direct naar inhoud van 3.5 Duurzaamheid en leefbaarheid
Plan: Bestemmingsplan Media Park
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.05bp00mediapark-oh01

3.5 Duurzaamheid en leefbaarheid

3.5.1 Duurzaamheid

Duurzaamheid is gericht op drie kwaliteitsaspecten: people, planet en profit/prosperity. De pijler 'people' richt zich op aspecten van sociale kwaliteit en proceskwaliteit: de leefbaarheid van de omgeving, sociale veiligheid en de betrokkenheid van bewoners, bedrijven en overheden (sociale duurzaamheid).

De pijler 'planet' is direct gerelateerd aan de milieukwaliteit en thema's als energie, ecologie en water, maar ook aan gezondheid, verkeer en afval, en daarmee aan verschillende grote milieuproblemen zoals verlies aan biodiversiteit, klimaatsverandering, bedreigingen van de gezondheid en aantasting van de leefomgeving (fysieke duurzaamheid). Uitgangspunten zijn een brongerichte benadering, het sluiten van kringlopen en behoud en versterking van de kwaliteit van de leefomgeving.

De pijler 'profit/prosperity' richt zich op de aanwezigheid van voorzieningen, voldoende werkgelegenheid en inkomensdifferentiatie. Hierbij wordt bijgedragen aan het functioneren van de leefomgeving (economische duurzaamheid). De essentie van deze zogenaamde Triple P-benadering is een evenwichtige integrale ontwikkeling van de kwaliteitsaspecten.

In de huidige situatie op voornamelijk het Media Park is duurzaamheid een steeds meer ingeburgerd begrip. Bij de laatste nieuwbouwprojecten is rekening gehouden met duurzaam bouwen.

In de gebouwen op het NOS-terrein is een groot deel van de conventionele verlichting vervangen door hoogfrequent verlichting. Ook zijn de klimaatregelinginstallaties in omvang teruggebracht en is het aantal warmtetappunten aanmerkelijk verminderd.

TCN (Media Park Enterprise B.V.) heeft in het Gateway-complex voor de verlichting in toiletruimtes aanwezigheidsdetectie aangebracht. Daarnaast is in de gebouwen hoogfrequent verlichting toegepast en zijn in een aantal gebouwen waterbesparende kranen en een warmte/koude-bron gerealiseerd.

Het Mediapark ligt voor de afvoer van afvalwater en regenwater geïsoleerd van de gemeentelijke rioolstelsels. Door de ligging op de hogere zandgronden kon in het kader van duurzaamheid van de nood een deugd worden gemaakt door het regenwater, afkomend van de verhardingen, zo schoon mogelijk in de bodem te infiltreren. De verstening van het gebied heeft daardoor geen negatieve invloed op de grondwaterkwantiteit en dus de kwel in de randgebieden van het Gooi.

3.5.2 Leefbaarheid

Geluid

De regelgeving over geluidshinder is te vinden in de Wet geluidhinder (Wgh) en de Wet milieubeheer (Wm). De Wgh voorziet in een zonering van wegen en spoorwegen en stelt eisen aan de geluidsbelasting binnen de zones rond en langs die (spoor)wegen.

In het plangebied liggen (spoor)wegen die volgens de Wgh en/of Wm een geluidszone hebben. Een (geluids)zone is een aandachtsgebied waarbinnen, als er geluidsgevoelige bestemmingen zijn of kunnen worden gerealiseerd, moet worden getoetst aan de grenswaarden van de Wgh. Geluidsgevoelige bestemmingen zijn onder meer woningen, scholen en gebouwen voor de gezondheidszorg. De voorkeursgrenswaarde voor geluidsgevoelige bestemmingen ten gevolge van wegverkeerslawaai bedraagt 48 dB. De voorkeursgrenswaarde ten gevolge van spoorweglawaai bedraagt voor woningen 55 dB en voor andere geluidsgevoelige gebouwen 53 dB. In geval van industrielawaai bedraagt de voorkeursgrenswaarde ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen 50 dB(A).

Zones langs wegen (hoofdstuk VI Wet geluidhinder)

Wegen waarop een 30 km/h-regime van toepassing is en wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied, hebben op basis van artikel 74 van de Wgh geen geluidszone. Voor overige autowegen gelden de volgende zones:

  • 350 meter voor een weg bestaande uit drie of meer rijstroken (stedelijk gebied);
  • 200 meter voor een weg bestaande uit één of twee rijstroken (stedelijk gebied).
  • Naarderweg (200m);
  • Witte Kruislaan (200 m);
  • Lage Naarderweg (200 m);
  • Mies Bouwman Boulevard (200 m);
  • Sumatralaan (200 m);
  • Insulindelaan (200 m);
  • Godelindelaan (200 m).

Binnen die zones liggen geluidgevoelige bestemmingen (woningen). De geluidsbelasting op de gevels bedraagt 60 à 63 dB. Voor woningen langs de Lage Naarderweg, Sumatralaan, Insulindelaan, en Godelindeweg is, in het kader van een saneringsprogramma, een melding gedaan bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Ook is de school aan de Sumatralaan in het saneringsprogramma opgenomen.

Zones langs spoorwegen (hoofdstuk VII Wet geluidhinder)

Langs een spoorweg bevindt zich een geluidszone waarvan de breedte, gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf, is aangegeven op de bij het Besluit geluidhinder (Bgh) behorende kaart.

In het plangebied ligt de spoorlijn Amersfoort/Utrecht - Hilversum - Amsterdam/Almere, waarvan de zone een breedte van 300 meter heeft. Binnen de zone liggen geluidgevoelige bestemmingen. Bestaande woningen waarvan de geluidsbelasting gerekend op 1 juli 1987 op de gevel hoger was dan 65 dB(A), zijn bij het ministerie van VROM als saneringssituatie gemeld. Voor woningen en een school aan de Sumatralaan en de Lage Naarderweg is ook een melding gedaan. De geluidsbelasting op de gevels bedraagt 68 à 74 dB.

Zones rond inrichtingen (hoofdstuk 8 Wet milieubeheer)

Op het Media Park en omgeving komen geen zogenaamde grote lawaaimakers voor. Dat is niet toegestaan op grond van het geldend bestemmingsplan. Dat betekent dat het media Park geen geluidszone heeft op grond van de Wgh.

De geluidsproductie van een inrichting is afhankelijk van de soort inrichting en van de in de milieuvergunning opgenomen regels over geluid.

In het plangebied zijn met name multimediabedrijven gevestigd. Bestaande bedrijven die een milieuvergunning hebben of een melding hebben gedaan in het kader van de op de Wm gebaseerde algemene maatregel van bestuur zijn geïnventariseerd, dit aan de hand van de BIK '95-code (dit is de bedrijfsindeling van de Kamer van Koophandel fabrieken 1995).

Op basis van de VNG-brochure `Bedrijven en Milieuzonering` (2007) is aan de bedrijven een milieucategorie toegekend. Die categorieën zijn als volgt te onderscheiden:

categorie 1   bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die, gelet op hun aard en invloed op de omgeving, toelaatbaar zijn in woonwijken  
categorie 2   bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die, gelet op hun aard en invloed op de omgeving, toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies  
categorie 3   bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die, gelet op hun aard en invloed op de omgeving, in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken.  
Straat   Nr.   Naam   Categorie   BIK-code  
Godelindeweg   17   Commissariaat voor de Media   2   92203  
Naarderweg   103   Valkieser   2   922112  
Sumatralaan   45   Intrax   2   92112  
Sumatralaan   45   N.O.S. (Heideheuvel)   2   922201  
Sumatralaan   45   Technicolor   2   922201  
Sumatralaan   45   Net 3   2   922201  
Sumatralaan   45   V.P.R.O.   2   922201  
Sumatralaan   45   Vara   2   922201  
Sumatralaan   45   RVU-educatieve omroep   2   922201  
Sumatralaan   45   Beeld en Geluid   2   92513/92522  
Sumatralaan   45   RVU   2   922201  
Sumatralaan   45   Holland mediagroep   2   922201  
Sumatralaan   45   Kinderdagverblijf   2   85331  
Sumatralaan   45   Restaurant   2   553011  
Sumatralaan   45   Essent Warmte (EC1 en EC2)   3.2   4001  
Sumatralaan   45   TCN-Media Park   2   92203/701  
Sumatralaan   45   Media Academie   2   80422  
Witte Kruislaan   35   N.P.S.   2   922201  
Witte Kruislaan   45   Sony Music   2   221101/92312  
Witte Kruislaan   47   KPN Telecom (kantoor)   1   6420  
Witte Kruislaan   47   KPN Zendmast   3.2   642002  
Witte Kruislaan   55   Wereldomroep   2   922201  

Lucht

Op 15 november 2007 is nieuwe wetgeving op het punt van luchtkwaliteit van kracht geworden. Sindsdien zijn de hoofdlijnen voor regelgeving rond luchtkwaliteitseisen opgenomen in de Wet milieubeheer (Wm), en wel in hoofdstuk 5, titel 2.

Artikel 5.16, lid 1, Wm geeft aan onder welke voorwaarden bestuursorganen bepaalde bevoegdheden (bijvoorbeeld het vaststellen van een bestemmingsplan) mogen uitoefenen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging;
  • een project past binnen het NSL/RSL (Nationaal/Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit).

'In betekenende mate' (IBM) wil zeggen dat het project met meer dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde bijdraagt aan de concentraties in de buitenlucht. Voor de norm van 40 µg/m3 voor NO2 betekent dit dus dat een project IBM is als het leidt tot een toename van de concentraties met meer dan 1,2 µg/m3. Dit geldt ook voor PM10. Als voor één van beide stoffen de 3%-grens wordt overschreden, wordt het project in zijn geheel als IBM aangemerkt. Deze grens van 3% is gekoppeld aan de werking van het NSL. Zolang het NSL nog niet definitief van kracht is, geldt er een grens van 1%. Ook deze 1%-grens is opgenomen in de AMvB NIBM (Besluit niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen).

In samenhang met de ontwikkelingen op het Media Park, zoals beschreven in hoofdstuk 5, is onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat in de huidige situatie (2008) de grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie van NO2 (40 µg/m3) op één onderzoekslocatie wordt overschreden, en wel langs de Larenseweg. De grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie PM10 en de norm voor het aantal overschrijdingen van de grenswaarde van de 24-uursgemiddelde concentratie van PM10 worden nergens overschreden.

In hoofdstuk 5.5 wordt hierop teruggekomen.