direct naar inhoud van 5.6 Cultuurhistorische waarden
Plan: Bestemmingsplan Media Park
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.05bp00mediapark-oh01

5.6 Cultuurhistorische waarden

5.6.1 Historisch-geografische waarden

Het westelijk deel en een gedeelte van het zuidelijke deel van het plangebied is beschermd stads- of dorpsgezicht. Het als zodanig aangewezen gebied heeft in het bestemmingsplan een dubbelbestemming gekregen. Het gebied is daarmee beschermd. De regeling is gericht op het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Slopen van waardevolle bouwwerken is alleen mogelijk met een in dit bestemmingsplan opgenomen sloopvergunningvereiste.

De bestaande cultuurhistorische elementen en gebouwen, alsmede de potentieel aangewezen monumenten in het plangebeid worden bij de ontwikkeling zo veel mogelijk beschermd. Dat wil zeggen dat bij de bouw rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van deze bijzondere elementen en zijn omgeving.

5.6.2 Archeologische waarden

Om vast te stellen in hoeverre sprake is van archeologische vindplaatsen en -zo ja- of deze al dan niet behoudenswaardig zijn, is het nodig om inventariserend archeologisch vooronderzoek uit te voeren. Dit inventariserende onderzoek bestaat uit bureauonderzoek en veldwerk. Het uitvoeren van inventariserend archeologisch vooronderzoek is in principe verplicht als het gaat om plannen die gepaard gaan met bodemingrepen, zoals bouwen, heien, graven, ophogen, plaveien of ontwateren. Vooronderzoek kan achterwege blijven in delen van een plangebied waar de bestaande inrichting intact blijft.

In hoofdstuk 3.6 is aangegeven dat in het plangebeid verwacht wordt archeologische waarden aan te treffen. Deels is een hoge, en deels een middelhoge verwachting toegekend. Voor de gebieden met een hoge en middelhoge trefkans, is een aanlegvergunningstelsel in het bestemmingsplan opgenomen. Die gebieden zijn als "Archeologisch waardevol gebied-hoog dan wel -middel" aangeduid. Archeologisch onderzoek in het gebied met een hoge trefkans is vereist voor alle grondroerende werkzaamheden die een omvang hebben van meer dan 100 m², en die dieper reiken dan 40 cm. In het gebied met een middelhoge trefkans is archeologisch onderzoek vereist voor alle grondroerende werkzaamheden die een omvang hebben van meer dan 500 m², en die dieper reiken dan 40 cm.

Voor het Media Park (zelf) is in september 2008 een archeologisch bureauonderzoek1 afgerond (bijlage 11) om de archeologische verwachtingen nader te toetsen. Het betrof een archeologisch bureauonderzoek met betrekking tot zes deelprojecten binnen het Media Park waar de voorgenomen ontwikkelingen plaats zullen vinden. Deze zes deelprojecten (zoals aangegevn in het SPvE) zijn: Portiersgebouw, Matrix, Middenweg, Watervilla, Media Machine en Hotel Media Park. Daarnaast is een inventariserend veldonderzoek (IVO), door middel van boringen, voor het projectgebied Hotel Media Park uitgevoerd.

In dit bureauonderzoek wordt geconcludeerd dat voor de noordoostelijke helft van het Media Park een middelhoge trefkans geldt op behoudenswaardige archeologische resten. Voor de zuidwestelijke helft van het Media Park geldt een hoge trefkans. De verwachting geldt ten aanzien van voornamelijk losse vuursteenvondsten uit de periode Midden Paleolithicum tot en met Mesolithicum, nederzettingen, grafvelden en grafheuvels uit de periode Neolithicum tot en met de IJzertijd en sporen uit de Middeleeuwen.

Voor vijf van de zes deelgebieden, te weten Portiersgebouw, Matrix, Middenweg, Watervilla en Media Machine is vastgesteld dat op basis van oude of recente verstoringen, de omvang van de deelgebieden en de aard van de plannen, de verwachting voor het aantreffen van archeologisch behoudenswaardige resten laag is. In het onderzoek wordt voorgesteld om voor de locaties Portiersgebouw en Matrix ter plaatse enkele (minder dan vijf) verkennende boringen uit te voeren om te controleren of sprake is geweest van zandophoging en/of een intact bodemprofiel. Voor de locaties Middenweg, Watervilla en Media Machine wordt aanbevolen om verder geen archeologisch onderzoek te laten uitvoeren

Voor het gebied 'Hotel Media Park' geldt dat het aanwezige talud eventueel aanwezige archeologie kan hebben afgedekt. De archeologisch hoge verwachting blijft voor dit deelgebied dan ook staan. Aanbevolen wordt om na de sloop van Gebouw 11 aanvullende boringen te laten verrichten, ter plaatse van de te verstoren delen.

In verband met overige nieuwe ontwikkelingen is het nodig nader onderzoek te verrichten, met achtereenvolgens de volgende stappen:

  • een bureauonderzoek;
  • als het bureauonderzoek daartoe aanleiding geeft: een inventariserend veldonderzoek (geofysisch onderzoek, proefboringen);
  • als het inventariserend veldonderzoek daartoe aanleiding geeft: een vervolgonderzoek (proefsleuven);
  • naar aanleiding van de resultaten neemt het bevoegd gezag een selectiebesluit besluit over de noodzaak van het fysiek beschermen van het archeologische erfgoed of, als beschermen niet mogelijk is, het uitvoeren van een definitief onderzoek (archeologische opgraving). Andere mogelijke uitkomsten zijn het vrijgeven van het plangebied, en het stellen van nadere eisen, zoals het archeologisch laten begeleiden van werkzaamheden of het aanpassen van de plannen om verstoring van het archeologische erfgoed te voorkomen.

De verschillende onderdelen van het onderzoek dienen plaats te vinden op basis van een op te stellen programma van eisen. Het bevoegd gezag (gemeente Hilversum) dient de programma´s van eisen goed te keuren, de onderzoeksrapporten te beoordelen en het selectiebesluit te nemen.

In het bestemmingsplan is aan de delen waarvoor een (middel)hoge archeologische verwachtingswaarde geldt, de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' (met aanlegvergunningstelsel) toegekend. Daarbij zijn in de planregels, op grond van artikel 39 van de Monumentenwet 1988, voorwaarden gesteld ter bescherming van de archeologische waarden in het plangebied. Deze voorwaarden waarborgen dat het bovenomschreven onderzoek daadwerkelijk wordt uitgevoerd en, als daaruit blijkt dat op de bouwlocatie inderdaad sprake is van archeologische waarden, het college van burgemeester en wethouders maatregelen kan voorschrijven ter bescherming van die waarden.

Afgezien van het voorgaande is het van belang om bij elke grondverstoring alert te zijn op eventuele oude grondsporen en vondsten. Deze dienen direct bij de gemeente Hilversum gemeld te worden.