Plan: | HMS-terrein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0450.BPHMSterrein-VS01 |
De provincie Noord-Holland heeft haar plannen, toekomstbeelden en ambities voor de komende 3 decennia vastgelegd in de (ontwerp)structuurvisie 2040:
Door te kiezen voor hoogstedelijke milieus en beperkte uitleg van bedrijventerreinen, houdt de provincie Noord-Holland het landelijk gebied open en dichtbij. Door voorzichtig om te gaan met uitleg buiten bestaande kernen, speelt ze in op de bevolkingskrimp op langere termijn. Door in te zetten op het op eigen grondgebied realiseren van duurzame energie draagt ze actief bij aan de CO2-reductie. Door versterking van de waterkeringen en het aanleggen van calamiteitenbergingen houdt ze de voeten droog. En door het landelijk gebied te ontwikkelen vanuit de kenmerken van Noord-Hollandse landschappen en de bodemfysieke kwaliteiten blijft de provincie bijzonder en aantrekkelijk om in te wonen, in te werken en te bezoeken.
In Noord-Holland-noord, waar Uitgeest deel van uitmaakt, is de prognose dat voor 2040 circa 35.000 woningen nodig zijn. Bebouwing dient zoveel mogelijk plaats te vinden binnen de BBG-zones (Bestaand Bebouwd Gebied). Er wordt onderscheidt gemaakt tussen gebieden met een overspannen en een ontspannen woningmarkt. Daar waar sprake is van een overspannen woningmarkt moet er zorgvuldig omgegaan worden met het stedelijk en landelijk gebied. Bij een ontspannen woningmarkt is er meer ruimte voor herstructurering en transformatie binnen het bestaand bebouwd gebied.
In de structuurvisie wordt Uitgeest omschreven als een kleine kern in het buitengebied. Het grootste gedeelte van het plangebied valt binnen de BBG-zone (voorheen de rode contour). De ontwikkelingen op het HMS-terrein passen daarmee binnen het beleid van de provincie om binnen bestaand bebouwd gebied niet-woonfuncties te transformeren tot woonfuncties.
Op de kaart behorend bij de Structuurvisie, is het gebied rondom het station, waartoe ook het plangebied behoort, aangeduid als 'Verdichten rond OV-Knooppunten'. Het provinciaal beleid is erop gericht degelijke gebieden te verdichten en te ontwikkelen. Door de ruimte rond OV-knooppunten beter te benutten voor wonen en andere stedelijke functies, worden landelijke gebieden gespaard, verbetert de kwaliteit van de omgeving en wordt de benutting van het openbaar vervoer gestimuleerd. De ontwikkeling die middels dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt wordt, sluit aan bij dit beleid.
Uitsnede kaart Provinciale structuurvisie
In de provinciale verordening Noord-Holland 2009 is het streekplan beleidsneutraal doorgevoerd. De verordening richt zich voornamelijk op de inhoud van bestemmingsplannen. Het gaat hierbij niet alleen om de juridische inhoud, maar ook om de inhoud van de toelichting. Voor woningbouw geldt dat in het bestemmingsplan een beschrijving moet komen over de afspraken met de regiogemeenten.
In het bestemmingsplan is een overzicht hiervan gegeven in paragraaf 2.3 en paragraaf 4.4.
Op de kaart behorende bij de Provinciale Ruimtelijke Verordening is het Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) aangegeven. Het grootste deel van het plangebied valt hierbinnen. Een klein deel valt binnen het landelijk gebied. De verordening geeft aan dat een bestemmingsplan niet mag voorzien in de ontwikkeling van nieuwe woningbouw in het landelijk gebied.
In haar brief van 12 januari 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Holland ingestemd met een geringe verlegging van de contour van het BBG (voorheen de rode contour), zodat deze op de noordzijde van het bestaande N203-tracé komt te liggen. Deze verlegging gaat niet ten koste van bestaand landelijk gebied. Met deze aanpassing valt de gehele ontwikkeling binnen het BBG.
Uitsnede kaart Provinciale verordening