direct naar inhoud van 4.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Wonen Noord en Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BPwonennoordcentru-VS01

4.3 Provinciaal en regionaal beleid

4.3.1 Provinciale structuurvisie (2010)

De provincie Noord-Holland heeft haar plannen, toekomstbeelden en ambities voor de komende 3 decennia vastgelegd in de structuurvisie 2040 dat is vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 16 februari 2010:

  • toekomstbestendig en duurzaam bouwen;
  • aandacht voor de ruimte buiten de woongebieden;
  • leefgebieden worden belangrijker;
  • de combinatie van wonen, economie en landschap vormen meer een drie-eenheid dan voorheen.

Door te kiezen voor hoogstedelijke milieus en beperkte uitleg van bedrijventerreinen, houdt de provincie Noord-Holland het landelijk gebied open en dichtbij. Door voorzichtig om te gaan met uitleg buiten bestaande kernen, speelt ze in op de bevolkingskrimp op langere termijn. Door in te zetten op het op eigen grondgebied realiseren van duurzame energie draagt ze actief bij aan de CO2-reductie. Door versterking van de waterkeringen en het aanleggen van calamiteitenbergingen houdt ze de voeten droog. En door het landelijk gebied te ontwikkelen vanuit de kenmerken van Noord-Hollandse landschappen en de bodemfysieke kwaliteiten blijft de provincie bijzonder en aantrekkelijk om in te wonen, in te werken en te bezoeken.

In Noord-Holland-Zuid, waar Uitgeest deel van uitmaakt, is de prognose dat voor 2040 circa 35.000 woningen nodig zijn. Bebouwing dient zoveel mogelijk plaats te vinden binnen het bestaand bebouwd gebied (BBG-zone). Er wordt onderscheid gemaakt tussen gebieden met een overspannen en een ontspannen woningmarkt. Daar waar sprake is van een overspannen woningmarkt moet er zorgvuldig omgegaan worden met het stedelijk en landelijk gebied. Bij een ontspannen woningmarkt is er meer ruimte voor herstructurering en transformatie binnen het bestaand bebouwd gebied. In de structuurvisie wordt Uitgeest omschreven als een kleine kern in het buitengebied. Het plangebied valt voor het grootste gedeelte binnen de 'BBG-zone': Bestaand Bebouwd Gebied waarbinnen optimaal gebruik van dit gebied bereikt kan worden door binnenstedelijke bouwen, verdichting en verdichten rondom OV-knooppunten. Rondom dit OV-knooppunt liggen kansen om te verdichten en stedelijke functies te ontwikkelen waardoor landelijke gebieden worden gespaard, de kwaliteit van de omgeving verbetert en de benutting van het OV wordt gestimuleerd.

4.3.2 Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord Holland (2009)

In de op 15 december 2008 vastgestelde Provinciale verordening Noord-Holland 2009 is het streekplan beleidsneutraal doorgevoerd. De verordening richt zich voornamelijk op de inhoud van bestemmingsplannen. Het gaat hierbij niet alleen om de juridische inhoud, maar ook om de inhoud van de toelichting. De provinciale verordening heeft voornamelijk betrekking op bestemmingsplannen die nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken. In het plangebied komen geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen voor, maar worden alleen vigerende rechten overgenomen. Voor het plangebied gelden diverse regels uit de verordening.

Het plangebied is gelegen in gebied dat in de verordening is aangewezen als Bestaand bebouwd gebied (BBG). De verordening geeft aan dat nieuwe woningbouw en/of overige vormen van verstedelijking niet mogen plaatsvinden in het landelijk gebied. Wel kan middels een ontheffing worden gebouwd buiten het bestaand bebouwd gebied. Dit bestemmingsplan maakt alleen de herontwikkeling van het sportpark De Koog mogelijk dat gelegen is in het bestaand bebouwd gebied, en valt daarmee in de verordening.

Voor het gehele plangebied geldt dat daar waar gecombineerde landbouw wordt toegepast (bijvoorbeeld landbouw als landschapbeheerder, een combinatie van waterbeheer en natuur, recreatie, educatie, kleinschalige productie, zorgboerderijen etc.) voor deze gebieden een maximale grootte van de bouwpercelen van 2 ha geldt. Dit om de kwetsbaarheid van het landschap te beschermen. Alleen aan de oostrand van het plangebied bevinden zich agrarische percelen welke niet groter zijn dan toegestaan in de verordening.

Een kleine strook aan de westzijde van het plangebied is in de verordening aangewezen als aardkundig waardevol gebied. Omdat er in deze zone geen nieuwe ontwikkelingen binnen de bestemmingsplanperiode zijn gepland, zullen de aardkundige waarden beschermd blijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0450.BPwonennoordcentru-VS01_0005.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0450.BPwonennoordcentru-VS01_0006.png"  
Bestaand Bebouwd Gebied   Landbouwgebieden: gebied voor gecombineerde landbouw  

afbeelding "i_NL.IMRO.0450.BPwonennoordcentru-VS01_0007.png"  
Aardkundig waardevol gebied