direct naar inhoud van 3.8 Kabels en leidingen
Plan: Bosdrift 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01

3.8 Kabels en leidingen

3.8.1 Riolering

De Utrechtse Heuvelrug verdeelt het rioolstelsel van de kern Hilversum in twee delen, een oostelijk en een westelijk deel. Het plangebied behoort tot het westelijke rioolstelsel, dat gekenmerkt wordt door een grotendeels gescheiden stelsel, met aparte inzameling van regenwater. De in dit plangebied gelegen Bloemenwijk is hier een uitzondering op. Het regenwater van de gescheiden stelsels van west lozen al dan niet via stadsvijvers op de wateren van de Kortenhoefsepolder (Hilversums kanaal) of op de wateren van de ’s-Gravelandse polder (Oude Haven/Gooise Vaart).

Het plangebied kenmerkt zich door een sterk hellend maaiveld en langgerekte riooldistricten. In het plangebied zijn enkele onderbemalingsgebieden aanwezig. In het plangebied is op uitzondering van de Bloemenbuurt een gescheiden rioolstelsel aanwezig. Bij een gescheiden rioolstelsel worden de afvalwaterstroom en de regenwaterstroom los van elkaar via verschillende rioleringsnetwerken afgevoerd; het hemelwater via een hemelwaterleiding en het afvalwater via een droogweerafvoerleiding.

In de Bloemenbuurt Noord is een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd dat het overtollige hemelwater afvoert naar de Oude Haven. Een verbeterd gescheiden rioolstelsel is een rioolstelsel dat op dezelfde manier werkt als een gescheiden rioolstelsel, echter wordt de eerste afstroom van regenwater verpompt naar de RWZI via de droogweerafvoerleidingen in verband met opvang van de in beginsel vrijkomende verontreinigingen.

In het overige deel van de Bloemenbuurt is daarnaast een gemengd rioolstelsel aanwezig. Hierbij worden de regenwaterstroom en de afvalwaterstroom tezamen afgevoerd via één rioolnetwerk en bij hevige of langdurige neerslag stort gemengd riooloverstortwater over op oppervlaktewater. Vanuit dit gemengd rioolstelsel is een overstort aanwezig op de buiten het plangebied gelegen vijver Kerkelandenlaan.

Het afvalwater uit het plangebied wordt via een hoofdrioolgemaal buiten het plangebied afgevoerd naar de rioolwaterzuivering (RWZI) Horstermeer. Deze RWZI is in beheer van AGV en ligt in de gemeente Wijdemeren.

3.8.2 Kabels en leidingen

Binnen het plangebied en in de directe omgeving ervan zijn de volgende hogedruk aardgasleidingen gelegen:

  • 1. De leiding W-533-12 die volgens de risicokaart een diameter van 12 inch en een werkdruk van 40 bar heeft. Conform de risicokaart heeft de leiding een plaatsgebonden risicocontour van 0 meter. Het 1%-letaliteitsgebied bedraagt 140 meter en het 100%-letaliteitsgebied 70 meter. Deze hogedruk aardgasleiding is een relevante risicobron voor het plangebied en conform het Bevb is een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd . Deze QRA is als bijlage toegevoegd. Hieruit is gebleken dat het plaatsgebonden risico geen belemmering oplevert voor het bestemmingsplan. Uit de berekening naar het groepsrisico blijkt dat de hoogte van de groepsrisico's onder de oriëntatiewaarde ligt. Tevens is de hoogte van het groepsrisico lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde, waardoor volstaan kan worden met een beknopte verantwoording van het GR.
  • 2. De leiding W-500-19 die volgens de risicokaart een diameter van 6 inch en een werkdruk van 40 bar heeft. Conform de risicokaart heeft de leiding een plaatsgebonden risicocontour van 0 meter. Het 1%-letaliteitsgebied bedraagt 70 meter en het 100%-letaliteitsgebied 50 meter. Het bestemmingsplan is gelegen buiten het 1%-letaliteitsgebied van de leiding, zodat de leiding geen relevante risicobron voor het plangebied is.

In het rapport Risicoberekening Hogedruk-aardgasleiding, projectnr. 234154, revisie 01 (Oranjewoud, 2 februari 2012) zijn de naar aanleiding van deze aardgasleidingen uitgevoerde berekeningen gepresenteerd.

Conclusie

De uitgevoerde risicoanalyse heeft geleid tot de volgende conclusies. Uit de berekening blijkt dat er geen plaatsgebonden risico van 10-6/jaar wordt berekend. Er is daarmee automatisch voldaan aan de normstelling voor het plaatsgebonden risico. Uit de berekening naar het groepsrisico blijkt dat de hoogte van de groepsrisico's onder de oriëntatiewaarden ligt. Tevens is de hoogte van het groepsrisico lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde.

Verantwoordingsplicht: Het voorgenomen ruimtelijke besluit ligt binnen het invloedsgebied van een hogedruk aardgastransportleiding. Vanwege de ligging binnen het invloedsgebied van de leiding dient voor dit ruimtelijke besluit de verantwoording van het groepsrisico ingevuld te worden. De uitgebreidheid van de invulling van de verantwoording van het groepsrisico is afhankelijk van de ligging van het plangebied en de hoogte van het groepsrisico. Uit de berekening blijkt dat het groepsrisico lager is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Bij de invulling van de verantwoording kan volstaan worden met het invullen van de elementen betreffende de hoogte en toename van het groepsrisico, de mogelijkheden voor bestrijdbaarheid en beperking van de omvang van een ongeval en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid.

3.8.3 Straalverbindingen

In het plangebied zijn geen straalverbindingen gelegen.