Plan: | Landelijk gebied Westzaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301 |
Het college van burgemeester en wethouders heeft in 2007 het "Actualiseringplan bestemmingsplannen 2007-2016" vastgesteld. De bedoeling hiervan is om in het licht van de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening te komen tot een dekkend netwerk van actuele, meer toekomstgerichte bestemmingsplannen.
In het plangebied Landelijk Gebied Westzaan gelden verschillende planologische regelingen, waaronder een aantal oude bestemmingsplannen. Het is daarom nodig om een nieuw bestemmingsplan op te stellen dat is afgestemd op de huidige situatie in het plangebied, de huidige beleidskaders en op de ontwikkelingen in de komende 10 jaar.
Het bestemmingsplangebied Landelijk gebied Westzaan is een bestaand agrarisch gebied dat grotendeels gesitueerd is in de polder Westzaan. Het gebied heeft grotendeels de status van Natura 2000 gebied, en is daarmee op Europees niveau beschermd. Een belangrijk uitgangspunt van het bestemmingsplan is dat de doelstellingen van Natura 2000, voor zover planologisch relevant, worden geborgd in het bestemmingsplan.
Voor de instandhouding van het gebied zijn de agrarische bedrijven van groot belang. Doel van het bestemmingsplan is daarom om de agrarische functie te behouden en, zo mogelijk, te versterken, en om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. De intentie is om zowel de karakteristieke kwaliteiten van de natuur en het landschap in Zaanstad, als ook de sociaaleconomische vitaliteit te behouden en te versterken. Daarom moet een goede balans gevonden worden tussen omgevingskwaliteit, ecologie, economie en leefbaarheid. Dit bestemmingsplan biedt de uitgangspunten en richtlijnen voor die balans.
Het plan geeft aan waar rekening mee moet worden gehouden. Het gaat dan om de inpassing in en verbetering van de omgevingskwaliteit, oftewel natuur en landschap, maar ook om de cultuurhistorie. Uitgangspunt is het voorkomen van verrommeling van het landschap; functies en bebouwing die geen relatie hebben met het karakter van het gebied.
Naast agrarische percelen, weilanden en (moeras-)natuur, bevinden zich in het plangebied ook woningen, sportparken, een ijsbaan, een begraafplaats, molens, niet-agrarische bedrijven en een voormalig bedrijventerrein. Het bestemmingsplan reageert op en stelt ruimtelijke kaders aan die functies en aan nieuwe initiatieven.
Het bestemmingsplan heeft evenwel slechts een beperkte reikwijdte: het kan ontwikkelingen mogelijk maken, het kan aangeven hoe die ontwikkelingen gerealiseerd kunnen worden, het kan zaken beschermen en het kan fungeren als communicatiemiddel. Het kan evenwel geen ontwikkelingen afdwingen.
Tegelijkertijd met de ontwikkeling van het bestemmingsplan worden zo nodig uitgangspunten geformuleerd voor de beeldkwaliteit. Waar nodig worden deze opgenomen in de Welstandsnota. Aanvragen voor een omgevingsvergunning kunnen daaraan getoetst worden.