Artikel 28 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' de bestemmingen 'Agrarisch - Cultuurgrond' en 'Bedrijf' worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 3' met de daarbijbehorende aanduidingen, mits:
-
1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 18 van toepassing zijn;
-
2. er maximaal 5 woningen worden gerealiseerd;
-
3. het parkeren plaats vindt op het eigen erf;
-
4. de verkaveling en de situering van de gebouwen zodanig is, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
-
5. er sprake is van een goede landschappelijke, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;
-
6. de mogelijke toename van woningen in overeenstemming is met het op het moment van wijziging geldende gemeentelijke en provinciale woningbouwbeleid;
-
7. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
-
8. een positief wateradvies is gegeven door het waterschap.
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 7' de bestemming van 'Groen' kan worden gewijzigd in de bestemming 'Maatschappelijk' en het bouwvlak kan worden vergroot, mits:
-
1. een positief wateradvies is gegeven door het waterschap;
-
2. de goothoogte ten hoogste 4,00 m bedraagt;
-
3. de bouwhoogte ten hoogste 7,00 m bedraagt.