direct naar inhoud van Artikel 40 Wonen - Uit te werken
Plan: Binnenstad 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.11bp00binnenstad-va01

Artikel 40 Wonen - Uit te werken

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

en tevens voor:

  • b. bedrijven uit categorie 1 en 2 zoals genoemd in Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van bedrijfsactiviteiten met de SBI-2008 code 016, 451, 452, 454, 45205, 473, 46499, 493, 5221, 7711 en 96012, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf';

met de daarbij behorende voorzieningen.

40.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in artikel 40.1 omschreven bestemming uit met in achtneming van de volgende regels:

  • a. bij het uitwerken dient het bepaalde in Bijlage 1 Stedenbouwkundige karakteristieken, in acht te worden genomen;
  • b. het beleid is er op gericht de straatwand langs de Langestraat en de Kapelstraat aan te helen met een woongebouw met een eigen identiteit, waarbij de bebouwing de monumentale waarde van het Gooilandcomplex dient te respecteren;
  • c. de bouwhoogte mag maximaal 17,00 meter bedragen;
  • d. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 80;
  • e. het percentage bedoeld in sub d geeft het totaal toegestane grondoppervlak aan bebouwing binnen de bouwgrenzen aan, uitgedrukt in procenten van het bouwperceel;
  • f. voor wonen zijn tevens de standaard specifieke gebruiksbepalingen ten aanzien van 'aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit' van toepassing zoals genoemd in artikel 31.5.2.
  • g. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde zullen in het uit te werken plan nadere regels worden gesteld.

40.3 Voorlopig bouwverbod
40.3.1 Bouwverbod

Zolang en voorzover de in artikel 40.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits:

  • a. het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp-uitwerkingsplan;
  • b. gedurende de termijn van ter inzagelegging geen zienswijzen tegen het ontwerp-uitwerkingsplan zijn ingebracht, tenzij het vergunningvrije bouwwerken betreft;

40.3.2 Afwijken voorlopig bouwverbod

Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 40.3.1 voor een interne verbouwing ten behoeve van ten tijde van de ter visielegging van het ontwerp van dit plan aanwezige bebouwing.

40.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Het is verboden op de in artikel 40.1 bedoelde gronden (bestaande) bouwwerken te slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk van het bevoegd gezag;
  • b. Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor het slopen, zoals bedoeld in artikel 40.4sub a uitsluitend, indien:
    • 1. een rapport is overlegt waarin de natuurwaarden van de gebouwen die blijkens de aanvraag worden gesloopt, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
    • 2. uit het in sub b onder 1, bedoelde rapport blijkt dat natuurwaarden van gronden door het verlenen van de vergunning zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meerdere van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor het slopen verbinden:
      • de verplichting tot het treffen van maatregelen, waardoor natuurwaarden kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het compenseren van eventueel verlies aan natuurwaarden.

40.5 Afwijken gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag is, na horing van de milieudeskundige, bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 40.1 sub b ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn toegestaan;
  • b. Het bevoegd gezag is, na horing van de milieudeskundige, bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 40.1 sub b ten behoeve van bedrijven met een hogere milieucategorie volgens Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn toegestaan;

40.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn, na horing van de milieudeskundige, bevoegd de categorale indeling van Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten volgens 40.1 sub b te wijzigen door het opnemen danwel afvoeren van een bedrijf, indien de ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel de technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven of indien het door de raad vastgestelde economisch beleid daartoe aanleiding geeft.