Plan: | Bestemmingsplan Haven en Bedrijventerreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0406.BPHENB2010-VG01 |
Normstelling en beleid
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken2 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Risicorelevante inrichtingen
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.
Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en (spoor)wegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties een grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en een streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten geldt in nieuwe situaties een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken. Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire RVGS per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Weg en het Basisnet Water opgenomen in de circulaire.
Transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen
In het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) is aangesloten bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi): een normering voor het PR en een oriëntatiewaarde voor het GR. Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR wordt een oriëntatiewaarde als ijkpunt gehanteerd. Het GR in de omgeving van buisleidingen moet worden verantwoord (in bestaande en nieuwe situaties). In een aantal situaties kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het GR. Het betreft de volgende situaties:
Bij een beperkte verantwoording kan worden volstaan met het vermelden van:
Beleidsvisie externe veiligheid
De raad heeft in november 2010 de 'beleidsvisie externe veiligheid Gooi en Vechtstreek' vastgesteld. Hierin zijn richtlijnen opgenomen voor het toepassen van externe veiligheidsregels bij ruimtelijke ontwikkelingen in Gooi en Vechtstreek. Voor bedrijventerreinen als Het Plaveen is in die visie opgenomen, dat:
Onderzoek en resultaten
In verband met aantonen van de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is een onderzoek externe veiligheid uitgevoerd naar diverse risicobronnen in en om het plangebied. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 5 van deze toelichting. In deze paragraaf zijn de conclusies weergegeven die volgen uit dat onderzoek.
Inrichtingen
Lpg-tankstations
Aan de Ambachtsweg 50A is een lpg-tankstation van Esso aanwezig met een vergunde doorzet van 1.000 m³ lpg per jaar. Voor deze inrichting geldt op grond het Bevi een PR 10-6-contour van 45 m rond het vulpunt voor lpg, 15 m rond de afleverinstallatie en 25 m rond het reservoir. Tevens geldt een invloedsgebied voor de beoordeling van het GR van 150 m. Binnen de PR 10-6-contouren van de inrichting is één beperkt kwetsbaar object gelegen. Het betreft de inrichting van Koeman Motoren aan de Handelsweg 15. De PR 10-6 contour geldt als richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Omdat het een bestaande situatie betreft en de PR10-6 contour als richtwaarde geldt voor beperkt kwetsbare objecten, worden geen maatregelen getroffen. De bestaande situatie wordt in het huidige plan gecontinueerd. Het plan maakt geen ontwikkeling van kwetsbare objecten mogelijk.
Met behulp van de lpg-rekentool is een indicatieve berekening uitgevoerd van het GR rond het lpg-tankstation. Bij de berekening is een worstcasebenadering gehanteerd die is gebaseerd op maximale invulling van de bouwmogelijkheden in het bestemmingsplan. Het GR ligt in de huidige situatie boven de oriënterende waarde. Wanneer in de berekeningen rekening wordt gehouden met de maatregelen op grond van het lpg-convenant ligt het GR onder de oriënterende waarde. Het GR rond deze inrichting is verantwoord (zie bijlage 6).
Aan de Eemlandweg 9 is een lpg-tankstation van Texaco gevestigd met een vergunde doorzet van 1.000 m³ lpg per jaar. Op deze inrichting is een maatgevende PR 10-6-contour van 45 m rond het vulpunt van toepassing. Binnen deze afstand is een woning gelegen zodat er sprake zou zijn van een knelpunt. In de Regeling externe veiligheid inrichting (Revi)3 is aangegeven dat vanaf 2010 bij het opstellen van bestemmingsplannen mag worden geanticipeerd op kortere afstanden voor het PR indien in bestaande situaties niet aan de grenswaarde voor het PR kan worden voldaan. Deze kortere afstanden zijn gebaseerd op maatregelen die op grond van het lpg-convenant uiterlijk in 2010 moeten zijn getroffen. Dit betekent dat voor het lpg-tankstation een PR 10-6-contour van 35 m rond het vulpunt kan worden aangehouden. Binnen deze afstand bevinden zich in de huidige situatie geen kwetsbare objecten, het plan maakt tevens geen ontwikkeling van kwetsbare objecten mogelijk. Wel is binnen de PR 10-6 contour van 35 m een beperkt kwetsbaar object gelegen. Het betreft de inrichting Irene Buitensport gelegen aan de Fabrieksweg 4. Omdat het een bestaande situatie betreft en de PR 10-6 contour als richtwaarde geldt voor beperkt kwetsbare objecten worden geen maatregelen getroffen, de bestaande situatie wordt in het huidige plan gecontinueerd.
Met behulp van de lpg-rekentool is een indicatieve berekening uitgevoerd van het GR rond het lpg-tankstation, rekening houdend met de maatregelen die zijn getroffen op basis van het lpg-convenant. Uit de berekening blijkt dat er sprake is van een lichte overschrijding van de oriënterende waarde (ook wanneer rekening wordt gehouden met de maatregelen uit het lpg-convenant). Dit geeft in principe aanleiding tot het uitvoeren van gedetailleerd onderzoek. Er is echter gerekend met een overschatting van de bevolkingsinventarisatie. Daarbij komt dat in de lpg-rekentool een veiligheidsmarge is ingebouwd. Nader onderzoek is daarom niet noodzakelijk, wel is het GR verantwoord (zie bijlage 6).
Aan de Ambachtsweg 20 is het lpg-tankstation Gulf Demarol/Hoekstra gelegen. Voor dit bedrijf geldt, naast een PR 10-6-contour van 45 m rond het vulpunt, een PR 10-6-contour van 120 m vanwege de aanwezigheid van een bovengronds lpg-reservoir. Deze PR 10-6-contour is niet afhankelijk van de doorzet lpg per jaar en blijft van kracht ongeacht de convenantmaatregelen. Voor deze inrichting is vanwege de bovengrondse opslag een QRA uitgevoerd met behulp van het programma SAFETI-NL. Binnen de PR 10-6-contour zijn diverse bedrijfsgebouwen gelegen die worden aangemerkt als beperkt kwetsbaar object, waaronder een deel van de nieuw te bouwen productiehal van BNI. De aanwezigheid hiervan wordt verantwoord geacht. Het betreft immers geen kwetsbare object(en), die worden met dit plan ook niet mogelijk gemaakt.
Het GR voor deze inrichting ligt, rekening houdend met convenantmaatregelen, onder de oriënterende waarde. Ook voor deze inrichting is het GR verantwoord (zie bijlage 6).
BN International (BNI)
Aan de Rokerijweg 5 is het bedrijf BNI gevestigd waar opslag van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Dit bedrijf valt niet onder het Bevi. Voor dit bedrijf gelden rond de opslagvoorziening generieke afstanden voor het plaatsgebonden risico die niet buiten de inrichting zijn gelegen.
Bovendien zijn met BNI afspraken gemaakt om het gasontvangststationaan aan de Rokerijweg 5 uiterlijk op 1 juli 2014 te verwijderen, in samenhang met het verwijderen van de hogedruk aardgastransportleiding onder de Havenstraat dat naar dit gasstation leidt. Daarvoor in de plaats wordt een leiding met een druk van maximaal 8 bar aangelegd vanaf het gasdrukstation aan de Industrieweg naar het BNI-terrein. Omdat de druk van deze leiding lager is dan 16 bar, valt deze leiding niet onder het Besluit externe veiligheid buisleidingen en is deze daarmee in het kader van de ruimtelijke ordening niet relevant.
Wegtransport gevaarlijke stoffen
De gemeente Huizen heeft een transportroute voor gevaarlijke stoffen vastgesteld. Deze route loopt vanaf de ontsluiting van de A27 via de Randweg, het Merk, Huizermaatweg en Zuiderzee naar het bedrijventerrein 't Plaveen. Over de route vindt transport van lpg plaats met een frequentie van 200 vrachtbewegingen per jaar. Enkele wegen op het bedrijventerrein maken onderdeel uit van de vastgestelde route.
In verband met recente ontwikkelingen die met een andere ruimtelijke procedure zijn mogelijk gemaakt is recent een QRA opgesteld4. Uit deze QRA blijkt dat de PR 10-6-contour niet buiten de weg is gelegen. Het GR blijft voor het onderzochte wegvak beneden de oriënterende waarde. Aangezien de bevolkingsdichtheid langs de weg in het plangebied niet hoger is dan in het onderzoeksgebied in de QRA (waar scholen en woningen op korte afstand van de weg voorkomen), zal er ter hoogte van het plangebied eveneens onder de oriënterende waarde worden gebleven. Het aspect vervoer van gevaarlijke stoffen maakt voor de volledigheid onderdeel uit van de verantwoording van het GR.
Buisleidingen
In het plangebied is een tweetal hogedruk aardgasleidingen gelegen waarvan de kenmerken zijn aangegeven in onderstaande tabel. Voor beide leidingen is een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd door AVIV. De volledige rapportage is opgenomen in Bijlage 7. De ligging van de leidingen is weergegeven in figuur 4.2. In deze figuur zijn gebieden waar ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt aangeduid als 'plangebied', dit betreft niet de aanduiding van het gehele plangebied waarvoor het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld. Opgemerkt wordt voorts dat in het bestemmingsplan wordt geanticipeerd op het mogelijk verwijderen van (delen) van leidingen door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid.
Tabel 4.3 Kenmerken hogedruk aardgasleidingen
Naam | Maximale werkdruk | Uitwendige diameter |
PR 10-6 risicocontour |
Invloeds- gebied |
Afstand tot plangebied | ||||
Aardgasleiding N.V. Nederlandse Gasunie (W-533-03) | 40 bar | 8 inch | 0 m | 95 m | ligt in het plangebied | ||||
Aardgasleiding N.V. Nederlandse Gasunie (W-533-03) | 40 bar | 4 inch | 0 m | 45 m | ligt in het plangebied | ||||
Aardgasleiding N.V. Nederlandse Gasunie (W-533-08) | 40 bar | 8 inch | 0 m | 95 m | ligt in het plangebied |
Figuur 4.2 Ligging hogedruk aardgasleidingen in het plangebied Haven- en bedrijventerrein (bron: AVIV, QRA hogedruk aardgasleidingen, november 2012)
Plaatsgebonden risico
Uit de QRA van AVIV blijkt dat voor alle drie de aanwezige hogedruk aardgasleidingen dat de PR 10-6 contour niet buiten de leidingen is gelegen.
Groepsrisico
Voor de leiding W-533-08 en de gehele leiding W-533-03 (4" tracé en 8 " tracé) is een groepsrisicoberekening uitgevoerd voor de huidige en toekomstige situatie. In deze berekening is rekening gehouden met de aanwezigheid van personen in het invloedsgebied van de leidingen, zowel binnen het plangebied als in de directe omgeving (conform de rekenregels uit het Handboek Buisleidingen). Voor de leiding W533-03, die is gelegen langs de Eemlandweg, de Industrieweg, de Rokerijweg en de Havenstraat, geldt dat het groepsrisico na uitvoering van het bestemmingsplan een factor 13 keer kleiner is dan de oriënterende waarde.
Leiding W-533-08 vormt een verbinding tussen leiding W 533-03 en het gasontvangstation dat is gelegen aan de Industrieweg 13. Het betreft een relatief klein tracé. Voor dit tracé is in de nieuwe situatie een groepsrisico berekend dat een factor 1650 keer kleiner is dan de oriënterende waarde. Voor beide leidingen geldt dat het groepsrisico ruimschoots beneden de oriënterende waarde is gelegen. Bovendien zijn met BNI afspraken gemaakt om de hogedruk aardgastransportleiding onder de Havenstraat naar het gasontvangststationaan aan de Rokerijweg 5 uiterlijk op 1 juli 2014 te verwijderen en deze te vervangen door een lagedruk-leiding vanaf het gasdrukstation aan de Industrieweg naar het BNI-terrein. Ook voor deze risicobron geldt dat het groepsrisico voor de volledigheid is meegenomen in de verantwoording (zie bijlage 6).
Toetsing aan beleidsvisie externe veiligheid
In de planregels is rekening gehouden met de uitgangspunten van de beleidsvisie, door de aanwezigheid van nieuwe risicovolle inrichtingen niet toe te staan. In het bijzonder betreft het nieuwe bedrijven die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen (zoals lpg-tankstations). Ook de opslag van vuurwerk en munitie is uitgesloten, omdat de risico's tot op zekere hoogte vergelijkbaar kunnen zijn met die bij bevi-inrichtingen zoals lpg-tankstations. Daarnaast is bij de verantwoording groepsrisico, die in de bijlage is opge-omen, getoetst aan deze uitgangspunten, met als uitkomst dat aan de uitgangspunten van de beleidsvisie wordt voldaan.
Conclusie
Als gevolg van de uitvoering van het plan ontstaan geen knelpunten in verband met de normering voor het PR. Voor het GR rond de diverse risicobronnen geldt dat de beperkte overschrijdingen van de oriënterende waarde voor het groepsrisico bij twee lpg-tankstations geen belemmering vormen voor de uitvoering van het plan. Voor het bestemmingsplan is, mede aan de hand van het advies van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, een verantwoording van het GR opgesteld. Voor de aanwezige risicobronnen in het plangebied. In deze verantwoording wordt geconcludeerd dat na uitvoering van het bestemmingsplan sprake is van een aanvaardbare risicosituatie. Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.