direct naar inhoud van 2.2 Beschrijving van de ruimtelijke structuur
Plan: Landelijk gebied Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301

2.2 Beschrijving van de ruimtelijke structuur

2.2.1 Ruimtelijke structuur algemeen

Het plangebied maakt onderdeel uit van het Zaanse veenontginningslandschap. Het is een open waterrijk landschap waarin de ruimtelijke opbouw wordt bepaald door:

  • open veenweiden met een groot oppervlakteaandeel van water;
  • noordzuid gerichte hoofdwatergangen als de Nauernaschevaart, De Reef, De Gouw en de Watering met haaks daarop afwateringssloten;
  • de langgerekte lintbebouwing van Westzaan met daaraan de woonwijken;
  • dijken, kaden en andere grondlichamen die ondermeer bijdragen aan het typerende karakter van sterk hol-gelegen graslandpercelen, omringd door veenkades;
  • verspreide ligging van een aantal molens, een tweetal sportterreinen en een begraafplaats in het landschap.

Het stedelijke gebied van Zaanstad, de Noorder IJ en Zeedijk, de Nauernaschevaart en de spoorlijn Amsterdam-Alkmaar vormen de grenzen van het gebied.

De structuur van het plangebied wordt grofweg opgeknipt in deelgebieden die functioneel en ruimtelijk met elkaar samenhangen:

  • Westzijderveld/De Reef
  • Guisveld
  • Bebouwingslint Westzaan


afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301_0001.jpg"


Lint Westzaan
Het bebouwingslint van Westzaan maakt geen onderdeel uit van het plangebied, echter het gedeelte aan de noordzijde van de Middel wel. Het lint als geheel vormt de ruggengraat van de ruimtelijke structuur van dit deel van de veenpolder.

Het lint is een lange weg door de weilanden, met aan beide zijden een smalle bebouwde strook. De van origine aanwezige wegsloot is grotendeels verdwenen. Kenmerkend is de afwisseling in het zicht vanaf de weg op de weiden. Die afwisseling wordt bepaald door de plaats en de maat van de huizen, boerderijen en bedrijven op de kavels maar ook van de aanwezigheid van schuren, schuttingen, garages, heggen, bomen en het doordringen van het landschap tot aan de weg.

Bebouwing langs het lint is gedifferentieerd in onder andere kapvorm, kaprichting, goot- en nokhoogte en plek op de kavel. Dit verschil in (voornamelijk kleinschalige) bebouwing en het bijbehorende gedifferentieerde beeld van het profiel (de ruimte van gevel tot gevel, zowel openbaar gebied als voortuinen) worden als een te behouden ruimtelijke kwaliteit benoemd.

Het lint is een ruimtelijke compositie met overal dezelfde elementen, maar steeds met een ander effect. De J.J. Allanstraat ziet er anders uit dan het Zuideinde en de Middel en het Weiver heeft ook zijn eigen typische kenmerken. Ieder stuk van het lint is anders. De verhoudingen en richtingen tussen weg, gebouw en weiland leveren steeds een ander beeld op. Zo is er vanaf de Middel weids zicht op het Guisveld en het Euverenweggebied, terwijl de Reef en het Westerzijderveld vanaf de J.J.Allanstraat meer gefilterd te zien zijn. Kortom, vanaf het openbaar gebied is in meer of mindere mate contact met het achtergelegen open veenweidengebied. De aanwezigheid en de onderlinge diversiteit in de contactmomenten is uniek en draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit van Westzaan.


Het Westzijderveld en De Reef
Het Westzijderveld en De Reef hebben een grote relatie door hun samenhangende verkaveling. De polder vertoont grotendeels de karakteristieke eigenschappen van een veenontginningslandschap. Vanuit het lint van Westzaan zijn langgerekte kavels ontstaan, doordat loodrecht op deze as sloten werden gegraven om het natte veen te ontwateren. Het slotenpatroon is enigszins grillig en wordt vanuit het landschap grotendeels beleefd door de aanwezigheid van rietkragen. De sloten wateren af op de Reef en de Gouw. Gelegen in het veld staan kleine windmolens die voor de bemaling zorgen.

Het bebouwingslint vormt een zachte begrenzing van de openheid die in het Westzijderveld en De Reef aanwezig is, door het afwisselende beeld van kleinschalige bebouwing met weg- en erfbeplantingen zoals hierboven staat beschreven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301_0002.png"

Het gebied is grotendeels in gebruik als agrarisch productiegebied en heeft grote waarde als weidevogelgebied. In het deel ten noorden van de Mallegatsloot vindt agrarisch natuurbeheer plaats waardoor naast de veenweide ruimte ontstaat voor riet en ruigte (beheerde moerasvegetaties).
De hoogspanningsmasten vormen een, in oostwestelijke richting lopende lijn, die het gebied doorkruist.

Vanuit het gebied zijn de windturbines langs het Noordzeekanaal, de kranen in de Amsterdamse haven, en de Hoogovens in IJmuiden duidelijk zichtbaar.
Ten noorden van Kerkbuurt Westzaan en het Weiver ligt het zogenaamde Euverenweggebied, een door bebouwing en infrastructuur afgesneden gebied met een hoge natuurwaarde. De watertoren vormt een herkenbaar element dat niet alleen vanuit dit gebied zichtbaar is, maar ook in de verre omgeving.


Guisveld
Het Guisveld is een open veenweidengebied met sterke ruimtelijke begrenzingen die gevormd worden door de stedelijke rand van Wormerveer (met spoorlijn) en Rooswijk, de verhoogd gelegen A8 en de N246 met begeleidende beplanting.
Er is vanuit het Guisveld weinig zicht op de overige open veengebieden. Het Guisveld is voornamelijk toegankelijk via de watergangen. Langs de zuidrand is in het talud van de A8 een fietspad aangelegd.

Centraal in het Guisveld ligt De Watering, een brede noordzuid gerichte watergang die belangrijk is voor de waterhuishouding van het gebied. Haaks daarop zijn de afwateringssloten gelegen, die het veengebied opdelen in smalle lange kavels. Langs de spoorlijn is het slotenpatroon geknikt ten opzichte van de rest. Dit komt doordat hier niet vanuit de Middel, maar vanaf de dijk langs de Zaan is ontgonnen.

Het waterrijke karakter is door de breedte en veelheid van de watergangen sterk aanwezig. In een relatief groot deel van het gebied is ruimte voor riet en ruigte. Daarnaast zijn er open delen met natte graslanden met weidevogels en de meer gesloten kernen met moerasvegetaties.

Ter hoogte van station Wormerveer zijn sportvelden met bijbehorende bebouwing aanwezig. Verder is alleen ruimtelijke massa aanwezig langs de Middel. Het gaat hier om een onderdeel van het bebouwingslint Westzaan, die in noordelijke richting doorloopt. De afstanden tussen de erven zijn groot, waardoor het lint een transparant en landelijk karakter heeft. Op een aantal plekken steekt de beplanting rond een kavel dwars op het lint het buitengebied in.


afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301_0003.jpg"

Het Guisveld gezien vanaf station Wormerveer

2.2.2 Bebouwingskarakteristieken


Het lint Middel-noord
De opdeling van de Middel in noord en zuid door de snelweg, valt samen met een onderscheid in de vorm van de kavels met bebouwing. Middel-noord is een smalle straat met weinig bebouwing, zodat er goed zicht is op het omringend land: bebouwing vormt de uitzondering in de openheid. De weg heeft een aantal nauwelijks merkbare verdraaiingen. Die zorgen er samen met de begroeide erven voor, dat de Middel niet in zijn geheel te overzien is, waardoor de blik nog sterker gericht wordt op het naastgelegen open landschap met weiden, riet en sloten. Langs de verharding ligt een strook gras zonder bomen. Er zijn geen parkeerhavens of andere verbredingen in de weg, wat de tegenstelling tussen de smalle openbare ruimte van de weg en de openheid rondom, nog verder vergroot. Langs de Middel staan boerderijen en plattelandshuizen van overwegend één laag met een steile kap en met hier en daar één of meer dakkapellen. De bebouwing staat met de voorgevel naar de weg. De erven langs de Middel-noord zijn ruim en groen. Langs de randen staan bomen en struiken, die het contrast met het weidse land rondom vergroten. De woningen hebben aan de straatzijde een tuin, afgescheiden door een heg en soms een hek. Naast het huis is een deel van het erf voorzien van grind of een eenvoudige verharding, waar wordt geparkeerd. Achter het huis, en soms er deels mee verbonden, staan bijgebouwen als schuren, hooibergen en stallen met licht hellende daken. Net als bij de hoofdgebouwen overheersen traditionele materialen en kleuren: rode baksteen, geschilderd of geteerd hout en daken met pannen. Daarmee gaan de gebouwen moeiteloos op in het Noord-Hollands veenweidelandschap:

De te onderscheiden typologieën zijn:

  • Agrarische bebouwing oud (stolpen, bebouwing rond 1900)
  • Vrijstaande woonhuizen (1 tot 2 lagen met kap)


Het lint Middel-Zuid
Het zuidelijk deel van de Middel (slechts het noordelijk deel daarvan is onderdeel van het plangebied) is minder landelijk dan het stuk ten noorden van de snelweg A8. Het is een vrijwel rechte straat, met aan de oostzijde dichte lintbebouwing met Zaanse houten huizen en geschakelde stenen woningen. Aan de westzijde is lintbebouwing met vrijstaande stenen woningen op niet al te brede kavels, met verderop een rij geschakelde huizen. Achter op de erven staan schuren en aanbouwen. Dat deel van de Middel heeft een meer dorps wegprofiel met aan beide zijden van de straat een trottoir.

De te onderscheiden typologieën zijn:

  • Vrijstaande woonhuizen (1 tot 2 lagen met kap)
  • Geschakelde woningen (1 tot 2 lage met kap)
  • Boerderijen (stolpen)
  • Kapbergen en pannenkapbergen
  • Molens


Open gebied
In het veenweidegebied liggen verspreid enkele molens, opstallen in de vorm van enkele schuilhutten/opslag en een uitkijktoren.

In Bijlage 7 Bebouwingstypologie zijn de typologieën nader uitgewerkt.