Plan: | De Meent |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.02bp00demeent-va01 |
De provincie Noord-Holland heeft een bodemtoets ontwikkeld voor de afweging van bodemaspecten in bestemmingsplannen. Het gaat om de aspecten bodemopbouw, bodemkwaliteit, milieubeschermingsgebieden en archeologie. Deze aspecten zijn met uitzondering van archeologie opgenomen in deze bodemparagraaf. Archeologie is toegelicht in paragraaf 3.6.2. In onderstaande paragraaf is ook het grondwatersysteem en daarin eventueel voorkomende verontreinigingen meegenomen.
Bodem
De gemeente Hilversum maakt grotendeels onderdeel uit van de geografische eenheid het Gooise stuwwallencomplex met onder andere fysisch geografische eenheden zoals stuwwallen. Het gemeentelijk grondgebied wordt daarom gekenmerkt door grote en kleine verschillen in reliëf.
Het plangebied Hilversumse Meent ligt op de grens van de westelijke helling van de stuwwal op de overgang van de zandige ondergrond van de stuwwal naar het veenweidegebied met van oorsprong veengronden.
Oorspronkelijk was het gebied in gebruik als landbouwgrond voor met name veeteelt. In het midden van de jaren '70 is op de landbouwgronden, nadat het aanwezige veen was verwijderd en deze zijn opgehoogd met zand, de wijk Hilversumse Meent aangelegd. De maaiveldhoogten in de woonwijk liggen op circa NAP +0,50 m. De randen van het gebied liggen lager.
Binnen het plangebied, met overgang uitlopers stuwwallencomplex, bestaat in delen de ondergrond uit uit matig fijne tot zeer grove zanden behorende bij de stuwwallen. Naast de genoemde zanden bevat de bodem grindbestanddelen. Tot een diepte van 50 meter onder het maaiveld is gestuwd materiaal aanwezig. Hierin kunnen plaatselijk fijnzandige, lemige en slib houdende lagen voorkomen. Ten noorden van de Hilversumse Meentweg lag een wat hogere uitloper met droge grindhoudende grond en iets dergelijks komt ook in het zuidelijke puntje van het plangebied voor.
In andere delen van het plangebied (een smalle strook in het noord westelijk deel) waar de bovenste veenlaag is verwijderd en vervolgens aangevuld met grond komt nog steeds een dikke veenlaag voor in de ondergrond.
Nu ligt vrijwel overal een forse laag opgebrachte humeuze zandgrond bovenop een ondergrond met grote verschillen: van dik veen tot grindrijk grof zand.
Functies en bestemmingen moet afgestemd worden op de bodemopbouw. De bodemopbouw binnen het plangebied stelt geen bijzondere eisen aan de functies en bestemmingen.
Aardkundige waarden
De grote verscheidenheid en gaafheid van geografische verschijnselen maakt het stuwwallencomplex van het Gooi bijzonder. Eén van de speerpunten van het provinciale landschaps- en bodembeschermingsbeleid is het beschermen van onderdelen in het landschap, die iets vertellen over de geologische ontstaanswijze van een gebied. Hiervoor heeft de provincie Noord-Holland een lijst met 80 gebieden met aardkundige waarden (Aardkundig waardevol gebied) vastgesteld en vervolgens hieruit 17 gebieden geselecteerd als aardkundig monument (Aardkundig Monument). De 80 aardkundige waardevolle gebieden zijn nu opgenomen in de Provinciale Structuurvisie en bijbehorende verordening en genieten als zodanig planologische bescherming.
Een groot deel van het bijzondere stuwwallengebied is daarom door de provincie aangewezen als gebied met aardkundige waarden en de ongeroerde delen zijn zelfs aangewezen als aardkundig monument. Hoewel een groot deel van het buitengebied van Hilversum door de aanwezigheid van fysisch geografische eenheden zoals stuwwal, smeltwater- en windvormingen, typische deken stuifzandvormingen, vennen en droge dalen gebieden betreft met aardkundige waarden en monumenten zijn in de Hilversumse Meent geen gebieden aangewezen als aardkundige waardevol of aardkundig monument.
Grondwater
Het grondwatersysteem in Hilversum is in grote lijnen te zien als een wisselwerking tussen de hoger gelegen heuvelrug en de lager gelegen veenweidegebieden. De heuvelrug fungeert grotendeels als een infiltratiegebied. In het lager gelegen westelijk deel treedt het grondwater in de veenweidegebieden als kwelstroom weer uit, zoals ook in het plangebied en de directe omgeving hiervan plaats vindt.
De grondwaterstanden in dit plangebied worden beïnvloed door de aanwezige kweldruk vanaf de stuwwal en door het oppervlaktewaterpeilbeheer met vaste winter- en zomerpeilen in het omliggende watersysteem middels bemaling. De grondwaterstanden in het stedelijk gebied variëren tussen circa 0,8 en 2 m onder het maaiveld (Figuur 11-2). Met name in de noordelijke groengordel komen hoge grondwaterstanden voor. In het uiterste noorden zijn de grondwaterstanden gedurende het gehele jaar hoog.
Figuur 9: GHG en GLG volgens het grondwatermodel (Watergebiedsplan Naardermeer, 's-Gravelandse Polder en omgeving. AGV, juli 2007)
Specifiek voor dit plangebied geldt dat de grondwaterstromingsrichting westelijk is gericht met een verhang van circa 1:2500, waar in het overgrote deel van de gemeente de grondwatersromingsrichting hoofdzakelijk noordwestelijk is.
Grondwaterbeschermingsgebied
In de nabijheid van het plangebied liggen geen grondwaterbeschermingsgebieden. Voor het plangebied gelden daarom geen specifieke eisen ten aanzien van grondwaterbescherming.
Bodem- en grondwaterverontreining
Over de bodemkwaliteit zijn vrijwel geen gegevens bekend. De gegevens die wel bekend zijn, hebben betrekking op een zeer beperkt aantal bodemonderzoeken, die uitgevoerd zijn in verband met het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Daarbij is van verontreiniging in de bovengrond (tot 50cm onder maaiveld) en de ondergrond (tot 2m onder maaiveld) niets gebleken.
De verwachting is dat gezien het gebruik van het gebied lokaal mogelijkerwijs in de bovengrond (traject tot 0,5 m - maaiveld) en ondergrond (tot 2,0 m - maaiveld) licht verhoogde gehalten aan zware metalen (cadmium, kwik, koper, lood en zink) voorkomen. Deze gehalten overschrijden de achtergrondwaarden (AW2000) (bron: bodemkwaliteitskaarten Hilversum).
De gemeente heeft in 2008 een bodemfunctieklassekaart opgesteld. Op de bodemfunctieklassekaart wordt de gewenste bodemkwaliteit voor nu en toekomst binnen de gemeentegrenzen van Hilversum aangegeven. Uitgangspunt is dat de klasse die aan een bepaald gebied wordt toegekend, overeenkomt met de gevoeligste bodemfunctie binnen het gebied. Het gehele plangebied heeft de bodemfunctieklasse landbouw/natuur gekregen. Deze bodemfunctieklassekaart is formeel verlopen en er is geen actuele bodemfunctieklassekaart.
Beschrijving huidige watersysteem
De lager gelegen gebieden met van oorsprong een venige ondergrond zijn ingericht als poldergebieden. Dit geldt eveneens voor het plangebied de Meent dat onderdeel uitmaakt van de polder de Hilversumse Meent. De begrenzingen van het plangebied en de polder komen nagenoeg geheel overeen.
Het oppervlaktewater bestaat uit een brede waterloop, de Meentsingel, rondom de bebouwde kom van de Meent. Tussen deze singel en de bebouwing ligt een brede groengordel. Het meeste oppervlaktewater ligt met name langs de westelijke rand van de woonwijk waar de Meentsingel breed is. De polderwordt bemalen zodat de gewenste waterpeilen en bijbehorende drooglegging worden behaald.
Hilversum ligt volledig in het beheersgebied van Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht.
Figuur 10: Watergangen in en nabij De Meent
Het afstromende hemelHet watersysteem met bemaling van de woonwijk water vanaf het verharde gebied van de Meent wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater van de Meentsingel middels een gescheiden rioolstelsel. Bij een gescheiden rioolstelsel wordt het regenwater gescheiden van het vuile huishoudelijke afvalwater afgevoerd, met als gevolg dat het oppervlaktewater niet belast wordt met afvalwater.
Het geohydrologisch systeem van de Hilversumse Meent wordt gevoed met kwel en neerslag.
Het watersysteem is opgedeeld in twee peilgebieden van ongeveer gelijke grootte. In figuur 11en tabel 1 is de indeling opgegeven die in de huidige situatie wordt gehandhaafd. In het gebied is nog geen formeel peilbesluit opgesteld.
Figuur 11: Peilgebieden van de polder Hilversumse Meent
Tabel 1 peilgebieden en drooglegging
Polder deelgebied | Vigerendpeil |
HM Bemalen peilgebied | NAP -0,90 m |
HM Oostelijk peilgebied | NAP -0,75 m |
Het overtollige water uit het oostelijke peilgebied stroomt via een noordelijk en zuidelijk gelegen stuw (stuwpeil NAP -0,75 m) naar het westelijk bemalen peilgebied, dat een lager peil van NAP -0,9 m kent. Dit betekent dat de Meentsingel Noord en de Meentsingel Oost een peil van NAP -0,75 m hebben en de Meentsingel West het peil van -0,90 m. De Meentsingel Oost en Noord zijn ook met elkaar verbonden via het regenwaterstelsel (zie ook paragraaf 3.8.1)
Het westelijke peilgebied is met een leiding van het regenwaterrioolstelsel (te zien als een soort duiker) verbonden met het poldergemaal aan de Franse Kampweg dat het water opmaalt naar de Bantam wateren Spaanderswoud in de 's Gravelandse polder. Door aanvoer van het overtollige water uit de Hilversumse Meent wordt het watertekort in de 's Gravelandse polder (met een peil van NAP -0,15 m) aangevuld Ten tijde van hevige neerslag kan het water ook direct door het gemaal worden afgevoerd naar de boezem (watergang het Luie Gat).
Het watersysteem met bemaling van de woonwijk Hilversumse Meent (bron: Beheersvisie Goois Natuur Reservaat 2010-2019) onttrekt (potentieel) kwelwater uit het regionale systeem. Daarnaast zijn de natuurgebieden Laegieskamp en Koeiemeent, gelegen aan de noordoostzijde van de Meent, aangekoppeld op het oostelijk peilgebied van de Hilversumse Meent. Deze natuurgebieden kennen veel kwel. Het overtollige schoon regenwater en kwelwater uit de natuurgebieden watert af op het stedelijke watersysteem van de Meent. Het kwelwater heeft specifieke, gewenste samenstellingen.
Deze aanvoer van schoon (kwel)water via verschillende wegen resulteert in een goede waterkwaliteit in de Hilversumse Meent en bieden goede ecologische potenties.
Het water met goede waterkwaliteit en bijbehorende ecologische potenties uit de Hilversumse Meent wordt sinds eind 2007 ook benut voor het natuurgebied Zanderij Cruysbergen.Tot voor kort kwam er in droge tijden via een open verbinding gebiedsvreemd oppervlaktewater Zanderij Cruysbergen binnen. Dit gebiedsvreemd water is rijk aan meststoffen. Eind 2007 werd als sluitstuk van het natuurontwikkelingsplan een damwand geplaatst in de watergang het Luie Gat, die aan de zuidzijde van de Meent ligt. Hierdoor kreeg Cruysbergen een zelfstandige waterhuishouding. Daarnaast werd een inlaatgemaal gerealiseerd dat water vanuit de watergang van de Hilversumse Meent naar Cruysbergen pompt. Zo wordt voedselarm water van grondwaterkwaliteit Cruysbergen ingelaten en voedselrijk water van buiten geweerd.
Door deze belangrijke aanvoerfunctie van schoon water naar de 's Gravenlandse polder en Cruysbergen heeft het in de bebouwing afstromende water reeds een (ecologische) bestemming.