Plan: | Oud Koog & Rooswijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3753BP-0309 |
Gezien de grote verschillen waar het gaat om ontstaansgeschiedenis en stedenbouwkundige structuur worden de buurten Oud Koog en Rooswijk apart beschreven in de paragrafen 2.1, 2.2en 2.4. In de daarop volgende paragrafen van dit hoofdstuk en het bestemmingsplan wordt verder geen onderscheid gemaakt tussen de buurten Oud Koog en Rooswijk aangezien dit voor het bestemmingsplan niet noodzakelijk en relevant is.
Het huidige landschap heeft zijn vorm gekregen door een gelijktijdig proces van veenvorming, zee-invloeden en invloeden vanuit rivierstromen. Het proces van natuurlijke landschapsvorming heeft tot ongeveer 1.000 na Christus geduurd. De Zaan is een erfenis uit deze periode.
Rond het jaar 1.000 begon men het natte veenweidegebied, dat ontstaan was in de luwte van duinen en strandwallen, te ontginnen. Er werden sloten gegraven voor turfwinning en afvoer van het water. Het verkregen land werd gebruikt voor akkerbouw. Er ontstond een slotenpatroon dat tot op de dag van vandaag in het plangebied terug te vinden en te herkennen is in het plangebied.
Om het land te beschermen tegen overtollig water werden in de 13de of 14de eeuw dijken gebouwd langs omliggende wateren, waaronder de Zaan. Langs deze dijk werd toen niet gewoond. Koog aan de Zaan ontstond nadat de dammen aan de westoever van de Zaan in de 15de eeuw waren verbeterd. De oudste bebouwing lag aan de dijk langs de Zaan, ter hoogte van de sluis waar nu de Kogersluisstraat ligt. Oud Koog is ontstaan in de 16de eeuw.
In de 17de eeuw groeide de bevolking zodanig dat de hele dijk was volgebouwd met woningen. In het veld achter de dijk verrezen molens, voornamelijk houtzaag-, olie,- pel- en papiermolens. Paden vanaf de dijk gaven toegang tot de molens. Om de steeds groeiende bevolking te kunnen huisvesten bouwde men ook huizen langs de molenpaden. De Hoogstraat, de Lagendijk, de Raadhuisstraat en het Zuideinde zijn onderdelen van de oude bedijkingen met haaks daarop de voornoemde molenpaden die ontginning van de achterliggende gronden mogelijk maakten. De zo ontstane kamstructuur is nog steeds leesbaar in de loop van de wegen en de manier van verkavelen van de verschillende latere bebouwingen.
Koog aan de Zaan werd na 1811 een zelfstandige gemeente, daarvoor maakte het onderdeel uit van de banne Westzaan. De banne Westzaan is een rechtsgebied dat zich westelijk van de Zaan uitstrekte, van Zaandam tot West Knollendam. Deze banne werd formeel tot 1811 vanuit Westzaan bestuurd. Daar berustte het gezag. In de 18de eeuw raakte het sterk geïndustrialiseerd. Kort voor de Tweede Wereldoorlog werkte 70% van de plaatselijke bevolking in een fabriek.
In 1957 werd besloten dat Koog aan de Zaan een goede plek was voor het doortrekken van de ringweg rond Amsterdam. Een aantal sportverenigingen, enkele huizen en een kleuterschooltje moest hiervoor wijken. Sindsdien doorsnijdt de rijksweg A8 de doorgaande Zaanstructuur en knipt het lint van Koog aan de Zaan in tweeën.
Vele richtingen komen samen in dit gedeelte waar oud en nieuw elkaar ontmoeten. Aan het begin van de 21ste eeuw heeft het gebied onder de A8 een enorme facelift gekregen onder de projectnaam A8ernA. A8ernA is een geslaagde poging om de verbinding tussen de beide zijden langs de A8 te herstellen en het gebied eronder te activeren.
Koog aan de Zaan ligt aan de zuidzijde tegen Zaandam aan en in het noorden tegen Zaandijk, ten oosten ligt de rivier de Zaan. Tegenwoordig valt het uiteen in twee gedeeltes: Oud Koog en Westerkoog. Het station van Koog aan de Zaan is Koog Bloemwijk en ligt precies tussen Oud Koog en Westerkoog. Oud Koog wordt gekenmerkt door de historisch gegroeide oude kern van Koog aan de Zaan, met een vermenging van wonen en werken.
In 1494 kreeg Heyndrick Pietersz, bijgenaamd Oud-Hein, vergunning een woning op de lage dijk langs de Zaan te bouwen. Na verloop van tijd werden er meer huisjes en huizen gebouwd, het werd een buurtschapje, een gehucht en op den duur een dorp. Zo ontstond Zaandijk, een van de weinige gemeenten waarvan de stichting tot op de dag nauwkeurig bekend kon blijven. Evenals het Koog aan de Zaan maakte Zaandijk deel uit van de banne Westzaan.
Zaandijk telde opvallend veel molens. In niet minder dan 13 molens werd papier vervaardigd. De papiermakerij was van groot belang voor Zaandijk, en er werden bovendien zulke hoogwaardige producten gemaakt dat de Zaandijkse watermerken tot ver over de grens werden nagebootst. Het handgeschepte ‘Hollands druk en schrijf' had grote faam. Deze tak van nijverheid heeft welvaart aan het dorp gebracht. Er waren trouwens ook andersoortige bedrijven, zoals olie-, pel- en volmolens waarin lakens met behulp van vele stampers en onder toevoeging van urine werd ‘gevold’ (dichter en sterker gemaakt). Later kwamen er ook cacao- en cacao-afvalmolens. Tot op de dag van vandaag is Zaandijk met de cacaobereiding verweven (Cacao de Zaan).
Rooswijk is de grootste (nieuwbouw)uitbreiding van Zaandijk. De ontstaansgeschiedenis van de wijk kenmerkt zich door stapsgewijze toevoegingen aan het woningbestand in noordelijke richting. De eerste bouwplannen voor 'over het spoor' dateren van voor 1930. In de jaren ‘60 en ‘70 kwam er een flinke uitbreiding van Rooswijk tot stand en in de jaren '90 zijn er in drie bouwfasen nog zo’n 1300 woningen in het ‘Guisveld’ aan deze wijk toegevoegd.
Door de gefaseerde bouw onderscheiden de buurten uit de jaren ´30, ´70, ´80 en ´90 van de vorige eeuw zich duidelijk van elkaar. De structuur van Rooswijk wordt nog steeds bepaald door het slagenlandschap, dat ten westen van de wijk nog goed te zien is met haar afwateringssloten. De meest oorspronkelijke lijn in dit gebied is de Guisweg, een verbinding tussen oost en west.