direct naar inhoud van 3.8 Waterparagraaf
Plan: Bestemmingsplan Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.06bp00noord-oh01

3.8 Waterparagraaf

Het plangebied is gelegen op de hogere gronden van de stuwwal en is infiltratiegebied. De hoogte van het maaiveld varieert van NAP + 5,50 m tot NAP + 7,50 m. Het oostelijke deel van het plangebied ligt binnen grondwaterbeschermingsgebied II. Het meest oostelijke puntje van het plangebied ligt in grondwaterbeschermingsgebied I. Het intrekgebied van de drinkwaterwinning is naar verwachting iets omvangrijker. Op het maaiveld is de natuurlijke afstroming zuidelijk. In de zandige ondergrond stroomt het grondwater globaal genomen in oostelijke richting.

3.8.1 Grondwaterbeschermingsgebied

De hydrologische situatie van het plangebied heeft grote gevolgen voor het waterbeheer. De gedeeltelijke ligging van het plangebied in grondwaterbeschermingsgebied I en II (zie figuur 6) stelt daarbij bijzondere eisen. Ernstige bedreigingen voor de drinkwaterwinning moeten hier worden geweerd en voor andere activiteiten moet een voldoende beschermingsniveau worden bereikt. Dit houdt onder andere in dat bij wijziging en uitbreiding van de bebouwing met bijhorende riolering en parkeerplaatsen een melding moet worden gedaan bij de provincie Noord-Holland. In sommige gevallen moet een ontheffing in het kader van de Provinciale Milieuverordening worden aangevraagd. Dit geldt eveneens voor bijzondere werken, zoals warmtewinning uit grondwater, en mogelijk ook voor infiltratie van regenwater dat in het plangebied valt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.06bp00noord-oh01_0011.jpg"

Figuur 6: Grondwaterbeschermingsgebieden

3.8.2 Bestaand watersysteem

In het plangebied Noord komen twee typen rioolstelsels voor: een gemengd systeem en een gescheiden systeem. Een gemengd systeem voert zowel het afvalwater als het relatief schone regenwater via hetzelfde rioolstelsel af. Bij een gescheiden systeem worden de afvalwaterstroom en de regenwaterstroom, los van elkaar, via verschillende rioolstelsels afgevoerd. Beide systemen voeren het afval- en regenwater uiteindelijk af naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). De RWZI ligt buiten het plangebied op Anna's Hoeve. Het plangebied is onder te verdelen in een oostelijk deel en het overige deel van het plangebied.

Oostelijk deel plangebied

Alleen het meest oostelijke deel van het plangebied is gemengd gerioleerd. Dit is globaal genomen ook het deel van het plangebied dat in het grondwaterbeschermingsgebied I en II ligt. Het afval- en regenwater wordt hier dus via hetzelfde stelsel afgevoerd. Hierdoor is de kans op infiltreren van verontreinigd regenwater (doordat het bijvoorbeeld eerst vuil mee neemt als het over straten of pleinen stroomt en daarna in de bodem infiltreert) minimaal. Dit gemengde systeem is echter een absoluut stelsel. Dit betekent dat al het water dat niet direct door de RWZI kan worden verwerkt, op Anna's Hoeve moet worden geborgen. Een beperking van de belasting met regenwater van het gemengde systeem is in dat opzicht dan ook zeer wenselijk. Dit zal daarom als uitgangspunt worden gehanteerd bij herontwikkeling. De afvoer van regenwater zal dan middels infiltratie kunnen plaatsvinden. Een voorwaarde is dat dit gecontroleerd gebeurd vanwege de ligging in/nabij grontwaterbeschermingsgebied I en II.

Overige delen plangebied

Het overige (grootste) deel van het plangebied is gescheiden gerioleerd. Het afvalwater wordt via een gescheiden rioolstelsel direct afgevoerd naar de RWZI. Het meeste regenwater wordt middels regenwaterriolen verzameld in een in de wijk gelegen siervijver, de Berlagevijver. Deze vijver is tevens een onderdeel van de functie “groen” in de wijk en vormt ook een architectonisch onderdeel van de Noorder Begraafplaats. De Berlagevijver heeft de functie van een retentiebassin. Dat wil zeggen dat hierin het verzamelde regenwater uit de wijk wordt geborgen. Zodra er capaciteit in het gemengde stelsel beschikbaar is, wordt het wateroverschot uit de vijver via een overloopleiding ook afgevoerd naar de RWZI.

3.8.3 Huidige beleid

Voor het gemengd gerioleerd gebied is het voornemen dat schoon regenwater, vooral bij nieuwbouwprojecten, wordt afgekoppeld en wordt geïnfiltreerd in de bodem. Het regenwater mag, zeker gezien de gedeeltelijke ligging in grondwaterbeschermingsgebieden, uiteraard niet verontreinigd zijn (moet voldoen aan de streefwaarden van de wet Bodembescherming). Infiltratie zal daarom alleen van schone verharde oppervlakten kunnen plaatsvinden. Voorwaarden daarbij zijn het aanleggen van lokale zuiveringsvoorzieningen (wadi's, helofyten, bezinkvoorzieningen, e.d.), het tegengaan van uitlogende (bouw)materialen en het vermijden van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen.

Voor het gescheiden gerioleerd gebied is eveneens het voornemen om het regenwater, vooral bij nieuwbouwprojecten, te infiltreren. Nu infiltreert de Berlagevijver niet en wordt het wateroverschot uit de vijver via een overloopleiding uiteindelijk afgevoerd naar de RWZI. De voorgenomen infiltratie van regenwater is in het Gooi ook aan kwaliteitseisen gebonden. Er is inmiddels in samenwerking met het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (Waternet) een plan ontwikkeld om het wateroverschot van de Berlagevijver te infiltreren. In samenloop met de ontwikkeling van de nieuwe RWZI-Hilversum zal dit plan worden gerealiseerd. Het wateroverschot zal dan gecontroleerd worden geïnfiltreerd in groengebieden. In dit plan is afgezien van het direct infiltreren van regenwater van dakverhardingen omdat daardoor de waterkwaliteit in de vijver zal afnemen. In dit plan zal rekening worden gehouden met de robuustheid van het regenwatersysteem in verband met toename van neerslag als gevolg van de klimaatverandering.

3.8.3.1 Toekomstig beleid

Onderzoek wijst uit dat afkoppelen en op eigen perceel infiltreren van regenwater kan leiden tot bodem- en grondwaterverontreinigingen, omdat afstromend regenwater niet altijd schoon is. Daarom wil de gemeente hier in de toekomst genuanceerder mee omgaan. Het afkoppelbeleid wordt in samenwerking met provincie en waterschap in het kader van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP periode 2009-2014) aangepast aan deze nieuwe inzichten. Voor de toekomstige invulling van het afkoppelbeleid wordt verwezen naar het GRP.