direct naar inhoud van Artikel 25 Overige regels
Plan: Bestemmingsplan Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPDORP2010-OH01

Artikel 25 Overige regels

25.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de planregels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

25.2 Parkeren
  • a. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 15 dient bij de oprichting van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk en/of de verandering in functie op het bijbehorend bouwperceel, te worden voorzien in parkeerplaatsen volgens de volgende regeling:
Functie   Oprichting/vergroting/verandering  
1. Praktijkruimten   1 parkeerplaats per 20 m2 bvo  
2. Maatschappelijke doeleinden   1 parkeerplaats per 35 m2 bvo  
3. Detailhandel   1 parkeerplaats per 25 m2 bvo  
4. Bedrijven   1 parkeerplaats per 50 m2 bvo  
5. Kantoren   1 parkeerplaats per 40 m2 bvo  
6. Dienstverlening   1 parkeerplaats per 40 m2 bvo  
7. Horeca   1 parkeerplaats per 15 m2 bvo  
8. Wonen   1,4 parkeerplaats per woning indien de maximale bruto-oppervlakte van de woning 80m2 bedraagt en1,8 parkeerplaats per woning indien de maximale bruto-oppervlakte meer dan 80 m2 bedraagt.  
   

  • b. bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen volgens het gestelde in lid 25.2 onder a, worden de ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit plan voor parkeerplaatsen in gebruik zijnde, of voor parkeerplaatsen geplande gronden, buiten beschouwing gelaten;
  • c. voor zover er door het oprichten van nieuwe bouwwerken of het vergroten van bestaande bouwwerken, parkeerplaatsen verloren gaan, dienen deze in gelijke omvang te worden gecompenseerd;
  • d. indien bij de eindberekening het aantal parkeerplaatsen uitkomt op een halve of meer, dan vindt de afronding naar boven plaats. Minder dan een halve wordt naar beneden afgerond;
  • e. voor niet onder lid 25.2 onder a genoemde functies geldt de parkeernorm zoals opgenomen in Parkeerkerncijfers - ASVV 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23. Uitgegaan dient te worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'; vervolgens dient uitgegaan te worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven;
  • f. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 onder a indien:
    • 1. het gebruik niet wijzigt en
    • 2. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 100 m2 brutovloeroppervlakte dan wel 10% van het totale brutovloeroppervlakte indien dit niet meer is dan 100m2 en
    • 3. is aangetoond dat als gevolg van de uitbreiding de parkeerbehoefte niet toeneemt;
  • g. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 onder a indien op het bouwperceel redelijkerwijs geen gronden (meer) beschikbaar kunnen worden gehouden t.b.v. een parkeerplaats en in voldoende mate binnen redelijke afstand van het bouwperceel in parkeerplaatsen is of kan worden voorzien;
  • h. het bevoeg gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2onder a, indienop het bouwperceel in de bestaande situatie meer of een gelijk aantal parkeerplaatsen aanwezig is, dan ingevolge lid 25.2 onder a voor de in zijn geheel gerealiseerde bebouwing en/of wijziging van het gebruik is vereist;
  • i. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 25.2 onder a, indien op grond van de parkeernorm, zoals opgenomen in de parkeerkencijfers CROW 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23, een minder aantal parkeerplaatsen is vereist.Uitgegaan dient te worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'. Vervolgens dient uitgegaan te worden van het gemiddelde van de bandbreedt die wordt aangegeven;
  • j. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 25.2 onder a, indien de uitbreiding van de bebouwing niet leidt tot een grotere parkeerbehoefte.