direct naar inhoud van 5.6 Luchtkwaliteit
Plan: HMS-terrein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BPHMSterrein-VS01

5.6 Luchtkwaliteit

Beoogde ontwikkelingen

In het plangebied worden nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Dit zijn functies die extra verkeer aantrekken. Tevens wordt de N203 ten behoeve van de woningbouwontwikkeling gedeeltelijk verlegd. Deze weg komt in de toekomstige situatie verder van de bestaande woningen af te liggen.

Beleid/normstelling

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang.

De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.1 weergegeven5. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 5.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   48 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  

1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007)

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10;
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij 1 ontsluitingsweg of 3.000 woningen bij 2 ontsluitingswegen.

Onderzoek/conclusie

Op basis van het Besluit nibm hoeft de woningbouwontwikkeling die mogelijk wordt gemaakt met het voorliggende bestemmingsplan niet te worden getoetst aan de eisen uit de Wlk. Het plan draagt niet in betekenende mate bij aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen langs de ontsluitende wegen.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient aandacht te worden besteed aan de luchtkwaliteit ter plaatse van de geprojecteerde woningen. In het verleden is onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit in de huidige situatie en de beoogde situatie6 (zie bijlage 4). Uit het onderzoek blijkt dat volgens de geldende reken- en meetvoorschriften zowel in de huidige/autonome situatie als in de situatie na realisatie van de beoogde ontwikkelingen voldaan wordt aan alle grenswaarden7. Uit de onderzoeksresultaten blijkt overigens dat de luchtkwaliteit in de beschouwde jaren 2010 en 2015 duidelijk verbetert ten opzichte van de onderzochte situatie 2007. Dit is met name het gevolg van verbeterde technieken (schonere motoren) en maatregelen die op landelijk niveau worden genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Hoewel het onderzoek enigszins verouderd is, staat deze conclusie nog steeds. Dit wordt bevestigd door de gegevens die beschikbaar zijn via de saneringstool (www.saneringstool.nl). Uit deze gegevens blijkt dat langs de A9, een maatgevende weg die in de directe omgeving van het plangebied ligt, de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof onder de grenswaarden uit de Wlk liggen. In 2011 bedraagt de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide hier namelijk 28 µg/m3. In datzelfde jaar bedraagt de jaargemiddelde concentratie fijn stof hier 25 µg/m3. Aangezien direct langs de weg aan de grenswaarden uit de Wlk wordt voldaan, zal dit ter plaatse van het plangebied ook het geval zijn. Concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate de locatie verder van de weg af ligt.

De Wlk staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.