad Dolfijnstraat).
De bestemming 'uit te werken wonen' voor een deel van Westzanerwerf leidt op zichzelf niet direct tot meer verkeer. Er dient echter wel te worden onderbouwd dat het verkeer bij realisatie niet leidt tot onacceptabele verkeerssituaties.
Door het vaststellen van dit bestemmingsplan kunnen maximaal 145 woningen worden gerealiseerd op bovengenoemde kavel. Landelijk wordt er vanuit gegaan dat elke woning 5 à 6 verkeersbewegingen per dag veroorzaakt. Gezien de ligging in relatief landelijk gebied wordt voor de verkeersprognoses uitgegaan van 6 autobewegingen per etmaal. In totaal gaat het daarmee om zo'n 870 extra voertuigbewegingen. Hiervan zal het grootste deel van en naar de Westzanerdijk rijden.
In 2009 is door het college € 2,2 miljoen vrijgemaakt voor een pakket aan maatregelen rondom Westzaan-zuid. Bij deze investering is rekening gehouden met de verkeersgroei die destijds was voorzien voor het hele perceel, zo'n 200 woningen. Een deel van deze maatregelen is inmiddels gerealiseerd.
Onder andere door het instellen van eenrichtingsverkeer op de Westzanerdijk en spitsafsluitingen voor doorgaand verkeer is de hoeveelheid autoverkeer op het Zuideinde en de J.J. Allanstraat in de afgelopen jaren flink gedaald. Op de J.J. Allanstraat daalde de verkeersintensiteit met ongeveer 1500 mvt/etmaal tussen 2007 en 2012. Aan de Overtoom en Westzanerdijk daalde de verkeersintensiteiten in diezelfde periode nog sterker. Hiermee is voldoende capaciteit beschikbaar om het verkeer dat wordt gegenereerd na realisatie van het plan te verwerken. Indien dit noodzakelijk blijkt zal de aansluiting van het terrein aan het Zuideinde worden aangepast om een goede doorstroming en veilige verkeerssituatie te bevorderen.
Omdat het om een 'uit te werken' bestemming gaat, is het precieze programma nog niet bekend. Daarom kan er in dit stadium geen parkeernorm of totaal aantal benodigd aantal parkeerplaatsen worden bepaald. Wel is in de anterieure overeenkomst vastgelegd dat bij de uitwerking de parkeernorm conform het dan geldende beleid van de gemeente dient te worden toegepast.
De eerdergenoemde verkeerswegen die door het plangebied lopen, worden inclusief op- en afritten etc als verkeer bestemd.
De bestaande fietspaden worden in het bestemmingsplan als verkeer bestemd.
Het fietspad Assendelft-Westerkoog, het zogenaamde fietspad Dolfijnstraat, is in de Fietsnota opgenomen als ontbrekende schakel in het fietsnetwerk en in de structuurvisie als wenselijke recreatieve route. Het fietspad is in de voortoets voor dit bestemmingsplan getoetst in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet. De conclusie daaruit is, dat het fietspad mogelijk significant negatieve effecten heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. Voordat het fietspad planologisch geregeld kan worden, moet daarom een passende beoordeling worden opgesteld, waaruit moet blijken of, en zo ja, met welke mitigerende en/of compenserende maatregelen het fietspad vergund zou kunnen worden. Hoewel Zaanstad realisatie van het fietspad in de toekomst als een belangrijke aanvulling op en verbetering van het fietsnetwerk beschouwt, is er nog geen zicht op financiering op korte termijn. Het is onzeker of dat binnen de werkingstermijn van dit bestemmingsplan geregeld kan worden. De gemeente kiest er daarom voor, om het fietspad niet in dit bestemmingsplan op te nemen. Mogelijk zal de gemeente binnen de termijn van dit bestemmingsplan wel de mogelijkheden (zowel financieel als in het kader van Natura 2000) nader onderzoeken. Als uit die onderzoeken blijkt dat het fietspad binnen de termijn van dit bestemmingsplan haalbaar is, zal de gemeente daar een aparte planologische procedure voor voeren.