Plan: | Bestemmingsplan Haven en Bedrijventerreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0406.BPHENB2010-VG01 |
Waterbeheer en watertoets
In het Besluit ruimtelijke ordening is de 'watertoets' opgenomen. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening. Dit proces komt in samenwerking tussen de gemeente en waterbeheerder tot stand.
Het binnendijkse plangebied ligt in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, Waternet neemt daarbij de uitvoering van het waterbeheer voor zijn rekening. Het waterbeheer in het Gooimeer wordt gevoerd door de waterbeheerders, vervolgens zijn de aandachtspunten en opmerkingen van de waterbeheerders verwerkt in het plan.
Beleid
Europees beleid
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat in 2015 alle waterlichamen een 'goede ecologische toestand' (GET), en voor sterk veranderde/kunstmatige wateren een 'goed ecologisch potentieel' (GEP) moeten hebben bereikt. De chemische toestand moet voor alle waterlichamen (natuurlijk en kunstmatig) in 2015 goed zijn.
Rijksbeleid
Het Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel (NBW-actueel, 2008) is een actualisatie van het oorspronkelijke NBW uit 2003. Het betreft een overeenkomst tussen het Rijk, de provincies, het InterProvinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen. Het beleid van WB21 en KRW zijn belangrijke peilers van het akkoord. Het NBW heeft tot doel om in 2015 het watersysteem op orde te hebben en daarna op orde te houden anticiperend op veranderende omstandigheden zoals onder andere de verwachte klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van verhard oppervlak. In de actualisatie uit 2008 is meer nadruk gelegd op klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave, ontwikkelingen in de woningbouw en infrastructuur en de implementatie van de Kaderrichtlijn Water.
Provinciaal beleid
In het Provinciaal Waterplan Noord-Holland 2006-2010, Bewust omgaan met water wordt de provinciale visie weergegeven op het waterhuishoudingsbeleid. Het plan beschrijft op hoofdlijnen de functies van het oppervlaktewater en onderscheid de grondgebruikcategorieën die de waterschappen moeten faciliteren. Door de ontwikkelingen in het nationale en Europese beleid, is de beleidsaanpak wezenlijk veranderd. Klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling hebben steeds meer invloed op het beheer van ons water. Veiligheid, wateroverlast en -tekort, waterkwaliteit en grond- en drinkwater zijn de vier waterthema's.
Inwoners en bedrijven dienen te allen tijde optimaal beschermd te zijn tegen overstromingen en wateroverlast. Uiterlijk in 2015 moet het watersysteem op orde zijn zodat het in staat is om de neerslaghoeveelheden op te vangen. Daarnaast mag de waterkwaliteit zeker niet meer verslechteren. De waterkwaliteitsdoelen worden gesteld conform de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarnaast worden kosteneffectieve 'altijd goed'-maatregelen uitgevoerd gericht op het voorkomen van verslechtering en het behalen van de waterkwaliteitsdoelen.
Beleid Hoogheemraadschap
Het Hoogheemraadschap streeft naar 'droge voeten en schoon water op peil', zoals geformuleerd in het Waterbeheerplan Amstel, Gooi en Vecht 2006-2009. Het Hoogheemraadschap maakt in de betreffende periode een omschakeling naar en nieuwe manier van werken. Daarbij wordt de Europese Kaderrichtlijn Water geïmplementeerd, worden acties opgezet om klimaatsverandering en de wateroverlastproblemen als gevolg daarvan het hoofd te kunnen bieden en wordt gestreefd naar kosteneffectieve maatregelen voor de afvalwaterketen.
Momenteel werkt het Hoogheemraadschap aan het Waterbeheerplan 2010-2015. Er is voor gekozen om in dit stadium alleen het KRW-deel van het Waterbeheerplan te maken; de overige thema's van het Waterbeheerplan worden in 2009 uitgewerkt.
In de Handleiding Watertoets & Vergunningverlening (2003) van het Hoogheemraadschap zijn de uitgangspunten aangegeven voor het afstemmen van ruimtelijke plannen op het watersysteem. Het Hoogheemraadschap gaat bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke functies uit van 10% open water of zoveel als uit een nadere berekening nodig blijkt.
Gemeentelijk beleid
Het stedelijk Waterplan Huizen 2006-2015 (2005) biedt een visie op het watersysteem in de planperiode. In het Waterplan is de huidige watersituatie vastgelegd en zijn verbeterpunten benoemd. Dit heeft geleid tot een aantal maatregelen, die door de gemeente en AGV binnen de planperiode tot uitvoer zullen worden gebracht. Het streven is een goed functionerend stedelijk watersysteem en een vergroting van de ecologische waarde en daarmee de belevings- en gebruikswaarde van het water.
Huidige situatie water
Het plangebied bestaat uit de haven, het industriegebied en de sportvelden van Huizen, gelegen in het noordelijke deel van de kern.
Bodem en grondwater
De maaiveldhoogte verloopt van circa NAP +3 m in het zuiden tot circa NAP 0 m in het noorden van het plangebied. De bodem in het oostelijke deel van het plangebied bestaat uit klei, in het westelijke deel van het plangebied bestaat de bodem uit zand.
Volgens de Bodemkaart van Nederland ligt het oostelijke deel van het plangebied in een gebied met grondwatertrap II, centraal komt grondwatertrap III voor en het westelijke hoger gelegen deel wordt aangeduid met grondwatertrap VII. De bijbehorende grondwaterstanden zijn weergegeven in tabel 4.5 In het westelijke deel van het plangebied treedt kwel op, dit kwelwater is afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug.
Tabel 4.5 Grondwatertrappen met bijbehorende grondwaterstanden
grondwatertrap | Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand | Gemiddeld Laagste Grondwaterstand |
II | < 0,4 m onder het maaiveld | 0,5 m - 0,8 m onder het maaiveld |
III | < 0,4 m onder het maaiveld | 0,8 m - 1,2 m onder het maaiveld |
VII | 0,8 - 1,4 m onder het maaiveld | > 1,2 m onder het maaiveld |
Oppervlaktewater
Het plangebied maakt onderdeel uit van het Gooi en ligt op de grens van het infiltratiegebied. Het plangebied behoort tot de hogere gronden en is vrijgesteld van peilbesluiten. Ten oosten van de sportvelden ligt een geïsoleerde plas.
In het Gooimeer en in de haven die in open verbinding staat met het Gooimeer, wordt een zomerpeil van NAP -0,2 m en een winterpeil van NAP -0,4 m gehandhaafd. Langs het Gooimeer ligt ter plaatse van het plangebied geen waterkering die als zodanig wordt aangeduid.
De bebouwing in het plangebied is hoofdzakelijk aangesloten op een gemengd rioolstelsel, waarbij het afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Huizen. De RWZI ligt binnen het plangebied, ten westen van de haven.
Toekomstige situatie
In het bestemmingsplan wordt een aantal ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daarbij is het van belang de uitgangspunten van duurzaam waterbeheer waar mogelijk toe te passen. In dit bestemmingsplan worden de volgende ontwikkelingen mogelijk gemaakt:
Voor bovenstaande ontwikkelingen worden de uitgangspunten van duurzaam waterbeheer gehanteerd. Dit betekent dat wanneer het verhard oppervlak toeneemt, 10% van deze toename wordt gecompenseerd in de vorm van open water.
Verder wordt ingeval van nieuwbouw een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Hierbij wordt schoon hemelwater afgevoerd naar het oppervlaktewater, terwijl enkel het afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater afgevoerd wordt naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Ingeval van nieuwbouw wordt gebruikgemaakt van duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Indien desondanks uitloogbare materialen worden gebruikt, dienen deze te worden voorzien van een coating om uitloging tegen te gaan. Bij de waterwoningen is het van belang dat het waterpeil naar aanleiding van de realisatie niet zal stijgen. Gelet op de open verbinding van het water met de haven en voorts het Gooimeer zal hier redelijkerwijs geen sprake van zijn.
In de consoliderende delen van het bestemmingsplan zijn geen directe mogelijkheden om het watersysteem te verbeteren. Ingeval van eventuele toekomstige ontwikkelingen wordt op dat moment de watertoets voor de betreffende ontwikkeling doorlopen.
Het plangebied maakt deel uit van de integrale Keur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. Werkzaamheden op, in of aan de haven zijn in dat kader uitsluitend toegestaan na ontheffing van de waterbeheerder.
Water in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied als zodanig bestemd.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het plan geen negatieve gevolgen heeft voor de waterhuishoudkundige situatie. De aanpassingen van de waterhuishouding voldoen aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.