Plan: | Utrechtseweg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.15bp00utrechtseweg-oh01 |
In de Rijksstructuurvisie is een drietal doelen geformuleerd die als uitgangspunt dienen voor de structuurvisie. De hoofddoelen zijn:
Aan deze doelen is een aantal nationale belangen gekoppeld die deze doelen moeten verwezenlijken. In de structuurvisie is dit gebied gesplitst in de regio Amsterdam en de regio Utrecht. De Gooi- en Vechtstreek behoort tot de regio Utrecht. In deze regio moet de komende jaren een grote woningbouwopgave worden gerealiseerd. De functie van Hilversum in dit netwerk blijft dezelfde als dat het nu is. Rondom Hilversum liggen Natuurbeschermingsgebieden volgens de (herijkte) EHS. Deze zullen hebben de functie van buffer tussen de verschillende gemeenten en een dagrecreatieve functie.
Door de Europese Kaderrichtlijn Water heeft Nederland een resultaatverplichting voor het bereiken van de gewenste waterkwaliteit en ecologie van grond- en oppervlaktewatersystemen. Voor grote wateren of watersystemen, de zogenaamde waterlichamen, zijn hiertoe bindende doelen opgesteld. De maatregelen om de doelen te bereiken worden uitgewerkt in de stroomgebiedprocessen. Voor de overige wateren geldt het stand-still principe. Waterbeheerders mogen hiervoor zelf aanvullende doelen opstellen.
In onderhavig bestemmingsplan is een waterparagraaf (§ 3.7.2) opgenomen waarin is beschreven wat de gevolgen voor de waterhuishouding zijn en hoe water is vastgelegd in dit bestemmingsplan. Hiermee wordt voldaan aan de eisen uit de Kaderrichtlijn Water.
De nota is in 2000 vastgesteld. Natuur en landschap leveren een essentiële bijdrage aan een leefbare en duurzame samenleving. Hoofdpunten zijn de Ecologische Hoofdstructuur, biodiversiteit, karakteristieke natte natuur en natuur in en om de stad. Het Gooi aangewezen als kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. Het beleid is er gericht op vergroting van natuurgebieden, herstel van milieukwaliteiten en het scheppen van samenhang tussen natuurgebieden. Door de aanleg van robuuste ecologische verbindingen krijgen populaties van plant- en diersoorten kansen om hun aantal door migratie en uitwisseling op peil te houden, te herstellen of te versterken. Ontsnippering is van cruciaal belang.
Onderhavig bestemmingsplan is conserverend van aard en heeft derhalve geen gevolgen voor eventuele aanwezige ecologische waarden. Voor de gebieden met een overwegend groen karakter is een groen of bos bestemming opgenomen.