direct naar inhoud van 4.7 Bedrijven en milieuzonering
Plan: Bestemmingsplan Haven en Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHENB2010-VG01

4.7 Bedrijven en milieuzonering

Normstelling en beleid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu wordt gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) is gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In dit bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerrein' die is opgenomen in Bijlage 1 van de regels. Een toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgenomen in Bijlage 2 van de toelichting.

Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof. De richtafstanden uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten gelden ten opzichte van de gebiedstypen rustige woonwijk en rustig buitengebied. Ten opzichte van milieugevoelige functies die zijn gelegen in gebieden met een ander gebiedstype kunnen kortere richtafstanden worden aangehouden.

Bedrijfswoningen

Bij de milieuzonering wordt tevens rekening gehouden met bestaande bedrijfswoningen op het bedrijventerrein. Voor deze bedrijfswoningen wordt een ander beschermingsniveau gehanteerd dan voor burgerwoningen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is enige mate van bescherming tegen milieuhinder echter wel noodzakelijk teneinde een voldoende woon- en leefklimaat te bereiken. In verband daarmee is het uitgangspunt gehanteerd dat direct naast bedrijfswoningen bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.1 zijn toegestaan.

Onderzoek

In het plan is voor de diverse delen met een bedrijfsbestemming een algemeen toelaatbare categorie opgenomen. De algemeen toelaatbare categorie is afgestemd op bestaande woningen in de omgeving van het bedrijventerrein en op de beoogde ontwikkeling van milieugevoelige functies. Vervolgens is de algemeen toelaatbare categorie aangepast aan inschaling van de bestaande bedrijfsactiviteiten. Dit houdt in dat er geen hogere algemeen toelaatbare categorie is opgenomen dan noodzakelijk is op grond van de huidige activiteiten. De reden hiervoor is dat het niet wenselijk is om in de haven en op het bedrijventerrein zwaardere categorieën bedrijvigheid toe te staan dan op grond van de huidige bedrijven noodzakelijk is. Op grond van de algemeen toelaatbare categorie kunnen bedrijven uit de betreffende categorie of een lagere categorie zich op het terrein vestigen zonder dat er sprake is van onaanvaardbare milieuhinder ter plaatse van woningen.

Inschaling bestaande bedrijven

Het plangebied bestaat voor een groot deel uit het bedrijventerrein 't Plaveen. Op dat bedrijventerrein zijn bedrijven gevestigd waarvan de bedrijfsactiviteiten grotendeels kunnen worden ingedeeld in milieucategorie 2 tot en met 3.2. Voor bedrijven die niet passen in de algemene toelaatbaarheid omdat niet aan de richtafstanden kan worden voldaan, is een specifieke bedrijfsbestemming opgenomen met bijbehorende SBI-code en categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Op de locaties met een specifieke bedrijfsbestemming zijn enkel bedrijfsactiviteiten toegestaan die voldoen aan de bijbehorende omschrijving of bedrijfsactiviteiten die passen binnen de algemeen toelaatbare categorie. Een lijst met specifieke bedrijfsbestemmingen is opgenomen in onderstaande tabel.

Tabel 4.4 Specifieke bedrijfsbestemmingen

nummer   omschrijving   SBI-code   categorie SvB   Bestemming  
sb-1   productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststof materialen   252   3.1   B1  
sb-2   Verf, lak en vernisfabrieken   243   4.2   B1  
sb-3   rubberartikelenfabrieken   2513   3.2   B1  
sb-4   afvalscheidingsinstallaties   372   4.2   B1  
sb-5   scheepsbouw- en reparatiebedrijven   351   3.2   B1  
sb-6   vervaardiging van overige voedingsmiddelen   1589   4.1   B1  
sb-7   jachthaven   n.v.t.   n.v.t.   B2  
sb-8   bovengronds lpg-reservoir   n.v.t.   n.v.t.   B1  
sb-9   jachthaven   n.v.t.   n.v.t.   B2  
sb-10   botterwerf   n.v.t.   n.v.t.   B2  

Bedrijfswoningen

In de bestaande situatie bevinden zicht in de zuidoosthoek van het terrein van de RWZI twee bedrijfswoningen. Voor de locatie van de RWZI geldt geen bedrijfsbestemming met een algemene toelaatbaarheid, maar alleen een specifieke bedrijfsbestemming waarmee de activiteiten van de RWZi mogelijk worden gemaakt. Hiermee wordt voorkomen dat in de toekomst andere bedrijfsactiviteiten dan de RWZI kunnen plaatsvinden waarmee een ongewenste situatie ten aanzien van de bedrijfswoningen zou kunnen ontstaan. De aanwezige bedrijfswoningen vormen geen belemmering voor overige omliggende bedrijven.

Verder zijn verspreid over het bedrijventerrein nog enkele bedrijfswoningen aanwezig. Het betreft in alle gevallen een bestaande situatie. De bedrijfswoningen vormen geen belemmering voor (toekomstige) omliggende bedrijven. Er worden geen nieuwe bedrijfswoningen mogelijk gemaakt.

Cultuur, sport en recreatie

Voor delen van het plangebied met de bestemming Sport en de bestemming Gemengd waarbinnen 'culturele voorzieningen' en 'sport en recreatieve voorzieningen' zijn toegestaan, is een Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Cultuur, sport en recreatie' opgesteld die is opgenomen in bijlage 3 bij de regels. Ter plaatse van deze bestemmingen is een algemeen toelaatbare categorie bepaald en vastgelegd in de regels bij de betreffende bestemming. Op grond daarvan zijn enkel activiteiten uit de Staat toegestaan die passen binnen de algemene toelaatbaarheid.

Met het afbakenen van toelaatbare activiteiten wordt, analoog aan de systematiek van milieuzonering, voorkomen dat er als gevolg van het plan nieuwe activiteiten mogelijk worden gemaakt die vanwege de afstand tot omliggende functies en het karakter van het gebied niet gewenst zijn. Een voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van een motorcrossterrein op korte afstand van woningen.

Rekening houdend met toekomstige woningbouw is voor gronden met de bestemming Gemengd een algemene toelaatbaarheid tot en met categorie 2 opgenomen. Deze activiteiten zijn direct naast woningen toegestaan. Binnen Gemengd - 2 is hierop een uitzondering gemaakt, waarbij uit wordt gegaan van een algemene toelaatbaarheid tot en met categorie 3.1. Gelet op de verschillende functies die binnen het gebied gerealiseerd kunnen gaan worden middels een wijzigingsbevoegdheid en de functies die reeds aanwezig zijn, kan hier in het kader van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009) worden gesproken over een gemengd gebied in plaats van een rustige woonwijk. Bij een gemengd gebied kan een kleinere afstandsmaat worden aangehouden dan bij een rustige woonwijk, waardoor cultuur, sport en recreatieve functies tot en met categorie 3.1 ter plaatse inpasbaar is.

Voor gebieden met de bestemming Sport is een algemene toelaatbaarheid opgenomen tot en met categorie 3.2. Deze activiteiten passen qua aard en omvang en uitstraling naar de omgeving in het gebied. Op deze locaties vindt in de huidige situatie reeds activiteiten plaats tot en met categorie 3.1. Activiteiten met een zwaardere milieubelasting worden hiermee uitgesloten zodat mogelijke milieuhinder in de omgeving van de gebieden met de bestemming Sport worden voorkomen.

Overige bedrijfsactiviteiten

In het plangebied is op de hoek Rokerijweg/Industrieweg een 50 kV-transformatorstation aanwezig. Voor deze inrichting geldt een richtafstand van 30 m. Verder zijn er twee gasontvangstations (GOS) aanwezig, één aan de Rokerijweg 5 en één aan de Industrieweg 13 (gecombineerd met een gasverdeelstation). Voor deze inrichtingen geldt een richtafstand van 30 m ten opzichte van milieugevoelige bestemmingen vanwege geluid. Aan de genoemde richtafstanden kan niet worden voldaan, binnen de genoemde richtafstanden bevinden zich echter geen woningen.

Verder bevinden zich in de kop van de Oude Haven, tussen de IJsselmeerstraat en de Havenstraat nog enkele bedrijven. Dit gebied heeft de bestemming 'Gemengd - 1' gekregen. De bedrijven zijn in de huidige situatie reeds aanwezig, deze situatie wordt met het voorliggende plan gecontinueerd. De bestaande bedrijfsactiviteiten passen binnen de regels die bij de bestemming Gemengd - 1 zijn opgenomen. In de omgeving van de bedrijven bevinden zich geen milieugevoelige functies zodat er geen sprake is van milieuhinder ter plaatse van milieugevoelige functies zoals wonen.

Ontwikkelingen

In het plan worden op verschillende locaties direct of indirect ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het betreft ontwikkelingen op het voormalige Lucentterrein en de locatie Oude Haven. De ontwikkelingen in de oude Haven zijn ingedeeld in drie fases, van Zuid naar Noord. De eerste fase is reeds gerealiseerd, de tweede fase is centraal gelegen in het gebied Oude Haven en de derde fase bevindt zich aan de kop van het gebied waar de IJsslemeerstraat en de Havenstraat samen komen.

Voormalig Lucentterrein

Voor wat betreft het voormalige Lucentterrein zijn de bestaande bedrijven aan de Havenstaat van belang. Bij de uitwerking van de milieuzonering en de toekenning van de algemene toelaatbaarheid is rekening gehouden met de beoogde woningen. In nieuwe situaties wordt daarom aan de richtafstanden voldaan.

In de huidige situatie is aan de Havenstraat het bedrijf BNI aanwezig. Dit bedrijf past niet binnen de algemene toelaatbaarheid. Daarom is voor het bedrijf een specifieke bedrijfsbestemming opgenomen. Op het bedrijf is SBI-code 243 (verf, lak en vernisfabriek) van toepassing met een bijbehorende richtafstand voor geur en geluid van 300 en 200 m. De afstand tussn de beoogde woningen en de bedrijfslocatie van BNI (waar bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd) bedraagt circa 150 m. De afstand tot de bestaande woningen aan de Botterstraat bedraagt circa 90 m zodat de beoogde woningen op grotere afstand van de bedrijfslocatie van BNI worden gerealiseerd dan de bestaande woningen.

In de huidige situatie heeft in het kader van de milieuvergunning reeds afstemming plaatsgevonden met de omgeving, waarbij de aspecten geur en geluid maatgevend zijn. Omdat ter plaatse van de bestaande woningen aan het toetsingskader voor geluid moet worden voldaan zal dit ook ter plaatse van de beoogde woningen het geval zijn. Voor het aspect geur is van belang dat het bedrijf in het verleden en ook recent (2009) geurmaatregelen genomen. Vanaf de jaren '90 zijn vier naverbrandingsinstallaties geplaatst waardoor de geurhinder sterk is teruggedrongen. Er zijn in de huidige situatie geen geurklachten meer rond het bedrijf. BNI voldoet in de huidige situatie aan de Europese IPPC-richtlijnen ten aanzien van het toepassen van de best beschikbare technieken.

In de toekomst worden de bedrijfsactiviteiten op het westelijke deel van de bedrijfslocatie van BNI, in de zone langs de Havenstraat, verplaatst naar overige delen van de inrichting. In de zone langs de Havenstraat is in het bestemmingsplan ontwikkelingsruimte geboden voor detailhandel en kantoren. Na uitvoering van deze ontwikkelingen neemt de afstand tot de bedrijfsactiviteiten van BNI toe tot circa 190 m. In de huidige en toekomstige situatie is ter plaatse van de beoogde woningen op het voormalige Lucentterrein sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. De beoogde woningen vormen tevens geen belemmering voor het bedrijf BNI aangezien in de huidige bestaande situatie reeds woningen op een kortere afstand van de bedrijfslocatie zijn gelegen.

Oude Haven

Op de locatie Oude Haven, twee en derde fase, ten westen van de insteekhaven, wordt in het voorliggende plan woningbouw mogelijk gemaakt door middel van een wijzigingsbevoegdheid. In verband met de vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan is een actueel geur- en geluidonderzoek uitgevoerd. In dat onderzoek is de invloed op omliggende bedrijven op de locatie Oude Haven (fase 2 en 3) uitgevoerd. De relevante bedrijven zijn de RWZI, Coronel Kartracing en de Botterwerf. Onderstaand zijn de resultaten van het onderzoek per bedrijf weergegeven.

RWZI

De RWZI, die wordt beheer door Waternet, heeft een capaciteit van minder dan 100.000 inwonerequivalenten per jaar. Hiervoor geldt een richtafstand van 200 m ten opzichte van een rustige voor het aspect geur. De beoogde woningen in het wijzigingsgebied Oude Haven bevinden zich op een afstand van circa 160 m (tweede fase) en circa 50 m (derde fase) van de RWZI.

Voor het aspect geluid geldt dat ter plaatse van het deelgebied fase 3 deels niet aan de grenswaarden van 50 db(A) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en 70 dB(A) voor het piekniveau kan worden voldaan. Ontwikkeling van woningbouw in fase 3 is pas mogelijk nadat in het wijzigingsplan is aangetoond dat er sprake is van een aanvaarbare geluidbelasting. Voor fase 2 geldt dat aan het toetsingskader voor geluid kan worden voldaan.

Voor het aspect geur is van belang dat door de RWZI in 1997 diverse geurreducerende maatregelen getroffen zoals het afdekken van tanks en de ventilatie van diverse installaties. Deze maatregelen zijn reeds in de milieuvergunning uit 1994 opgenomen. Ten tijde van de aanvraag is een geurrapport opgesteld waarin reeds rekening is gehouden met de diverse geurreducerende maatregelen. Uit de actuele geurverspreidingsberekeningen is gebleken dat de locatie fase 2 geheel en fase 3 grotendeels buiten de geurcontour 1 ge/m³ als 98-percentielwaarde is gelegen. Een immissieconcentratie van 1 ge/m³ 98-percentiel geldt op grond van de Bijzondere Regeling uit de Nederlandse Emissierichtlijnen (NeR) als het acceptabel hinderniveau voor aaneengesloten woonbebouwing. Deze concentratie wordt slechts in een zeer klein deel van fase 3 overschreden. In het gebied waar het aanvaardbaar hinderniveau verband houdt met deze overschrijding is woningbouw ter plaatse niet mogelijk zolang het acceptabel hinderniveau wordt overschreden.

Coronel Kartracing

Voor het wijzigingsgebied is de bestemming Gemengd - 1 opgenomen. In de regels bij het bestemmingsplan is opgenomen dat deze gronden zijn bestemd voor bestaande bedrijven. Dit betreft enkele bedrijven ten zuiden van de inrichting van Coronel Kartracing, te weten hoveniersbedrijf Rebel & Schaap aan de Havenstraat 285 en de inrichting Car Electric aan de Havenstraat 293. Naast deze bedrijven bevindt zich in dit gebied tevens een kantoor, het betreft het advocatenkantoor Visser-van Daal aan de Havenstraat 291. Ten noorden van Coronel Kartracing zijn eveneens enkele bedrijven aanwezig die in het plan worden bestemd. Het betreft Zand, grond en bouwmaterialenhandel Gebr. Vos aan de Havenstraat 307, aannemingsbedrijf Drent en Welling Beheer BV aan de Havenstraat 305, sportschool HeJeNA aan de Havenstraat 305a en Tegelhandel Allertz aan de IJsselmeerstraat 316a. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zal rekening moeten worden gehouden met deze bedrijven voor zover deze ter plaatse gevestigd blijven.

In verband met de beoogde woningbouwontwikkeling in het Oude Havengebied is akoestisch onderzoek verricht naar de activiteiten binnen de bedrijfslocatie van Coronel Kartracing, gelegen aan de Havenstraat 295. Voor deze inrichting geldt een richtafstand van 50 m ten opzichte van een rustige woonwijk en 30 m ten opzichte van gemengd gebied vanwege geluid. Het wijzigingsgebied kan vanwege de aanwezige functiemenging in de vorm van sportvelden, horeca en bedrijvigheid worden getypeerd als gemengd gebied. Door middel van een wijzigingsbevoegdheid worden woningen ten noorden en ten zuiden van de kartbaan op kortere afstand dan 30 m mogelijk gemaakt.

Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat ter plaatse van de beoogde woningen in het wijzigingsgebied, zowel fase 2 als 3, niet zonder meer aan de grenswaarden voor geluid (langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en piekniveau) kan worden voldaan. Er zijn bronmaatregelen of overdrachtmaatregelen nodig om de geluidbelasting terug te dringen. Een voor de hand liggende maatregelen betreft de plaatsing van geluidschermen. Ten tijde van het opstellen van het wijzigingsplan moet worden aangetoond dat er ter plaatse van de beoogde ontwikkeling sprake is van een goed woon- en leefklimaat en dat het bedrijf niet in zijn bedrijfsvoering wordt beperkt.

Botterwerf

Ter plaatse van de Botterwerf vindt onderhoud en reparatie van klassieke schepen plaats, zowel in de hal als op een helling. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de activiteiten op het buitenterrein (slijpen) voor een aanzienlijk geluidbelasting zorgen ter plaatse het wijzigingsgebied fase 3. Dit houdt in dat deze activiteiten zullen moeten worden verplaatst naar de hal teneinde de geluidbelasting omlaag te brengen. In dat geval is nog aanvullend onderzoek nodig naar de isolatiewaarde van hal in verband met geluid.

Conclusie

De milieuzonering voor het bedrijventerrein is afgestemd op de omgeving en op de voorkomende bedrijfsactiviteiten in de huidige situatie. Op de locaties waar niet aan de van toepassing zijnde richtafstanden kan worden voldaan, is een specifieke bedrijfsbestemming opgenomen zodat een eventuele toename van milieuhinder in de toekomst wordt voorkomen. Als gevolg van de milieuzonering is ter plaatse van de woningen in het plangebied sprake van een goed woon- en leefklimaat. Tevens worden bestaande en toekomstige bedrijven niet in hun bedrijfsvoering beperkt. Voor de beoogde woningbouw aan de Oude Haven (tweede en derde fase) geldt dat deze ontwikkeling alleen mogelijk is als diverse maatregelen worden getroffen om de geur- en geluidbelasting van omliggende bedrijven RWZI, Coronel Kartracing en de Botterwerf terug te dringen. Ten tijde van het opstellen van het wijzigingsplan moet worden aangetoond dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de beoogde woningen. Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuzonering de uitvoering van het plan niet in de weg staat.