direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Bestemmingsplan De Blauwe Berg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.BPBlauweBerg-oh01

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. plantsoenen, groenstroken, bermen en beplanting;
  • b. waterlopen en waterpartijen;
  • c. beschoeiingen, steigers, bruggen, duikers en/of dammen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. een terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
  • f. horeca als bedoeld in categorie 2.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
  • g. pleinen, wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • h. kunstuitingen;
  • i. kunstwerken;
  • j. bluswatervoorzieningen;
  • k. een geluidswal eventueel in combinatie met geluidwerende voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van:
  • 1. maximaal 2 gebouwen voor onderhoud en beheer;
  • 2. een horeca-inrichting als bedoeld in categorie 2.2;
  • b. de maximale bouwhoogte van elk gebouw voor onderhoud en beheer bedraagt 3,5 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van elk gebouw voor onderhoud en beheer bedraagt 15 m²;
  • d. de maximale bouwhoogte van de horeca-inrichting bedraagt 5 meter;
  • e. de maximale oppervlakte van de horeca-inrichting bedraagt 200 m².

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale hoogte van licht- en vlaggenmasten bedraagt 12 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van de geluidswal en de geluidwerende voorzieningen bedraagt 10 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 5 meter.

4.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Groen ter plaatse van de wijzigingsbevoegdheid te wijzigen in de bestemming Verkeer met dien verstande dat:

  • a. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing;
  • b. wordt voldaan aan relevante milieuwetgeving. Onder relevante milieuwetgeving word in ieder geval verstaan wetgeving betreffende flora en fauna, bodem- en grondwaterkwaliteit en de mate van hinder voor de omliggende functies;
  • c. de sociale veiligheid wordt gewaarborgd;
  • d. de verkeersveiligheid en brandveiligheid is gewaarborgd.

4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.