direct naar inhoud van Artikel 29 Algemene aanduidingsregels
Plan: Landelijk gebied Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3761BP-0301

Artikel 29 Algemene aanduidingsregels

29.1 Beschermd dorpsgezicht - Westzaan
29.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'Beschermd dorpsgezicht - Westzaan' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het beschermen van cultuurhistorische waarden.

29.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen geldt binnen de begrenzing van de gebieden met de aanduiding 'Beschermd dorpsgezicht - Westzaan' -aanvullend op danwel in afwijking van de planregels bij de desbetreffende bestemmingen- de volgende algemene bepaling dat de dakvorm en de nokrichting van de hoofdgebouwen in overeenstemming dienen te zijn met het kappenplan (bijlage Bijlage 1 Kappenplan Westzaan).

29.1.3 Nadere eisen

Bij omgevingsvergunning kan binnen de begrenzing van de gebieden met de aanduiding '29.1 Beschermd dorpsgezicht - Westzaan' met het oog op de handhaving en de versterking van de cultuurhistorische waarden en met het oog op het behoud van zichtlijnen -aanvullend op danwel in afwijking van de planregels bij de desbetreffende bestemmingen- nadere eisen gesteld worden aan:

  • a. de situering van bijbehorende bouwwerken ten opzichte van het hoofdgebouw;
  • b. de afmetingen van erfafscheidingen, bijbehorende bouwwerken;
  • c. de situering en afmetingen van steigers;
  • d. de gevelindeling;
  • e. de dakhelling;
  • f. het soort van de te gebruiken materialen;
  • g. de kleur van de te gebruiken materialen.
29.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • I. Algemeen

Het is - aanvullend op danwel in afwijking van de planregels bij de desbetreffende bestemmingen - verboden op of in de gronden binnen de begrenzing van de gebieden met de aanduiding 'Beschermd dorpsgezicht - Westzaan' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen en/of verharden van paden;
  • c. het aanbrengen en/of wijzigen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en opgaande beplanting;
  • e. het graven of dempen van waterlopen en/of waterpartijen;
  • f. verbreden of verdiepen van plassen, sloten of andere watergangen;
  • g. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen;
  • h. het verwijderen van bomen, houtgewas, bodemvegetaties, riet en andere oevervegetatie;
  • i. het verwijderen en/of aanbrengen van oeverbeschoeiingen of aanleggelegenheden;
  • j. het verwijderen van hekken.

  • II. Uitzondering

Het in het lid 29.1.4 onder I vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud of beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn of aanwezig zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • d. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen.

  • III. Voorwaarden

De in lid 29.1.4 onder I genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden.

29.2 Geluidzone - industrie 1

Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie 1' is gelegen de geluidzone van Industrieterrein Assendelft (Forbo), vastgesteld op 16 januari 1990 bij Koninklijk Besluit , welke gronden mede bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

29.3 Geluidzone - industrie 2

Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie 2 is gelegen de geluidzone ' geluidzone Bedrijvenpark Westzanerpolder', zoals vastgesteld bij Koepelbestemmingsplan bedrijvenpark Westzanerpolder op 27 juni 2002, welke gronden mede bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

29.4 Geluidzone - industrie 3

Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie 3' is gelegen de geluidzone van 'Westelijk Havengebied industrieterrein Westpoort' te Amsterdam, vastgesteld op 23 juni 1993 bij Koninklijk Besluit, welke gronden mede bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

29.5 Luchtvaartverkeerzone - 2

Ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 2' geldt een beperkingengebied van de Luchthaven Schiphol. Voor Zaanstad bedraagt deze hoogtebeperking maximaal 150 m.

29.6 Vrijwaringszone - molenbiotoop
29.6.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het beschermen van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en van zijn waarde als landschapsbepalend element.

29.6.2 Bouwregels
  • a. Binnen de in lid 29.6.1 bedoelde zone van 300 m gelden in afwijking van de onderliggende regels de volgende maximale hoogtematen, welke worden berekend met behulp van de volgende formule: H = X/n + c x z , waarin:

H(x) = maximale toelaatbare hoogte van een obstakel op afstand x (in meters)
X = afstand van een obstakel tot de molen (in meters);
n = een constante, afhankelijk van de ruwheid van de omgeving en de maximaal toelaatbare windreductie. Hiervoor worden de volgende waarden gebruikt: 140 voor open, 75 voor ruw en 50 voor gesloten gebied;
c = een constante, afhankelijk van de maximaal toelaatbare windreductie, gewoonlijk met de waarde 0,2;
z = askophoogte (helft van lengte gevlucht + eventueel de hoogte van de belt, berg of stelling)

Toelichting van de ruwheidsconstanten:

De drie ruwheidscategorieën zijn als volgt.

Open: Vlak land met alleen oppervlakkige begroeiing (gras) en soms geringe obstakels. Bijvoorbeeld startbanen, weiland zonder windsingels, braakliggend bouwland.

Ruw: Bouwland met afwisselend hoge en lage gewassen. Grote obstakels (rijen bebladerde bomen, lage boomgaarden enzovoort) met onderlinge afstanden van omstreeks tien tot vijftien maal hun hoogte. Wijngaarden, maisvelden en dergelijke

Gesloten: Bodem regelmatig en volledig bedekt met vrij grote obstakels, met tussengelegen ruimten niet groter dan enkele malen de hoogte van de obstakels. Bijvoorbeeld bossen en lage bebouwing.

  • b. Deze regels zijn niet van toepassing op bestaande bouwwerken ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan.
29.6.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.6.1 teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan als een gebouw bepaalde bijbehorende bouwwerken vereist mits:

  • a. de hoogte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan 3 m ten opzichte van de toegestane bouwhoogte;
  • b. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan 50 m² per gebouw;
  • c. de vergunning wordt slechts verleend nadat een terzake deskundige instantie om advies is gevraagd;
  • d. voor het gebruik als bedoeld in lid 29.6.2 voorzover met windtunnelonderzoek kan worden aangetoond dat geen aantasting van de windvang optreedt. Voordat de afwijking wordt verleend, wordt advies ingewonnen bij de molenbeheerder. De afwijking wordt alleen opgenomen wanneer de windtunnelmethode niet reeds bij de totstandkoming van het bestemmingsplan is gebruikt.
  • e. het functioneren van de molen, alsmede diens landschappelijke waarde niet onevenredig mogen worden aangetast.
29.6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Binnen de in lid 29.6.1 bedoelde zone is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het ophogen van gronden;
  • 2. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting.

De in lid 29.6.1 vervatte regel mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan:

  • 1. het huidige en het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, en
  • 2. de waarde van de molen als landschapselement;

en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee gehoord wordt de molenbeheerder.

Het in lid 29.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

  • 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen vergunning was vereist;
  • 2. reeds mogen worden uitgevoerd of uitgevoerd worden krachtens een verleende vergunning.
29.7 Natura 2000
29.7.1 Aanduidingsomschrijving N2000

De voor 'wetgevingszone-Natura 2000' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen (primaire bestemming) bestemd voor:

  • a. de instandhouding van Natura 2000 gebied "Polder Westzaan" (als bedoeld in het (ontwerp) aanwijzingsbesluit Polder Westzaan) van de navolgende kwalificerende soorten en natuurlijke habitattypen:

Kwalificerende soorten   Natuurlijke habitattypen  
H1134 Bittervoorn
H1149 Kleine modderkruiper
H1318 Meervleermuis
H1340 Noordse woelmuis (prioritair)
A021 Roerdomp
A292 Snor



 
H1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae)

H4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix

H6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones

H7140 Overgangs- en trilvenen
 

  • b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke waarden en/of natuurwaarden.
29.7.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de bouwregels bij de andere in het plan opgenomen bestemmingen geldt dat slechts gebouwd mag worden indien geen sprake is van significant negatieve en/of negatieve effecten als bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998 op de in lid 29.7.1 genoemde kwalificerende soorten en natuurlijke habitattypen.

29.7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is, al dan niet in afwijking van het bepaalde ingevolge de basisbestemming(en), verboden zonder een schriftelijke vergunning van het bevoegde gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren, mits geen geen sprake is van significant negatieve en/of negatieve effecten als bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998 op de in lid 29.7.1 genoemde kwalificerende vogelsoorten en kwalificerende habitattypen/-soorten:

  • a. het verzetten of vergraven van grond van meer dan 100 m³ per perceel of op een diepte van meer dan 0,60 m beneden maaiveld;
  • b. de aanleg van drainage ongeachte de diepte, tenzij het gaat om vervanging van een al bestaande drainage;
  • c. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
  • d. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling.
29.8 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' zijn burgemeester en wethouders bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, in geval van gehele bedrijfsbeëindiging van Middel 136, de bestemming ''Bedrijf te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van het volgende:

  • a. het aantal woningen per bouwperceel mag ten hoogste 1 bedragen;
  • b. de inhoud van de woning inclusief aanbouwen mag ten hoogste 750 m3 bedragen;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 9 m en de maximale goothoogte bedraagt 3,5 m;
  • d. de woning dient gebouwd te worden op een afstand van 15 m tot de gronden met de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied en dient aan de zijde van de A8 te worden voorzien van en scheidingscontsructie die niet als gevel in de zin van de Wet geluidhinder wordt aangemerkt;
  • e. voor de overige regels wordt verwezen naar artikel Wonen.
29.9 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' zijn burgemeester en wethouders bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, in geval van herontwikkeling van het perceel van voormalig Pontmeyerterrein (Westzanerwerf), de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', indien wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a. een aantoonbaar goed woon- en leefklimaat;
  • b. een duidelijke begrenzing van de locatie in het landelijke gebied, door middel van afkadering met waterlopen een goede aansluiting op het bebouwingslint van Westzaan, waarbij de autonomie daarvan in stand blijftaansluiten bij maat en schaal van de omringende (woon) bebouwing, ook wat betreft typologie en het gedifferentieerde bebouwingsbeeld
  • c. optimalisering van het zicht op het open landschap, d.m.v. openheid in de verkaveling en het realiseren van zichtlijnen naar het achterlandaansluiting op de onderliggende verkavelingsstructuur van het slagenlandschap;
  • d. overwegend grondgebonden woningen. Mits goed ingepast in het plan is een klein aandeel gestapelde woningbouw mogelijk;
  • e. woningen dienen te worden voorzien van een kap. De maximale goothoogte bedraagt hierbij 6 meter en de maximale bouwhoogte bedraagt 11 meter;
  • f. bij gestapelde woningbouw mag een maximale goothoogte van 9 meter worden gerealiseerd mits wordt voldaan aan de voorwaarden onder b en c;
  • g. voor het overige wordt verwezen naar artikel 18 van de regels (Wonen).
29.10 Wro-zone - wijzigingsgebied 3

Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 3' zijn burgemeester en wethouders bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, de bestemming 'Agrarisch met waarden' te wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van natuur. Hierbij gelden de voorwaarden zoals bedoeld in lid 3.6.4 onder c.