Plan: | Binnenstad 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BPBS2010-VS03 |
Purmerend is het koopcentrum voor Purmerend en omgeving en kan worden getypeerd als een regionaal centrum. De binnenstad is de plaats waar publiekaantrekkende detailhandel, horeca, cultuur, kleinschalige en grootschalige vermaakelementen thuis horen. In de hiërarchie van de detailhandelvoorzieningen in Purmerend neemt de binnenstad een bijzondere en prominentie positie in. In de binnenstad zijn de belangrijkste functies gebundeld en geconcentreerd, met het accent op winkels (non-food), horeca en cultuur.
In deze paragraaf wordt verder ingegaan op de detailhandel binnen het plangebied.
Ruim 37.5% van het winkelaanbod van Purmerend is gevestigd in de binnenstad. Het winkelaanbod beslaat een oppervlakte van circa 42.040 m2 wvo verspreid over circa 279 verkooppunten in het plangebied. Dit ligt lager dan het aanbod dat gemiddeld aanwezig is in centra met vergelijkbaar inwonertal (ca. 53.000 m2 wvo). In de binnenstad ligt een sterk accent op de niet-dagelijkse artikelensector. De verhouding dagelijks / niet-dagelijks is 8% / 92% (landelijk 13% / 87%).
De mate van concentratie van het aanbod in de binnenstad is ten opzichte van het totale aanbod in de dagelijkse sector 12% en niet dagelijkse sector 47%. In de meeste hoofdbranchegroepen in de niet dagelijkse artikelensector, de warenhuisbranche en mode, heeft de binnenstad minder meters dan gemiddeld.
Dagelijkse artikelen
Het aantal winkels in dagelijkse artikelen in het plangebied bedraagt 24 en beslaat in omvang circa 3.455 m2 wvo. Het gaat hierbij om levensmiddelen en persoonlijke verzorging. Er is geen supermarktaanbod in het plangebied. De supermarkten bevinden zich in de gebieden grenzend aan het plangebied. Wel zijn er diverse (vers)speciaalzaken in het plangebied.
De binnenstad bindt een relatief beperkt aandeel (10%) van de koopkracht, corresponderend met het aanbod in de flanken. Deze koopkracht is vooral afkomstig van de 'eigen bewoners' van het centrumgebied. Inwoners van Purmerend doen vooral boodschappen bij het 'eigen' aanbod in de wijk. De nabijheid van de winkels is - zoals overal - een belangrijke factor.
Niet-dagelijkse artikelen
Het aantal winkels in niet dagelijkse artikelen in het plangebied bedraagt 243 en beslaat een omvang van circa 38.585 m2 wvo. De binnenstad manifesteert zich uiteraard als het koopcentrum van Purmerend en haar regio, vanwege het daar aanwezige aanbod.
De detailhandelstructuurvisie Purmerend 2002 - 2007 en daaropvolgend de nota detailhandel 2007-2011 beschrijven de visie waarmee de gemeente het bestaande winkelaanbod wil behouden en versterken tot een hoogwaardig winkelgebied, zowel kwalitatief als kwantitatief. Daarnaast vormt het een toetsingskader waaraan bestaande en toekomstige initiatieven van marktpartijen worden getoetst. In 2010 wordt de detailhandelsvisie voor de binnenstad herzien.
De historische kwaliteiten, de compactheid, het gemoderniseerde voetgangersgebied en de reeds aanwezige functies vormen de basis voor de gewenste kwaliteitssprong tot hoogwaardig winkelgebied. Om het functioneren van het centrum te verbeteren en de functie als regionaal centrum te versterken worden m.n. de aspecten horeca (zie paragraaf 4.4) en winkelaanbod als kansen benoemd.
Om de doorloop door de binnenstad te bevorderen, is het wenselijk een extra winkelzwaartepunt ten opzichte van het WEC te creëren met bijbehorende verkeersvoorzieningen en dat goed bereikbaar is.
Binnen het centrum is uitbreiding van het winkelaanbod gewenst. De nota detailhandel 2007-2011 gaat uit van een uitbreidingsruimte binnen de detailhandel van circa 10.000 m2 wvo door in te zetten op stimulering stadsvernieuwing in het kader van 'wonen boven winkels' en deels door een efficiënter ruimtegebruik. In het bestemmingsplan wordt de maximum wvo verruimd van 400 m2 naar 500m2, met een vrijstellingsmogelijkheid (tegenwoordig afwijkingsmogelijkheid) tot 1000 m2 en incidenteel tot 3.000 m2. Incidenteel wordt winkelruimte op de verdieping toegestaan. Bij de vrijstellingsmogelijkheid wordt rekening gehouden met de locatie, de historische kwaliteit van de panden, de branche en de positie in de binnenstad.
De in voorbereiding zijnde detailhandelsvisie wijzigt naar verwachting niets aan de uitgangspunten van het bestaande beleid.