Plan: | Bestemmingsplan Media Park |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.05bp00mediapark-oh01 |
In het plangebied is veel groen aanwezig. De groene omgeving rondom de bedrijvigheid van het Media Park is een kwaliteit die bepalend is voor de identiteit van dit deel van Hilversum.
Hilversum is als brinkdorp ontstaan op de rand van de zandige stuwwal naar de lagere gelegen veengronden. Ondanks de sterke verstedelijking vertoont de stad nog altijd de voor de Gooise dorpen kenmerkende radiale structuur in het wegenpatroon. Deze radiale opbouw heeft op een aantal plaatsen geleid tot een 'groene vingerstructuur', waarbij het omliggende bos- en heidegebied tot dicht bij het centrum doordringt. Het plangebied is voor Hilversum een fraai voorbeeld van een dergelijke groene vinger in de stedelijke structuur. Enerzijds kunnen wandelaars via een aantrekkelijke groene route naar de buitengebieden lopen, anderzijds kunnen flora en fauna vanuit de buitengebieden tot in de stad doordringen.
Het plangebied is gelegen op de overgang van de bebouwde kom naar het beboste buitengebied. In tegenstelling tot de andere stadsranden van Hilversum, waar deze grens op de meeste plaatsen opvallend hard en scherp is, is hier sprake van een geleidelijke overgang. De stadsrandzone met het terrein van het Media Park en het groene villagebied Trompenberg gaat geleidelijk over in het bosgebied van het Spanderswoud.
Het plangebied vormt landschappelijk gezien een eenheid met de omgeving. Het grootschalige karakter van het Media Park wordt mede door de verdiepte ligging, de aanwezige daktuinen en het grote aantal bomen rondom de gebouwen niet als storend ervaren. Het groene karakter van het Media Park is in de afgelopen jaren meer onder druk komen te staan door toename van bebouwing en verhardingen, in combinatie met achterstallig onderhoud aan tuinen.
Het Heksenweitje (in het westen van het plangebied) heeft als grote open ruimte in een dicht stedelijk/bosgebied een hoge belevingswaarde. Deze voormalige enk (met mest opgehoogde akkers rondom dorpen op de zandgronden) is zeer kenmerkend voor het Gooi. Omdat het gaat om een van de laatst overgebleven onbebouwde enken, is hier ook sprake van een belangrijke cultuurhistorische betekenis.
Het Dievenpaadje (in het zuidwesten van het plangebied) is, naast een cultuurhistorisch waardevol element (zie paragraaf 3.6), ook een landschapselement dat in zijn huidige vorm als recreatieve route dienst doet. Hoewel een deel van dit onverharde wandelpad in het verleden is verdwenen om bebouwing op het Media Park mogelijk te maken, vormt het resterende Dievenpaadje in de huidige vorm een mooie wandelroute tussen de buitenring (Insulindeweg) en het Heksenweitje. Tussen het Heksenweitje en de Witte Kruislaan ligt een verbindend wandelpad dat aansluit op de padenstructuur in de natuurgebieden van het Goois Natuurreservaat. Deze doorgaande verbinding is van belang, omdat het de enige route is die de gehele 'groene vinger' in het plangebied laat zien. De route kent in de huidige vorm een aantal knelpunten, waardoor deze niet optimaal functioneert. De belangrijkste knelpunten zijn achterstallig onderhoud, de aanwezigheid van landschappelijk mindere mooie hekken en het ontbreken van goede doorgangen tussen het Heksenweitje en de Witte Kruislaan. Het is dan ook gewenst dat de landschappelijke kwaliteit van deze route wordt versterkt.
Binnen de bebouwde kom van Hilversum geldt op basis van de Algemene plaatselijke verordening (APV) een kapvergunningplicht. Dit betekent dat voor het kappen van een of meer bomen met een stamdiameter van minimaal 20 cm een kapvergunning nodig is. Het is mogelijk om aan die vergunning een herplantplicht te verbinden. Als er geen ruimte is voor herplant, kan een betaling van een financiële bijdrage aan het gemeentelijke herplantfonds worden opgelegd.
Buiten de bebouwde kom is de Boswet van toepassing op gebieden die worden beheerd door een bosbouwkundige onderneming. Voor de uitvoering van de Boswet is het provinciaal bestuur het bevoegd gezag.
Binnen het plangebied is de Boswet alleen relevant voor terreinen die in eigendom en beheer zijn bij het Goois Natuurreservaat.
Voor zover buiten de bebouwde kom de Boswet niet van toepassing is, geldt de kapvergunningplicht. Het komt erop neer dat voor het plangebied de kapvergunningplicht geldt voor alle terreinen, met uitzondering van de terreinen die in eigendom en beheer zijn bij het Goois Natuurreservaat.
In het plangebied bevindt zich een aantal waterpartijen. Het meest in het oogspringend zijn de vijver ten westen van het middendeel van het Media Park en de waterpartij bij het Instituut voor Beeld en Geluid (direct grenzend aan de rotonde). Verder bevindt zich een vijver ten oosten van het gebouw van de Wereldomroep in het noorden van het plangebied.
De vijvers ten westen van het middendeel van het Media Park zijn aangelegd. Hoofdfunctie is waterberging voor de verwerking van regenwater van het Media Park. Dit heeft tot gevolg dat het waterpeil van deze vijvers sterk kan fluctueren.
Ecologische structuur
Het plangebied ligt aan de rand van het Spanderswoud, dat een directe ecologische relatie heeft met de 's-Gravenlandse landgoederenzone en de Bussummer- en Westerheide, dit via de in 2006 gerealiseerde natuurbrug Crailoo. Op het (hoge) schaalniveau van de ecologische hoofdstructuur vormt het plangebied geen belangrijke schakel.
Op een lager schaalniveau zijn binnen het plangebied wel twee belangrijke ecologische relaties te onderscheiden. In oost-west richting ligt in het verlengde van de Nieuwe Crailoseweg (het `Gebed zonder End`) ter hoogte van de Crailose brug een ecologische relatie tussen de heide- en bosgebieden aan weerszijden van de spoorlijn. De spoorlijn vormt samen met de Mies Bouwmanboulevard voor een aantal soorten een barrière in deze relatie.
In noord-zuid richting ligt aan de westzijde van het plangebied een relatie tussen het Spanderswoud en de bebouwde kom van Hilversum in de vorm van een "groene vinger". Deze volgt in grote lijnen het Dievenpaadje.
Een deel van het plangebied is aangewezen (begrensd) als Ecologische hoofdstructuur (EHS). Binnen de EHS wordt gestreefd naar het onderling verbinden van natuurgebieden. Hier zijn stedelijke ontwikkelingen uitgesloten, tenzij er compensatie plaatsvindt via een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de initiatiefnemer en een natuurbeheerorganisatie. In dat kader dient met behulp van ecologische expertise te worden aangetoond dat het compensatieplan leidt tot minimaal een gelijkwaardige ecologische waarde.
Gebiedsbescherming
Het plangebied maakt geen deel uit van een beschermd gebied op grond van de Natuurbeschermingswet. Ook liggen er binnen het plangebied geen Natura 2000 gebieden die door Europese regels worden beschermd. Nabij het plangebied bevindt zich het beschermd natuurmonument Bussummerheide-Spanderswoud.
Soortbescherming
In samenhang met de ontwikkelingen op en rond het Media Park (zie hoofdstuk 5) is onderzoek gedaan naar de bestaande flora en fauna.
Flora
Van de onderzochte gebieden heeft de waterpartij en tuin ten westen van het Media Park de hoogste biodiversiteit en ook de hoogste floristische waarde. De som van de natuurwaarden van alle in dit gebied aanwezige plantensoorten is 3 tot 10 keer hoger dan die van de overige gebieden. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat veel soorten als zaad- of plantmateriaal zijn ingebracht bij de aanleg. In de gemaaide bermen van de Randweg en Videoweg komen verschillende karakteristieke schraalgras-landsoorten voor, zoals Akkerhornbloem, Hard zenkgras, Gewone Rolklaver, Veelkleurig vergeet-mij -nietje, Klein vogelpootje, Viltganzerik en Hazenpootje. De grazige vegetatie moet worden gerekend tot de Vogelpootjes-associatie en is soortenrijk goed ontwikkeld met (korst)mossen, zoals Gevorkt Heidestaartje, Ruig Haarmos en Heideklauwtjesmos.
Behalve de waterpartij en tuin ten westen van het Media Park, hebben ook de gebieden rondom Heideheuvel, Spoorzone en de Televisietoren enige floristische waarde. Dit betreft vooral bosplanten. Het vegetatietype van het bos op Heideheuvel is Beuken-/Eikenbos. Het bos langs het spoor en bij de Televisietoren heeft het vegetatietype van Berken-/Eikenbos.
Het Heksenweitje en het Media Park zelf hebben de minste floristische waarde. De vegetatie van het Heksenweitje is te rekenen tot de Rompgemeenschap van Gewoon struisgras en Biggekruid binnen de struisgrasorde. De bovengrond is tamelijk voedselrijk, omdat dit deel van de stuwwal vroeger in gebruik was als akker. De vegetatie is soortenarm, ook omdat de grasmat vervilt is door zeer extensief en onregelmatig maaibeheer.
Fauna
In het plangebied zijn zes soorten vleermuizen aangetroffen. In de oude ijskelder in het noordelijk deel van het NOS-terrein zijn vier soorten aangetroffen, waaronder Grootoorvleermuis en Watervleermuis. Van deze soorten is bekend dat ze hier overwinteren. Deze overwinteringsplaats en de aanwezigheid van een gevarieerd halfopen landschap zijn voor vleermuizen van grote betekenis. Alle vleermuissoorten zijn strikt beschermd in tabel 3 van de Flora- en faunawet.
De Dwerg- en de Watervleermuis gebruiken de vijvers aan de westzijde van het plangebied en op het Crailoo-terrein als fourageergebied. Doordat deze soort gevoelig is voor lichtverstoring, levert vooral de Watervleermuis beperkingen op als het gaat om de bebouwingsmogelijkheden in of direct naast waterpartijen.
Wat betreft de grotere zoogdiersoorten zijn vroegere waarnemingen van de vos en een eenmalige waarneming van een boommarter het vermelden waard. De boommarter die de afgelopen jaren zes tot zeven keer in het nabijgelegen Spanderswoud werd waargenomen, is waarschijnlijk dezelfde die in juni 2006 in Kortenhoef werd doodgereden. Op dit moment is het bos onbewoond door deze soort, maar kan via de natuurbrug bij Crailo opnieuw vanuit het oosten gekoloniseerd worden. De boommarter is streng beschermd (tabel 3 van de Flora- en faunawet).
Ten tijde van het onderzoek (2006) zijn geen nesten gevonden van Eekhoorn (tabel 2 van de Flora- en faunawet). Deze zijn echter wel bekend vanuit het verleden. Ook worden eekhoorns frequent binnen het plangebied waargenomen.
Bij de inventarisatie zijn de volgende holtebroeders waargenomen: Grote Bonte Specht, Groene Specht, Bosuil, Boomklever, Boomkruiper en Kauw. Er zijn geen nestholten gevonden. Alle broedvogels zijn beschermd.
In het plangebied zijn tevens amfibiesoorten waargenomen, en wel Gewone pad en Bruine kikker. Deze diersoorten planten zich voort in de westelijk gelegen vijver (van de NOS-tuin). Beide soorten zijn beschermd (tabel 1 van de Flora- en faunawet). In het noorden van het plangebied zijn waarnemingen bekend van de Wijngaardslak, die ook is beschermd (tabel 1 van de Flora- en faunawet).