direct naar inhoud van Artikel 9 Cultuur en ontspanning
Plan: Bestemmingsplan Binnenstad
Status: goedgekeurd
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.BPBinnenstad-OH01

Artikel 9 Cultuur en ontspanning

 

9. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Cultuur en ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van cultuur en ontspanning al dan niet in combinatie met:

1.    horecabedrijven categorie 1.1, ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 1.1’;

2.    een hotel, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca - hotel’;

3.    horecabedrijven categorie 3;

4.    dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, ter plaatse van de aanduiding ‘dienstverlening’;

5.    het wonen, voorzover het de vierde bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’;

6.    ondergrondse parkeervoorzieningen;

7.    een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;

met de daarbijbehorende:

b.    groenvoorzieningen;

c.    water;

d.    parkeervoorzieningen;

e.    nutsvoorzieningen;

f.     bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

waarbij het behoud van de in bijlage 4 en 5 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is.

9. 2.       Bouwregels

9. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één bedragen;

c.    ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ mag de bouwhoogte van een hoofdgebouw ten hoogste de in de aanduiding aangegeven bouwhoogte bedragen;

d.    ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ mag de goot- en bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de in de aanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;

e.    in afwijking van het bepaalde onder a mogen ondergrondse parkeervoorzieningen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regel:

-       de verticale diepte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen.

9. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

9. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de in bijlage 4 en 5 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht;

b.    de milieusituatie;

c.    de verkeerssituatie;

d.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

9. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 9.2.1. sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

1.    er sprake is van een incidentele uitbreiding;

2.    uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak worden gebouwd.

9. 5.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding ‘wonen’, in welk geval ten hoogste 2 woningen in de vierde bouwlaag zijn toegestaan;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van speelautomatenhallen.