direct naar inhoud van Artikel 6 Kantoor
Plan: Bestemmingsplan De Blauwe Berg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.BPBlauweBerg-oh01

Artikel 6 Kantoor

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. dienstverlening, ondergeschikt en ondersteunend aan kantoren;

met de daarbij behorende:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. pleinen, wegen en paden;
  • e. groenstroken, bermen en beplantingen;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  • h. kunstwerken;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. bluswatervoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. binnen de bouwvlakken mag gezamenlijk maximaal 6.000 m² aan Kantoren worden gerealiseerd;
  • c. de goothoogte van gebouwen binnen een bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen binnen een bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • e. de gebouwen dienen te worden voorzien van een kap.

6.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bij elk bouwvlak mag maximaal 15% van het oppervlak van het bouwvlak als bijgebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd, met een maximum van 15 m² per bouwvlak;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 3,5 meter;

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn gevel maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten bedraagt 12 meter;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • d. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de brandveiligheid en rampenbestrijding.