Plan: | Buitengebied 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0463.BPLG2009-va01 |
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - bezoekerscentrum' zijn de in lid 6.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een maatschappelijke en educatieve functie in de vorm van een bezoekerscentrum.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn de in lid 6.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een al dan niet verhard parkeerterrein.
Ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' zijn de in lid 6.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een antennemast en bijbehorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' zijn de in lid 6.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een camping met bijbehorende gebouwen, voorzieningen, wegen, paden en water.
Ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats' zijn in lid 6.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een laad- en of losplaats.
Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' gelden de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' gelden de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats' gelden de volgende bouwregels:
Voorzieningen, waaronder mede begrepen parkeerplaatsen, ten behoeve van dagrecreatie als bedoeld in lid 6.1.1 mogen een gezamenlijke grondoppervlakte van ten hoogste 250 m2hebben, waarbij de gronden binnen de aanduiding 'parkeerterrein' niet worden meegerekend.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 6.1 de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 6.4.1 onder a tot en met f wordt uitsluitend verleend indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke of cultuurhistorische waarde dan wel de waterstaatkundige belangen van de gronden.
Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 6.4.1 onder a tot en met d advies in bij de waterbeheerder.