direct naar inhoud van Artikel 24 Algemene wijzigingsregels
Plan: Bestemmingsplan Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPDORP2010-OH01

Artikel 24 Algemene wijzigingsregels

24.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

24.2 Wijzigingsgebieden

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduidingen 'Wro-zone-wijzigingsgebied 1 en 2' wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen', 'Tuin' en 'Verkeer - Verblijfsgebied', met dien verstande dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 1' (Veldweg 14):
    • 1. het aantal woningen ten hoogste 7 bedraagt;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen moet aansluiten op de bebouwing in de directe omgeving;
    • 3. de dakhelling van de hoofdgebouwen niet minder dan 40 en niet meer dan 55 graden bedraagt. Indien een mansardekap wordt gerealiseerd kan hiervan afgeweken worden;
    • 4. een goede ontsluiting is gewaarborgd;
    • 5. ten aanzien van het parkeren voldaan wordt aan de parkeernormen uit artikel 25.2;
    • 6. wijziging uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder niet op belemmeringen stuit;
    • 7. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
    • 8. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 2' (Keucheniusstraat 29/31):
    • 1. het aantal woningen ten hoogste 8 bedraagt;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen moet aansluiten op de bebouwing in de directe omgeving;
    • 3. de dakhelling van de hoofdgebouwen niet minder dan 40 en niet meer dan 55 graden bedraagt. Indien een mansardekap wordt gerealiseerd kan hiervan afgeweken worden;
    • 4. een goede ontsluiting is gewaarborgd;
    • 5. ten aanzien van het parkeren voldaan wordt aan de parkeernormen uit artikel 25.2;
    • 6. wijziging uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder niet op belemmeringen stuit;
    • 7. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
    • 8. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.