Plan: | Landelijk Gebied Opmeer 2014 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0432.BPLG-VA02 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Landelijk Gebied Opmeer 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0432.BPLG-VA02 van de gemeente Opmeer.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het uitoefenen van een beroep of het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch, of hiermee gelijk te stellen gebied.
een uitbreiding van de woning, welke direct ten dienste staat van de woonfunctie, zoals een keuken, woon- of andere kamer en erker of portiek.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bedrijf, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van produkten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
een niet-industrieel bedrijf, dat is gericht op het leveren van dieren, goederen en diensten aan agrarische bedrijven danwel op het verwerken of opslaan van dieren en goederen, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven.
een agrarisch hulpbedrijf waarbinnen arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven, al dan niet in combinatie met grondverzet-, cultuurtechnische - en sloopwerkzaamheden.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van akkerbouwgewassen.
het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijk gemeubileerde woongelegenheid, bedoeld voor verblijfsrecreatie, in een groter gebouw.
een mest- of waterbak voor de opslag van mest of water ten behoeve van agrarische activiteiten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een op de verbeelding als zodanig aangegeven lijn, die door gebouwen niet mag worden overschreden, tenzij dat krachtens deze voorschriften is toegestaan.
de oppervlakte van de bebouwing binnen een bebouwingsvlak, of binnen een bestemmingsvlak indien daarbinnen geen bebouwingsvlak voorkomt, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als ondergeschikte, toeristische activiteit. Onder een bed and breakfast wordt niet verstaan een overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
een weergave van de huidige en toekomstige situatie van een bedrijf en haar omgeving waarin de doelstellingen op korte en lange termijn zijn weergegeven alsmede richtlijnen in zijn opgenomen om de doelstellingen te realiseren.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf of aan huis gebonden beroep of bedrijf , inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.
een schematische uitwerking van de inrichting van de beplanting van het erf.
bebouwing, situatie, woning, inhoud, zoals die bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een niet direct ten dienste van de woonfunctie staand, aangebouwd of vrijstaand gebouw, zoals een garage, berging, hobby- of praktijkruimte.
een transparante afdekking van gewassen met een hoogte van maximaal 1 m, geen bouwwerk zijnde.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
stelsel van natuurgebieden van internationaal of nationaal belang dat strekt tot de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten.
een verbinding tussen natuurgebieden waarbij tevens het migreren van dieren en planten tussen natuurgebieden mogelijk is.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover de bestemming ter plaatse die inrichting niet verbiedt;
vormen van openluchtrecreatie waarbij in het algemeen het verlangen naar rust en het genieten van de omgeving voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, zoals wandelen, fietsen en kanovaren.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
inrichting voor het bemalen van een polder.
een volwaardig agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, waarbij de productie in kassen, schuurkassen, kasschuren, bollentrekkassen en/of warenhuizen plaatsvindt.
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden ter plaatse noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een gebouw of een deel van een gebouw dat fungeert als de vaste woonplaats van de betrokkene, hetgeen kan blijken uit de gemeentelijke basisadministratie of andere bewijsmiddelen.
hotel, pension, restaurant, café, cafetaria of daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, een en ander, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, met uitzondering van nachtclubs, discotheken, dancings of soortgelijke inrichtingen; onder horeca is in ieder geval niet begrepen een seksinrichting.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat zelfstandig of als neventak, geheel of grotendeels in gebouwen, varkens, pluimvee, konijnen, vleeskalveren, pelsdieren of overig kleinvee houdt, met uitzondering van het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet, het kweken van vissen het houden van melkvee en overig rundvee, geiten, schapen of paarden.
een internetwinkel, met de daarbij behorende opslag en logistiek, waarmee de klant op geen enkele manier fysiek in contact staat. Alle klantcontacten en transacties verlopen digitaal en verzending van goederen gebeurt uitsluitend per post.
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan -niet zijnde een stacaravan- danwel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht danwel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een vorm van openluchtrecreatie waarbij men in een kampeermiddel op een buitenterrein verblijft voor meestal één of meerdere nachten.
voor de omgeving herkenbaar, kenmerkend en typerend.
een gebouw met overwegend transparante, lichtdoorlatende afdekking en wanden, bedoeld voor het kweken en telen van gewassen.
bedrijvigheid met een publieksgericht karakter geheel of overwegend gericht op het houden, stallen, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, het ter zake lesgeven en de exploitatie van daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen een kantine of soortgelijke horecavoorziening.
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband in de vorm van inwoning en/of afhankelijke woonruimte. Als afhankelijke woonruimte wordt aangemerkt een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
installatie waarin door middel van vergisting mest wordt omgezet in gas.
een aangewezen gebied waarbinnen het zicht op de molen en de vrije windtoetreding beschermd worden.
een activiteit die uitsluitend naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en uitsluitend door de ondernemer van die hoofdfunctie uitgeoefend kan worden en wat betreft vloeroppervlakte ondergeschikt is aan die hoofdfunctie.
aan het hoofdassortiment van een tuincentrum gerelateerde artikelen, waaronder in ieder geval begrepen dieren, dierenbenodigdheden/voeding en (medische) dierenservice, werkkleding, buitenkoken, buitenspeelgoed, decoratiemateriaal (waaronder Kerst, Pasen en Halloween).
veehouderij-, akkerbouw- of tuinbouwbedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk niet afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch produktiemiddel, zoals een fokkerij, houderij en/of mesterij van pluimvee, varkens, pelsdieren en kalveren, met uitzondering van een vis-, wormen- of madenkwekerij en een champignon- of witlofkwekerij.
een gebruik, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor het in zodanige conditie houden of brengen van gronden of objecten niet zijnde bouwwerken dat het voortbestaan van deze gronden of objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau of situatie wordt gehandhaafd.
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
kassen waarvan het agrarisch produkt in ondergeschikte mate een bijdrage levert aan de teelt(en) van het betreffende vollegrondstuinbouwbedrijf.
het bedrijfsmatig, niet op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
de grens van een bouwperceel.
bewoning van een ruimte als hoofdwoonverblijf, waarbij door betrokkene(n) niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt.
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een binnen hetzelfde bouwvlak gevestigd agrarisch bedrijf, die wordt bewoond door derden die geen functionele binding hebben met dat agrarische bedrijf.
het tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen.
alle activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben.
kortdurend verblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen.
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor een of meer personen, die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben.
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een (raam)prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon of soortgelijke inrichting.
een tuin bij de (bedrijfs)woning, die is ingericht met bouwwerken die geen ander doel dienen dan decoratie (follies) en die tegen betaling open is voor publieke bezichtiging, al dan niet in combinatie met aan de tuin gebonden ondergeschikte horeca.
een bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden.
een als een gebouw aan te merken caravan, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief woonverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders heeft/hebben; onder recreatief woonverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen.
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel.
het voor langere tijd uitsluitend bewaren van goederen zonder datdie opslag gepaard gaat met enigerlei bedrijvigheid ter plaatse; de goederen mogen dus niet worden onderhouden, verpakt, bewerkt of verhandeld, zodat er ook geen noodzaak is dat er mensen ter plaatse aanwezig zijn.
een voor Noord-Holland karakteristieke vierkante boerderij met een piramidevormig dak.
een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het telen van tuinbouwgewassen in de volle grond.
een bedrijf dat binnen een ruimte of op een terrein, al dan niet overdekt, planten en een volledig assortiment aan tuinartikelen uit voorraad aan particulieren aanbiedt alsmede daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen en/of diensten. Onder volledig assortiment wordt zowel hoofd- als nevenassortiment begrepen.
artikelen die dienen voor de aanleg, de inrichting, het gebruik en het onderhoud van en het verblijf in tuinen.
de vorm die wordt bepaald door de goot- en nokhoogte, nokrichting, dakhelling, kapvorm en grootte en vorm van het grondvlak van het gebouw.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van dieren.
terrein voor niet-commerciële sier- en groenteteelt.
een agrarisch bedrijf waarvan de agrarische bedrijvigheid als hoofdactiviteit ten minste aan één volledige arbeidskracht een jaarinkomen verschaft op ten minste het bestaansminimum en de continuïteit daarvan kan worden aangetoond door middel van een bedrijfsplan.
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.
gebied waar, in tijden van overvloedige neerslag, water tijdelijk vastgehouden kan worden.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen groep personen.
Een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen.
de grens tussen twee bouwpercelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
woning ten behoeve van tijdelijk recreatief verblijf gedurende de periode van april tot oktober.
agrarisch bedrijf of voormalig agrarisch bedrijf waar mensen met een zorgvraag een passende dagbesteding vinden en al dan niet wonen.
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Ondergrondse bebouwing wordt niet meegerekend bij het bepalen van de inhoud.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 3.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij één agrarisch bedrijf behorende bebouwing, waaronder begrepen:
behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Nieuwbouw of herbouw van bij een agrarisch bedrijf behorende bedrijfsbebouwing is alleen toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf.
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in de subleden 3.2.1 en 3.2.2, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfswoningen: | 5,5 m | - | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
erker: | 3 m | - | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen: | 7 m | 12 m | |||
kassen: | 5 m | 8 m | |||
sleufsilo's: | - | 3 m | |||
erf- of terreinafscheiding vóór de voorgevelrooilijn van bedrijfswoning: | - | 1 m | |||
overige erf- of terreinafscheidingen: | - | 2 m | |||
bouwwerken als bedoeld in lid 3.2.2: | - | 2 m | |||
bouwwerken voor mestopslag: | - | 6 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde hooitorens en voeder- of kunstmestsilo's: | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de locatie van bouwwerken, geen gebouw zijnde, buiten het bouwvlak, als bedoeld in lid 3.2.2, zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van de openheid van het landelijk gebied.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de inrichting van een bouwvlak ten behoeve van een goede landschappelijke inpassing in de vorm erfbeplanting en de ligging en situering van bebouwing, indien dit uit oogpunt van de bescherming en de toename van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied conform de richtlijnen uit de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie/ het Handboek Ontwikkelen met Ruimtelijke Kwaliteit (Provincie Noord-Holland) noodzakelijk wordt geacht.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.1, ten behoeve van het bouwen van een tweede bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen, mits:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.3, onder b, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.3, onder d, omtrent de minimale afstand tussen gebouwen, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.3, onder h, ten behoeve van het bouwen van hooitorens en voeder- of kunstmestsilo's tot een bouwhoogte van 15 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.3, onder i, ten behoeve van het bouwen van gebouwen met een platte afdekking of met een dakhelling van minder dan 12°, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.3 onder f, ten behoeve van bouwen van als ondersteunend glas aangemerkte kassen tot een gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 4000 m², mits de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.3, onder g, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 8 m en een bouwhoogte van 14 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:
Bij een agrarische bedrijf als bedoeld in lid 3.1 onder a of b is intensieve veehouderij als nevenactiviteit uitsluitend toegestaan indien dit bestaand gebruik betreft.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 3.1, ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van ten hoogste 30 tijdelijke seizoensarbeiders per bedrijf, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 3.5.1 onder b, ten behoeve van een mestvergistingsinstallatie uitsluitend binnen het bouwvlak voor de vergisting van mest van het eigen volwaardig agrarisch bedrijf, in de vorm van een gesloten systeem en indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de opgewekte stroom in hoofdzaak voor eigen gebruik is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1, lid 3.5 en lid 3.2.1, ten behoeve van het binnen een bouwvlak:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1 en lid 3.5.1, ten behoeve van het vestigen van een Bed and Breakfast voorziening, mits,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1 en sublid 3.2.1, ten behoeve van het gebruiken van gronden en gebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf, voor de volgende niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1, onder b, ten behoeve van omschakeling van een akkerbouwbedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering naar een veehouderijbedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.5.1, onder b, ten behoeve van het gebruik van gebouwen dat vergunningplichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, indien is aangetoond dat geen significante aantasting plaatsvindt van de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied.
Artikel 46 (Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven sloopwerkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan zodanig te wijzigen, dat het bouwvlak wordt verschoven of vergroot, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan te wijzigen zodanig, dat op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, bouwwerken voor mestopslag ten behoeve van meerdere agrarische bedrijven kunnen worden gebouwd,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan te wijzigen zodanig, dat ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 3.1, een of meer nieuwe bouwvlakken worden aangegeven met elk:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in lid 3.1, het agrarisch bedrijf niet meer is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in één van de hierna genoemde bestemmingen, met inachtneming van de daarbij aangegeven bepalingen:
met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 4.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij één glastuinbouwbedrijf behorende bebouwing, waaronder begrepen:
behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Met dien verstande dat, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bebouwingsvrije zone’ geen bouwwerken mogen worden gebouwd.
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in de subleden 4.2.1 en 4.2.2, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfswoningen: | 5,5 m | - | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
erker: | 3 m | - | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen: | 7 m | 12 m | |||
kassen: | 5 m | 8 m | |||
erf- of terreinafscheiding vóór de voorgevelrooilijn van bedrijfswoning: | - | 1 m | |||
overige erf- of terreinafscheidingen: | - | 2 m | |||
bouwwerken als bedoeld in lid 4.2.2: | 2 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, installaties die behoren bij glastuinbouw: | - | 12 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de locatie van bouwwerken, geen gebouw zijnde, buiten het bouwvlak, als bedoeld in lid 4.2.2, zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van de openheid van het landelijk gebied.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, ten behoeve van het bouwen van een tweede bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen, mits:
Voor het bouwen gelden de volgende bepaling:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.3, onder b, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.3, onder d, omtrent de minimale afstand tussen gebouwen, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.3, onder g, ten behoeve van het bouwen van gebouwen met een platte afdekking of met een dakhelling van minder dan 12°, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.3, onder f, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 8 m en een bouwhoogte van 14 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van gronden en bouwwerken:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting Groene Wuiver 2a' is het gebruik van de nieuwe bedrijfswoning slechts toegestaan onder de voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 4.1, ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van ten hoogste 30 tijdelijke seizoensarbeiders per bedrijf, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1 en lid 4.2.1, ten behoeve van het binnen een bouwvlak:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1 en lid 4.5.1, ten behoeve van het vestigen van een Bed and Breakfast voorziening, mits,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1 en sublid 4.2.1, ten behoeve van het gebruiken van gronden en gebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van glastuinbouw als hoofdactiviteit, voor de volgende niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning gelden de volgende bepalingen:
Artikel 46 (Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven sloopwerkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in lid 4.1, het glastuinbouwbedrijf niet meer is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in één van de hierna genoemde bestemmingen, met inachtneming van de daarbij aangegeven bepalingen;
met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor kwekerijen van bomen en struiken, niet zijnde tuincentra.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen of bijgebouwen: | 7 m | 12 m | |||
bedrijfswoningen: | 5,5 m | 8,5 m | |||
erkers: | 3 m | - | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |||
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning: | - | 1 m | |||
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten: | - | 2 m | |||
vlaggenmasten | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2, onder f, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2, onder g, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 8 m en een bouwhoogte van 14 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van bouwwerken:
De voor 'Agrarisch met waarden - Openheid' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 6.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij één agrarisch bedrijf behorende bebouwing, waaronder begrepen:
behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Nieuwbouw of herbouw van bij een agrarisch bedrijf behorende bedrijfsbebouwing is alleen toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf.
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in de subleden 6.2.1 en 6.2.2, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfswoningen: | 5,5 m | - | |||
erkers: | 3 m | - | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen: | 7 m | 12 m | |||
vrijstaande recreatiewoningen, ter plaatse van de aanduiding ‘verblijfsrecreatie’: | - | 3 m | |||
kassen: | 5 m | 8 m | |||
sleufsilo's: | - | 3 m | |||
erf- of terreinafscheiding vóór de voorgevelrooilijn van bedrijfswoning: | - | 1 m | |||
overige erf- of terreinafscheidingen: | - | 2 m | |||
bouwwerken als bedoeld in lid 6.2.2: | 2 m | ||||
bouwwerken voor mestopslag: | - | 6 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde hooitorens en voeder- of kunstmestsilo's: | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de locatie van bouwwerken, geen gebouw zijnde, buiten het bouwvlak, als bedoeld in lid 6.2.2, zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van de openheid van het landelijk gebied.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.1, ten behoeve van het bouwen van een tweede bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen, mits:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.3, onder b, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.3, onder d, omtrent de minimale afstand tussen gebouwen, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.3, onder i, ten behoeve van het bouwen van hooitorens en voeder- of kunstmestsilo's tot een bouwhoogte van 15 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.3, onder j, ten behoeve van het bouwen van gebouwen met een platte afdekking of met een dakhelling van minder dan 12°, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.3 onder f, ten behoeve van bouwen van als ondersteunend glas aangemerkte kassen tot een gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 4000 m², mits de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.3, onder h, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 8 m en een bouwhoogte van 14 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:
Bij een agrarische bedrijf als bedoeld in lid 6.1 onder a of b is intensieve veehouderij als nevenactiviteit uitsluitend toegestaan indien dit bestaand gebruik betreft.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 6.1, ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van ten hoogste 30 tijdelijke seizoensarbeiders per bedrijf, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 6.5.1, ten behoeve van een mestvergistingsinstallatie uitsluitend binnen het bouwvlak voor de vergisting van mest van het eigen volwaardig agrarisch bedrijf, in de vorm van een gesloten systeem en indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de opgewekte stroom in hoofdzaak voor eigen gebruik is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.1 en lid 6.2.1, ten behoeve van het binnen een bouwvlak:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.1 en lid 6.5.1, ten behoeve van het vestigen van een Bed and Breakfast voorziening, mits,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.1 en sublid 6.2.1, ten behoeve van het gebruiken van gronden en gebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf, voor de volgende niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.1, onder b, ten behoeve van omschakeling van een akkerbouwbedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering naar een veehouderijbedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.5.1, onder b, ten behoeve van het gebruik van gebouwen dat vergunningplichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, indien is aangetoond dat geen significante aantasting plaatsvindt van de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied.
Artikel 45 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Artikel 46 (Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven sloopwerkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan zodanig te wijzigen, dat het bouwvlak wordt verschoven of vergroot, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan te wijzigen zodanig, dat op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, bouwwerken voor mestopslag ten behoeve van meerdere agrarische bedrijven kunnen worden gebouwd,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan te wijzigen zodanig, dat ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 6.1, een of meer nieuwe bouwvlakken worden aangegeven met elk:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in lid 6.1, het agrarisch bedrijf niet meer is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in één van de hierna genoemde bestemmingen, met inachtneming van de daarbij aangegeven bepalingen:
met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Agrarisch met waarden - Openheid en reliëf' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 5.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij één agrarisch bedrijf behorende bebouwing, waaronder begrepen:
behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Nieuwbouw of herbouw van bij een agrarisch bedrijf behorende bedrijfsbebouwing is alleen toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf.
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in de subleden 7.2.1 en 7.2.2, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfswoningen: | 5,5 m | - | |||
erkers: | 3 m | - | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen: | 7 m | 12 m | |||
kassen: | 5 m | 8 m | |||
sleufsilo's: | - | 3 m | |||
erf- of terreinafscheiding vóór de voorgevelrooilijn van bedrijfswoning: | - | 1 m | |||
overige erf- of terreinafscheidingen: | - | 2 m | |||
bouwwerken als bedoeld in lid 7.2.2: | 2 m | ||||
bouwwerken voor mestopslag: | - | 6 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde hooitorens en voeder- of kunstmestsilo's: | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de locatie van bouwwerken, geen gebouw zijnde, buiten het bouwvlak, als bedoeld in lid 7.2.2, zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van de openheid van het landelijk gebied.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.1, ten behoeve van het bouwen van een tweede bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen, mits:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.3, onder b, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.3, onder d, omtrent de minimale afstand tussen gebouwen, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.3, onder i, ten behoeve van het bouwen van hooitorens en voeder- of kunstmestsilo's tot een bouwhoogte van 15 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.3, onder j, ten behoeve van het bouwen van gebouwen met een platte afdekking of met een dakhelling van minder dan 12°, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.3 onder f, ten behoeve van bouwen van als ondersteunend glas aangemerkte kassen tot een gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 4000 m², mits de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.3, onder h, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 8 m en een bouwhoogte van 14 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:
Bij een agrarische bedrijf als bedoeld in lid 7.1 onder a of b is intensieve veehouderij als nevenactiviteit uitsluitend toegestaan indien dit bestaand gebruik betreft.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 7.1, ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van ten hoogste 30 tijdelijke seizoensarbeiders per bedrijf, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 7.5.1, ten behoeve van een mestvergistingsinstallatie uitsluitend binnen het bouwvlak voor de vergisting van mest van het eigen volwaardig agrarisch bedrijf, in de vorm van een gesloten systeem en indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de opgewekte stroom in hoofdzaak voor eigen gebruik is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.1 en lid 7.2.1, ten behoeve van het binnen een bouwvlak:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.1 en lid 7.5.1, ten behoeve van het vestigen van een Bed and Breakfast voorziening, mits,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.1 en sublid 7.2.1, ten behoeve van het gebruiken van gronden en gebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf, voor de volgende niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.1, onder b, ten behoeve van omschakeling van een akkerbouwbedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering naar een veehouderijbedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.5.1, onder b, ten behoeve van het gebruik van gebouwen dat vergunningplichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, indien is aangetoond dat geen significante aantasting plaatsvindt van de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied.
Artikel 45 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan zodanig te wijzigen, dat het bouwvlak wordt verschoven of vergroot, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan te wijzigen zodanig, dat op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, bouwwerken voor mestopslag ten behoeve van meerdere agrarische bedrijven kunnen worden gebouwd,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan te wijzigen zodanig, dat ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 7.1, een of meer nieuwe bouwvlakken worden aangegeven met elk:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in lid 7.1, het agrarisch bedrijf niet meer is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in één van de hierna genoemde bestemmingen, met inachtneming van de daarbij aangegeven bepalingen:
met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Agrarisch met waarden - Reliëf' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 8.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij één agrarisch bedrijf behorende bebouwing, waaronder begrepen:
behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Nieuwbouw of herbouw van bij een agrarisch bedrijf behorende bedrijfsbebouwing is alleen toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf.
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in de subleden 8.2.1 en 8.2.2, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfswoningen: | 5,5 m | - | |||
erkers: | 3 m | - | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen: | 7 m | 12 m | |||
kassen: | 5 m | 8 m | |||
sleufsilo's: | - | 3 m | |||
erf- of terreinafscheiding vóór de voorgevelrooilijn van bedrijfswoning: | - | 1 m | |||
overige erf- of terreinafscheidingen: | - | 2 m | |||
bouwwerken als bedoeld in lid 8.2.2: | 2 m | ||||
bouwwerken voor mestopslag: | - | 6 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde hooitorens en voeder- of kunstmestsilo's: | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de locatie van bouwwerken, geen gebouw zijnde, buiten het bouwvlak, als bedoeld in lid 8.2.2, zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van de openheid van het landelijk gebied.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.1, ten behoeve van het bouwen van een tweede bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen, mits:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3, onder b, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3, onder d, omtrent de minimale afstand tussen gebouwen, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3, onder i, ten behoeve van het bouwen van hooitorens en voeder- of kunstmestsilo's tot een bouwhoogte van 15 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3, onder j, ten behoeve van het bouwen van gebouwen met een platte afdekking of met een dakhelling van minder dan 12°, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3 onder f, ten behoeve van bouwen van als ondersteunend glas aangemerkte kassen tot een gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 4000 m², mits de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.3, onder h, ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen tot een goothoogte van 8 m en een bouwhoogte van 14 m, mits zulks noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en zulks welstandelijk aanvaardbaar is.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:
Bij een agrarische bedrijf als bedoeld in lid 8.1 onder a of b is intensieve veehouderij als nevenactiviteit uitsluitend toegestaan indien dit bestaand gebruik betreft.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 8.1, ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van ten hoogste 30 tijdelijke seizoensarbeiders per bedrijf, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in 8.5.1, ten behoeve van een mestvergistingsinstallatie uitsluitend binnen het bouwvlak voor de vergisting van mest van het eigen volwaardig agrarisch bedrijf, in de vorm van een gesloten systeem en indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de opgewekte stroom in hoofdzaak voor eigen gebruik is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.1 en lid 8.2.1, ten behoeve van het binnen een bouwvlak:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.1 en lid 8.5.1, ten behoeve van het vestigen van een Bed and Breakfast voorziening, mits,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.1 en sublid 8.2.1, ten behoeve van het gebruiken van gronden en gebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf, voor de volgende niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.1, onder b, ten behoeve van omschakeling van een akkerbouwbedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering naar een veehouderijbedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.5.1, onder b, ten behoeve van het gebruik van gebouwen dat vergunningplichtig is krachtens het bepaalde in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998, indien is aangetoond dat geen significante aantasting plaatsvindt van de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied.
Artikel 45 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Artikel 46 (Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven sloopwerkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan zodanig te wijzigen, dat het bouwvlak wordt verschoven of vergroot, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan te wijzigen zodanig, dat op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1, bouwwerken voor mestopslag ten behoeve van meerdere agrarische bedrijven kunnen worden gebouwd,
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
het plan te wijzigen zodanig, dat ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 8.1, een of meer nieuwe bouwvlakken worden aangegeven met elk:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in lid 8.1, het agrarisch bedrijf niet meer is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in één van de hierna genoemde bestemmingen, met inachtneming van de daarbij aangegeven bepalingen:
met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder bedrijven als bedoeld in lid 9.1.1, zijn niet begrepen:
Op de gronden als bedoeld in lid 9.1.1, mag binnen elk bestemmingsvlak uitsluitend worden gebouwd de bij één bedrijf behorende bebouwing ten dienste van de bestemming, waaronder bij elk bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen zijn begrepen, tenzij het bestemmingsvlak ter plaatse is aangeduid met 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 9.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen of bijgebouwen: | 5,5 m | 8,5 m | |||
bedrijfswoningen: | 3,5 m | 8,5 m | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |||
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning: | - | 1 m | |||
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten: | - | 2,5 m | |||
vlaggenmasten | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 9.2.2, onder f, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van bouwwerken:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 9.1.1 en 9.4.1 onder a, ten behoeve van het per geval (be-)bouwen en gebruiken van gronden en bouwwerken voor één ander soort bedrijf, dan het in dat lid bedoelde, mits daardoor in ieder geval in ruimtelijk en milieuhygiënisch opzicht geen blijvend minder gunstige gevolgen ontstaan voor de omgeving van het betreffende bedrijf, in vergelijking met de gevolgen van het oorspronkelijke bedrijf ten aanzien waarvan omgevingsvergunning wordt verleend.
Artikel 46 (Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven sloopwerkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, mits:
met inachtneming van het plan te wijzigen zodanig, dat:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 10.2.1, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 11.1, mag binnen elk bestemmingsvlak uitsluitend worden gebouwd de bij één bedrijf behorende bebouwing ten dienste van de bestemming, waaronder bij elk bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen zijn begrepen, tenzij het bestemmingsvlak ter plaatse is aangeduid met 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 11.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen of bijgebouwen: | 5,5 m | 8,5 m | |||
bedrijfswoningen: | 3,5 m | 8,5 m | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |||
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning: | - | 1 m | |||
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten: | - | 2,5 m | |||
vlaggenmasten | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 11.2.2, onder f, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van gronden:
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van bouwwerken:
Ten aanzien van het assortiment van het tuincentrum geldt dat de verkoop van producten in het nevenassortiment uit ten hoogste 20% van het verkoopvloeroppervlak (binnen en buiten) mag bestaan.
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 12.2.1, gelden de volgende bepalingen:
woningen en aanbouwen
maximum bebouwingspercentage
bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |||
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning | - | 1 m | |||
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggemasten | - | 2 m | |||
vlaggenmasten | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.2, onder b en c, voor zover betreft de dakhelling, maximale bouwhoogte en maximale goothoogte, tenzij het betreft karakteristieke bebouwing als bedoeld in lid 12.1, onder c, mits de stedenbouwkundige structuur, privacy van omwonenden en de openheid van het landschap niet onevenredig wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.2, onder b, voor zover betreft de plaatsbepaling van woningen, tenzij het betreft karakteristieke bebouwing als bedoeld in lid 12.1, onder d ten behoeve van het bouwen van de woning op een andere plaats op de bij de betreffende woning behorende gronden, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.2, onder d, ten behoeve van het vergroten van de bestaande oppervlakte van karakteristieke bebouwing, als bedoeld in lid 12.1, onder c, met ten hoogste 25 m², met inachtneming van de overige bepalingen in lid 12.2.2, onder d en e, en het bepaalde in artikel 39.2 (Bouwen nabij karakteristieke bebouwing, monumenten en stolpen).
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.2:
mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:
Een aan huis gebonden beroep of bedrijf mag worden uitgeoefend onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 12.1, ten behoeve van het aanleggen van een paardenbak mits:
Artikel 46 (Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven sloopwerkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in geval van:
het plan te wijzigen zodanig, dat uitsluitend binnen die aaneengesloten bebouwing, een tweede woning is toegestaan, indien zulks leidt tot instandhouding van die bestaande bebouwing en de bebouwing straatgericht wordt gesplitst, en met dien verstande dat, onverminderd het overigens in het plan bepaalde, voor die woningen geldt, dat geen van de woningen buiten die aaneengesloten bebouwing mag worden geplaatst, en mits daardoor geen beperkingen ontstaan voor de agrarische bedrijfsvoering op aangrenzende gronden.
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 13.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat een bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen niet is toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 13.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
gebouwen: | 5,5 m | 8,5 m | |
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning: | - | 1 m | |
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: | - | 2,5 m |
Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 13.2.2:
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 14.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'groen' niet mag worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 14.2.1, gelden de volgende bepalingen:
woningen en aanbouwen
maximum bebouwingspercentage
bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
tramhuisje: | - | 4 m | |||
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |||
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning | - | 1 m | |||
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggemasten | - | 2 m | |||
vlaggenmasten | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 14.2.2, onder b, ten behoeve van het vergroten van de bestaande oppervlakte van karakteristieke bebouwing, als bedoeld in lid 14.1, onder f, met ten hoogste 25 m², met inachtneming van het bepaalde in artikel 39.2 (Bouwen nabij karakteristieke bebouwing, monumenten en stolpen) en de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 14.2.2:
mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Op de gronden als bedoeld in lid 14.1 zijn tevens toegestaan:
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:
Een aan huis gebonden beroep of bedrijf mag worden uitgeoefend onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 14.1, ten behoeve van het aanleggen van een paardenbak mits:
Artikel 46 (Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven sloopwerkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in geval van:
het plan te wijzigen zodanig, dat uitsluitend binnen die aaneengesloten bebouwing, een tweede woning is toegestaan, indien zulks leidt tot instandhouding van die bestaande bebouwing en de bebouwing straatgericht wordt gesplitst, en met dien verstande dat, onverminderd het overigens in het plan bepaalde, voor die woningen geldt, dat geen van de woningen buiten die aaneengesloten bebouwing mag worden geplaatst, en mits daardoor geen beperkingen ontstaan voor de agrarische bedrijfsvoering op aangrenzende gronden.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor een horecabedrijf.
Op de gronden als bedoeld in lid 15.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, waaronder bij elk bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen zijn begrepen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 15.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfs- woningen of bijgebouwen: | 4,5 m | 7,5 m | |||
bedrijfswoningen: | 4,5 m | 7,5 m | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |||
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning: | - | 1 m | |||
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten: | - | 2,5 m | |||
vlaggenmasten | - | 6 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 15.2.2, onder f, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor trouwlocatie en theater, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - trouwlocatie en theater' met ondersteunende horeca.
Op de gronden als bedoeld in lid 16.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 16.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |||
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning: | - | 1 m | |||
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten: | - | 2,5 m | |||
vlaggenmasten | - | 6 m |
De voor 'Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 17.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 17.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 17.2.1, ten behoeve van het bouwen van vrijstaande bijgebouwen, mits daardoor de waarden en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 17.1, en toestaan dat de molen wordt gebruikt voor dagrecreatieve functies, mits:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 18.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
Voor zover betreft de gronden als bedoeld in lid 18.1, is de toepasselijkheid van artikel 3.6a van de Wet ruimtelijke ordening uitgesloten.
Behouders het bepaalde in lid 18.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren op en in de gronden als bedoeld in lid 18.1:
Het in lid 18.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 18.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 18.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
De voor 'Natuur - Cultuurhistorisch waardevol landschapselement' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 19.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor zover betreft de gronden als bedoeld in lid 19.1, is de toepasselijkheid van artikel 3.6a van de Wet ruimtelijke ordening uitgesloten.
Behouders het bepaalde in lid 19.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren op en in de gronden als bedoeld in lid 19.1:
Het in lid 19.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 19.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 19.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 19.3.1, winnen burgemeester en wethouders advies in, voor zover het betreft een waterkering, tevens advies van de beheerder van de waterkering.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 20.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, waaronder ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen zijn begrepen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 20.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen of bijgebouwen: | 5,5 m | 8,5 m | |
bedrijfswoningen: | 3,5 m | 8,5 m | |
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning: | - | 1 m | |
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten: | - | 2,5 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 20.2.2, onder g, sub 7, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot, bij elke bedrijfswoning, een gezamenlijke maximale oppervlakte van 150 m², mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van gronden:
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van bouwwerken voor permanente of tijdelijke bewoning, tenzij het betreft de bedrijfswoning.
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op gronden als bedoeld in lid 21.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 21.2.1, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 22.1, mogen uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, gebouwen en bouwwerken, zoals verkeerstekens en -regelinstallaties, lichtmasten, duikers, bruggen, afrasteringen, abri's en nutsbebouwing, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 22.2.1, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 23.1, mogen uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, gebouwen en bouwwerken, zoals verkeerstekens en -regelinstallaties, lichtmasten, duikers, bruggen, afrasteringen, abri's en nutsbebouwing, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 23.2.1, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 24.1, mogen uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, gebouwen en bouwwerken, zoals verkeerstekens en -regelinstallaties, lichtmasten, duikers, bruggen, afrasteringen, abri's en nutsbebouwing, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 24.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Het parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting parkeerterrein Gerber', mag uitsluitend gerealiseerd worden, indien de groenhaag is aangelegd conform het door aanvrager van het parkeerterrein te overleggen landschappelijk inrichtingsplan en vervolgens aldus in stand wordt gehouden.
De voor 'Water' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 25.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, behorende bij de bestemming of bij aangrenzende wegen, in- en uitritten en paden, zoals duikers en bruggen.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 25.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van gronden voor aanlegsteigers, dammen of ligplaatsen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 25.3, ten behoeve van het aanleggen van aanlegsteigers, mits:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 26.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 26.2.1, gelden de volgende bepalingen:
woningen en aanbouwen
maximum bebouwingspercentage
bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bijgebouwen: | 3,5 m | 6 m | |||
erkers: | 3 m | - | |||
pergola's en overkappingen met een open constructie: | - | 2,7 m | |||
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn van de woning: | - | 1 m | |||
overige erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggemasten: | - | 2 m | |||
vlaggenmasten: | - | 6 m |
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting Zandwerven 33' wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuwe woning slechts verleend zodra vaststaat dat de voormalige agrarische bedrijfsbebouwing is gesloopt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.2.2, onder c en d, voor zover betreft de dakhelling, maximale bouwhoogte en maximale goothoogte, tenzij het betreft karakteristieke bebouwing als bedoeld in lid 26.1, onder j, mits de stedenbouwkundige structuur, privacy van omwonenden en de openheid van het landschap niet onevenredig wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.2.2, onder c, voor zover betreft de plaatsbepaling van woningen, tenzij het betreft karakteristieke bebouwing als bedoeld in lid 26.1, onder j ten behoeve van het bouwen van de woning op een andere plaats op de bij de betreffende woning behorende gronden, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.2.2, onder e, ten behoeve van het vergroten van de bestaande oppervlakte van karakteristieke bebouwing, als bedoeld in lid 26.1, onder j, met ten hoogste 25 m², met inachtneming van de overige bepalingen in lid 26.2.2, onder e en f, en het bepaalde in artikel 39.2 (Bouwen nabij karakteristieke bebouwing, monumenten en stolpen).
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.2.2:
mits daardoor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.2.2 onder g en j teneinde maximaal 300 m² aan bijgebouwen toe te staan, mits vooraf vaststaat dat:
Als een strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:
Een aan huis gebonden beroep of bedrijf mag worden uitgeoefend onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.1, ten behoeve van het aanleggen van een paardenbak mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.1 en lid 26.2.1, ten behoeve van het binnen een bestemmingsvlak:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.1 en lid 26.2.1, ten behoeve van het vestigen van een Bed and Breakfast voorziening, mits,
Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 26.1 behoeve van het toestaan van een of meer nevenactiviteiten waaronder begrepen aan huis gebonden beroep of bedrijf , maar met uitzondering van Bed and Breakfast, met inachtneming van het volgende:
Artikel 46 (Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven sloopwerkzaamheden, op en/of in de daarbij aangegeven gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in geval van:
het plan te wijzigen zodanig, dat uitsluitend binnen die aaneengesloten bebouwing, een tweede woning is toegestaan, met dien verstande dat:
De wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
In geval van strijdigheid van bepalingen, gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen, die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op de gronden als bedoeld in lid 27.1, mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de betreffende leiding worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 27.2, ten behoeve van het bouwen, overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Behouders het bepaalde in lid 27.4.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren op en in de gronden als bedoeld in lid 27.1:
Het in lid 27.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 27.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de rioolpersleiding en daarbij behorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 28.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwtjes met elk een oppervlakte van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 28.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Behouders het bepaalde in lid 28.4.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren op en in de gronden als bedoeld in lid 28.1:
Het in lid 28.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 28.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de watertransportleiding en daarbij behorende voorzieningen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 29.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwtjes met elk een oppervlakte van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 29.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Behouders het bepaalde in lid 29.4.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren op en in de gronden als bedoeld in lid 29.1:
Het in lid 29.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 29.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
De voor 'Waarde - Aardkundig' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van het aardkundig waardevolle reliëf en de geologisch waardevolle opbouw van de bodem.
Behoudens het bepaalde in lid 30.2.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 30.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 30.2.1 verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen waaronder in ieder geval wordt verstaan:
De omgevingsvergunning wordt verleend, indien uit aardkundig onderzoek is gebleken dat de in sublid 30.2.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de aardkundige waarden.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 31.1, mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 31.1, mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien:
1. | de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de aanwezige archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; |
2. | de verplichting tot het doen van opgravingen; of |
3. | de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. |
Behoudens het bepaalde in lid 31.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 31.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 31.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in sublid 31.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden van de gronden.
In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, waarvan bodemverstorende bouwwerkzaamheden deel uitmaken, een archeologisch rapport dan wel een quickscan van Archeologie West-Friesland te overleggen indien de bouwwerkzaamheden een project betreft met een oppervlakte van meer dan 100 m² en dieper dan 0,4 m onder maaiveld.
Aan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of bouwen ten behoeve van andere bestemmingen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' kunnen de volgende voorschriften worden verbonden;
Het bepaalde in lid 32.2.1 is niet van toepassing op een bouwplan dat betrekking heeft op:
De bevoegde overheid kan nadere eisen stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
De bevoegde overheid kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 32.2.1, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels.
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 32.4.1, wordt verleend indien naar het oordeel van de bevoegde overheid de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van:
Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het in sublid 32.5.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 32.5.1 wordt in ieder geval verleend, indien:
De bevoegde overheid kan het plan wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, dan wel de dubbelbestemming te wijzigen in een andere archeologische dubbelbestemming als bedoeld in artikel 33 tot en met 35, als archeologische bevindingen daar aanleiding toe geven.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden van de gronden.
In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, waarvan bodemverstorende bouwwerkzaamheden deel uitmaken, een archeologisch rapport dan wel een quickscan van Archeologie West-Friesland te overleggen indien de bouwwerkzaamheden een project betreft met een oppervlakte van meer dan 500 m² en dieper dan 0,4 m onder maaiveld.
Aan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of bouwen ten behoeve van andere bestemmingen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' kunnen de volgende voorschriften worden verbonden;
Het bepaalde in lid 33.2.1 is niet van toepassing op een bouwplan dat betrekking heeft op:
De bevoegde overheid kan nadere eisen stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
De bevoegde overheid kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2.1, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels.
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 33.4.1, wordt verleend indien naar het oordeel van de bevoegde overheid de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van:
Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het in sublid 33.5.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 33.5.1 wordt in ieder geval verleend, indien:
De bevoegde overheid kan het plan wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, dan wel de dubbelbestemming te wijzigen in een andere archeologische dubbelbestemming als bedoeld in artikel 32 tot en met 35, als archeologische bevindingen daar aanleiding toe geven.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden van de gronden.
In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, waarvan bodemverstorende bouwwerkzaamheden deel uitmaken, een archeologisch rapport dan wel een quickscan van Archeologie West-Friesland te overleggen indien de bouwwerkzaamheden een project betreft met een oppervlakte van meer dan 2500 m² en dieper dan 0,4 m onder maaiveld.
Aan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of bouwen ten behoeve van andere bestemmingen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' kunnen de volgende voorschriften worden verbonden;
Het bepaalde in lid 34.2.1 is niet van toepassing op een bouwplan dat betrekking heeft op:
De bevoegde overheid kan nadere eisen stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
De bevoegde overheid kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.2.1, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels.
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 34.4.1, wordt verleend indien naar het oordeel van de bevoegde overheid de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van:
Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het in sublid 34.5.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 34.5.1 wordt in ieder geval verleend, indien:
De bevoegde overheid kan het plan wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, dan wel de dubbelbestemming te wijzigen in een andere archeologische dubbelbestemming als bedoeld in artikel 32 tot en met 35, als archeologische bevindingen daar aanleiding toe geven.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden van de gronden.
In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, waarvan bodemverstorende bouwwerkzaamheden deel uitmaken, een archeologisch rapport dan wel een quickscan van Archeologie West-Friesland te overleggen indien de bouwwerkzaamheden een project betreft met een oppervlakte van meer dan 10.000 m² en dieper dan 0,4 m onder maaiveld.
Aan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of bouwen ten behoeve van andere bestemmingen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' kunnen de volgende voorschriften worden verbonden;
Het bepaalde in lid 35.2.1 is niet van toepassing op een bouwplan dat betrekking heeft op:
De bevoegde overheid kan nadere eisen stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
De bevoegde overheid kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.2.1, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels.
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 35.4.1, wordt verleend indien naar het oordeel van de bevoegde overheid de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van:
Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het in sublid 35.5.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 35.5.1 wordt in ieder geval verleend, indien:
De bevoegde overheid kan het plan wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, dan wel de dubbelbestemming te wijzigen in een andere archeologische dubbelbestemming als bedoeld in artikel 32 tot en met 34, als archeologische bevindingen daar aanleiding toe geven.
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 36.1 mag uitsluitend worden gebouwd indien:
Artikel 45 (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen.
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 37.1, toegestaan andere bouwwerken, zoals keermuren, bruggen, duikers, bakens en lichten, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
Het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 37.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het gebruik krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 37.1, toegestaan voorzieningen, geen bouwwerk zijnde, en gebruiksvormen ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
Het gebruik krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 37.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onverminderd het overige in deze voorschriften met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag de afstand van gebouwen tot de as van de nabijgelegen weg of wegen niet minder bedragen dan hierna bij de verschillende bestemmingen is aangegeven:
bestemmingen: | minimale afstand van voorgevel van gebouwen tot de as van de weg: | maximale afstand van de achtergevel van gebouwen tot de as van de weg: | |
Verkeer - 1 | 30 m | 50 m | |
Verkeer - 2 | 20 m | 50 m | |
Verkeer - 3 | 15 m | 50 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van de desbetreffende wegbeheerder omtrent de aanvaardbaarheid daarvan uit oogpunt van wegbeheer en verkeersveiligheid, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 39.1.1, ten behoeve van het bouwen op een kleinere afstand tot de as van de weg.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken, voor zover die worden gebouwd binnen een afstand van 30 m tot bouwwerken, ter plaatse zijn aangeduid als 'karakteristiek', 'specifieke bouwaanduiding - monument' of 'specifieke bouwaanduiding - stolp' zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van het betreffende monument respectievelijk de betreffende karakteristieke bebouwing.
Bedrijfswoningen worden gerekend te blijven behoren tot het bedrijf waartoe zij ten tijde van de vaststelling van het plan behoorden.
Een gebruik in strijd met de in het plan gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken bepaalde, is in ieder geval:
tenzij dat gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik en beheer van de gronden;
Gronden ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - archeologisch rijksmonument' en de aanduiding 'overige zone - archeologisch provinciaal monument' dienen tevens ter bescherming en voor de instandhouding van het aanwezige archeologisch rijks- of provinciaal monument.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het 'bevoegd gezag' op en in de in lid 41.1.1 bedoelde gronden werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren.
Gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - weidevogelgebied', met uitzondering van agrarische bouwvlakken en niet-agrarische bestemmingsvlakken, dienen tevens ter bescherming en voor de instandhouding van het weidevogelgebied.
Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone-stiltegebied' of op minder dan 30 m van gronden met die aanduiding, mogen nieuwe bedrijfs- en andere activiteiten de geluidsbelasting in het stiltegebied niet wezenlijk nadelig beïnvloeden.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterbergingsgebied' zijn gronden mede bestemd voor de (tijdelijke) waterberging.
In afwijking van de aldaar voorkomende bestemming, mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van het beheer van de waterberging worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking het bepaalde in lid 41.4.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de daar voorkomende bestemming(en), indien vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden.
Als strijdig gebruik geldt het gebruik van gronden op een wijze die leidt tot het belemmeren van de tijdelijke berging van water.
Gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' dienen tevens ter:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Hierbij is:
[x] de afstand tot het te bouwen bouwwerk in m, gemeten vanuit het middelpunt van de molen.
Het bevoegd gezag kan afwijken van de Bouwregels en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd overeenkomstig de op de gronden geldende bestemming(en), mits:
Behouders het bepaalde in lid 41.5.5, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren op en in de gronden als bedoeld in lid 41.5.1:
Het in lid 41.5.4 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 41.5.5, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting van de windvang en de andere belangen van de molen ontstaat of kan ontstaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad', mag op de gronden binnen dat straalpad in ieder geval niet hoger worden gebouwd dan 17 m ten opzichte van NAP.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van de desbetreffende beheerder omtrent de aanvaardbaarheid daarvan, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 41.6.1, ten behoeve van het bouwen tot een grotere hoogte, overeenkomstig het ten aanzien van de betreffende bestemmingen bepaalde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels:
Toepassing van afwijkingsbevoegdheden in dit plan mag, in aanvulling op de bij de betreffende afwijkingsbevoegdheden vermelde eisen, alleen plaatsvinden voor zover:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.1 onder a en b, 6.1 onder a en b, 7.1 onder a en b, 8.1 onder a en b, teneinde een vis-, wormen- of madenkwekerij en een champignon- of witlofkwekerij toe te staan, mits de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels teneinde toe te staan dat een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een binnen hetzelfde bouwvlak gevestigd agrarisch bedrijf, mag worden bewoond door derden, die geen functionele binding hebben met dat agrarische bedrijf, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels teneinde toe te staan dat een bestaande woning wordt vervangen door één stolp, onder de volgende voorwaarden:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels in dit plan teneinde binnen woonhuizen en/of bijbehorende bouwwerken mogelijkheden voor mantelzorg, in de vorm van inwoning of een afhankelijke woonruimte, toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd binnen de volgende grenzen het plan te wijzigen indien en voor zover dringende redenen, die na het ter inzage leggen van het plan te hunner kennis zijn gekomen, hiertoe aanleiding geven en voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt:
het wijzigen van bestemmingsgrenzen zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken bestemmingsvlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.
Toepassing van wijzigingsbevoegdheden in dit plan mag, in aanvulling op de bij de betreffende wijzigingsbevoegdheden vermelde eisen, alleen plaatsvinden voor zover:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, de bestemming van gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied natuurontwikkeling', te wijzigen in de bestemming, als bedoeld in artikel 18 Natuur, met dien verstande dat het wijzigen uitsluitend mag geschieden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat binnen een bestemmingsvlak op gronden als bedoeld in het eerste lid van de artikelen:
9 Bedrijf, en 5 Agrarisch - Kwekerij
geen bedrijf meer is gevestigd, het plan te wijzigen zodanig, dat de bestemming van gronden binnen dat vlak wordt gewijzigd in de bestemming als bedoeld in artikel 26 Wonen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwperceel op gronden als bedoeld in de artikelen:
7 (Agrarisch met waarden - Openheid en reliëf),
6 (Agrarisch met waarden - Openheid),
8 (Agrarisch met waarden - Reliëf),
geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in de bestemming Wonen waarbij tevens één of meerdere woningen mogen worden gebouwd ter compensatie van storende bebouwing of functies buiten het bestaand bebouwd gebied, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen als bedoeld in de artikelen:
7 (Agrarisch met waarden - Openheid en reliëf),
6 (Agrarisch met waarden - Openheid),
8 (Agrarisch met waarden - Reliëf),
wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden schriftelijk in kennis zijn gesteld van het voornemen tot het stellen van nadere eisen en in de gelegenheid zijn gesteld zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eisen bij burgemeester en wethouders in te dienen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) op en in de hierna aangegeven gronden, voor zover gelegen buiten bouwvlakken, de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
gronden met de waarden/bestemming/aanduiding | werken en werkzaamheden* | |||||||||||||||
openheid van het landschap | - | - | - | - | - | - | 7 | - | ||||||||
reliëf van de bodem | - | 2 | 3 | - | 5 | - | 7 | - | ||||||||
Waarde - Ecologie | 1 | 2 | - | - | - | 6 | - | - | ||||||||
overige zone - weidevogelgebied | 1 | 2 | 3 | 4 | - | 6 | 7 | 8 | ||||||||
overige zone - waardevol verkavelingspatroon | - | - | 3 1) | - | - | - | - | - | ||||||||
werken en werkzaamheden | ||||||||||||||||
1 | aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; | |||||||||||||||
2 | verlagen van de bodem en afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden; | |||||||||||||||
3 | aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen; | |||||||||||||||
4 | vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben; | |||||||||||||||
5 | het scheuren van grasland; | |||||||||||||||
6 | werken en werkzaamheden die wijziging van de (grond-)waterhuishouding of (grond-)waterstand beogen of tengevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten; | |||||||||||||||
7 | bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters; | |||||||||||||||
8 | het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen. |
* onderstaande cijfers worden in het onderste deel van deze tabel verklaard
- = niet van toepassing
1) niet van toepassing op gronden met tevens de waarde 'reliëf van de bodem'.
Het in lid 45.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 45.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
Voor het geheel of gedeeltelijk slopen van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' of 'specifieke bouwaanduiding - stolp', een omgevingsvergunning voor het slopen vereist.
Het in lid 46.1 vervatte verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden:
De in lid 46.1 bedoelde sloopwerkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen omtrent de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het slopen als bedoeld in lid 46.1 winnen zij advies in bij een ter zake deskundige over het cultuurhistorisch belang van handhaving van de bebouwing en/of de waardedaling en de renovatiekosten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied Opmeer 2014.