Plan: | Scheepmakerskwartier |
---|---|
Plannummer: | UP1080001 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.UP1080001-0003 |
In de toekomst zal de rol van water belangrijker worden. Door enkele oorzaken (de verhoging van de zeespiegel, de toename van de hoeveelheid neerslag, de inklinking van de bodem en een toename van het bebouwd oppervlak) wordt Nederland natter. Om dit water op te vangen is een toename van oppervlaktewater noodzakelijk. In bestaande buurten, is het niet altijd eenvoudig om tot een vergroting van het percentage water te komen.
Watertoets
Doel van de watertoets is dat waterhuishoudkundige doelstellingen in beschouwing worden genomen in het bestemmingsplan. Het betrekken van de waterbeheerder bij de planvoorbereiding behoort hier toe. Op 27 april 2005 heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland n.a.v. het wettelijk vooroverleg een aantal opmerkingen gemaakt welke zijn verwerkt in het bestemmingsplan ''Papentorenvest'', welk plan het moederplan van onderhavig uitwerkingsplan is.
Het plangebied valt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Rijnland. In samenwerking met het Hoogheemraadschap Rijnland is het Integraal Waterplan Haarlem (IWP) opgesteld. Het waterplan dient als beleidskader bij het opstellen van o.a. bestemmingsplannen. Centrale doelstelling van het waterplan is het creëren van een veilig, veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem.
Voor het oppervlaktewaterkwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het onderhavige plangebied is het Hoogheemraadschap Rijnland verantwoordelijk. Ten aanzien van riolering is de gemeente Haarlem verantwoordelijk. In het kader van de watertoets is onderstaande tekst in overleg met het Hoogheemraadschap opgesteld en is een positief wateradvies ontvangen.
Huidige situatie
Wat water in de openbare ruimte betreft bevindt zich in het plangebied een deel van het Binnen Spaarne. Zoals aangegeven in moederplan bestemmingsplan ''Papentorenvest'', zijn in de loop der tijd de nodige watergangen in het bestemmingplangebied gedempt, zoals de Papentorenvest, die de zuidelijke begrenzing van het plangebied vormt.
Het Spaarne is onderdeel van het regionale boezemstelsel van het hoogheemraadschap van Rijnland. In een situatie van wateroverschot wordt het water afgevoerd in noordelijke richting en via het Spaarne bij Spaarndam uitgemalen op het Noordzeekanaal. In een situatie van watertekort wordt water via de Ringvaart vanuit de Hollandsche IJssel aangevoerd. Vanwege het zoutgehalte wordt geen water ingelaten vanuit het Noordzeekanaal. In Rijnlands boezem wordt het waterpeil op min 0,62 m(zomerpeil) c.q. min 0,64 m(winterpeil) NAP gehandhaafd. Het deel van het Spaarne dat in het plangebied valt heeft een stedelijk karakter met harde kades.
Naar aanleiding van een vraag uit het watertoetsspreekuur van de gemeente Haarlem is ten aanzien van (destijds) project Scheepmakerskwartier door het hoogheemraadschap van Rijnland op basis de aanwezige gegevens doorgerekend wat het effect is op het doorstroomprofiel van het Spaarne (stroomsnelheid en verhang). De resultaten van deze berekening leiden tot de conclusie is dat de voorgestelde versmalling door het verleggen van de kade bij het Scheepmakerskwartier een significante verslechtering geeft van het boezemsysteem en daarom niet kan worden toegestaan. Een mogelijke oplossing waaraan Rijnland medewerking kan verlenen is om het gedeelte waar het Spaarne wat breder is de kademuur rechter te trekken en bij het smallere gedeelte de huidige locatie van de kademuur aan te houden. Deze oplossing is verwerkt in het masterplan en het voorliggende ontwerp-uitwerkingsplan.
Het Spaarne heeft niet alleen een belangrijke functie voor het op orde houden van de waterkwantiteit. Het water vervult ook een functie voor de recreatie- en beroepsvaart. In dit kader wordt met dit uitwerkingsplan en de daaraan verbonden realisatie van de insteek(stads)haven achter molen ''de Adriaan'' tegemoetgekomen aan de al lang levende wens de oevers van het Spaarne aantrekkelijker te maken en beter bereikbaar voor (water)recreatie alsmede aan de noodzaak compensatie te realiseren voor de toename van het verhard oppervlak.
Waterkwantiteit
Het boezemstelsel heeft op de eerste plaats een belangrijke functie voor het op orde houden van de waterkwantiteit. In een situatie van wateroverschot wordt in het boezemstelsel water afgevoerd via het Spaarne bij Spaarndam uitgemalen op het Noordzeekanaal. In een situatie van watertekort wordt water via de Ringvaart vanuit de Hollandsche IJssel aangevoerd. Vanwege het zoutgehalte wordt geen water ingelaten vanuit het Noordzeekanaal.
Een algemene regel met betrekking tot de waterkwantiteit in het compenseren van een toename van verharding (wegen, gebouwen enz.). Indien verharding in een plangebied toeneemt zullen waterhuishoudkundige maatregelen getroffen moeten worden om waterbezwaar als gevolg van toegenomen verharding te voorkomen. Wanneer meer dan 500m2 onverhard oppervlak omgezet wordt naar verhard oppervlak, dient 15% van dit verhard oppervlak als oppervlaktewater te worden aangebracht. In de uitwerkingsbepalingen, die aan dit uitwerkingsplan ten grondslag liggen, is op instigatie van het hoogheemraadschap Rijnland over dit gebied het volgende opgenomen."In het gebied dient oppervlaktewater te worden aangelegd met een oppervlakte van tenminste 15 % van de toename van het verhard oppervlak van het gebied. Van dit voorschrift mag het college van burgemeester en wethouders ontheffing verlenen na voorafgaande instemming van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Deze ontheffing kan worden verleend als op andere wijze in wateropvang resp.waterberging kan worden voorzien.'' Het Hoogheem- raadschap staat een alternatieve waterberging toe tot maximaal 20% van het gebied. Uitgangspunt bij (alternatieve) waterberging is het realiseren van een percentage aan open water c.q. een verbinding met open water.
Waterkwaliteit
Het Spaarne heeft niet alleen een belangrijke functie voor het op orde houden van de waterkwaliteit. Het water vervult ook een functie voor de recreatie- en beroepsvaart.
De kwaliteit van het boezemwater in Haarlem wordt bepaald door lozingen in het achterland (bollenteelt) en door lozingen in Haarlem zelf. Het water is zeer voedselrijk; de stikstof en fosforconcentraties overschrijden op alle meetlocaties in de boezem ruim de norm.
In de ecologische beoordeling scoort het Haarlemse boezemwater voor wat betreft de belevingswaarde matig tot slecht. Dit vanwege de afwezigheid van oever- of watervegetatie. Deze locaties zijn vaak voorzien van een harde beschoeiing. Tevens heeft het beheer een grote invloed op de ontwikkeling van water- en oevervegetatie. De ecologische kwaliteit van de oevers is bij alle onderzochte locaties zeer slecht tot slecht. De oevers zijn beschoeid of bestaan uit kademuren, waardoor oevervegetatie weinig kans heeft zich te ontwikkelen. De vegetatie die aanwezig is, is vaak eentonig met geen tot nauwlijks kritische soorten. De ecologische kwaliteit van het water bij de locaties in Haarlem is slecht tot matig. De meeste boezemwateren hebben voldoende doorzicht, maar de relatief grote waterdiepte aan de oeverlijn is dan de beperkende factor voor de ontwikkeling van waterplanten.
De waterbodems van de Haarlemse boezemwateren zijn over het algemeen matig tot zwaar verontreinigd. De kwaliteit valt voor het grootste deel in verontreinigingsklasse wonen en industrie( Besluit Bodemkwaliteit). De klassebepalende parameter betreft in de meeste gevallen de gehalten zware metalen, met name zink. De belangrijkste emissies die debet zijn aan de verontreinigingen in de waterbodems zijn de riooloverstorten, directe lozingen, oeverbeschoeiing, uitloging bouwmetalen, afspoeling van verhard oppervlak en inlaatwater.
Watervergunning
Het Hoogheemraadschap is integraal waterbeheerder in haar beheersgebied. Daarbij wordt rekening gehouden met zowel de (interne) relaties tussen kwantieits- en kwaliteitsaspecten van het oppervlakte- en grondwater (inclusief ecologische kwaliteit en natte natuurwaarden) en de externe relaties tussen waterbeheer en andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, milieu, natuur en landschap, landbouw en recreatie.
De Keur van Rijnland bevat gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot het onderhoud en gebruik van het watersysteem en waterkeringen. In de Keur is opgenomen dat een aantal activiteiten met betrekking tot de aanleg cq. inrichting van oppervlaktewateren en kunstwerken in beginsel verboden is. Onder welke voorwaarden deze activiteiten wel mogen plaatsvinden is beschreven in de 'Nota integrale inrichtingscriteria oppervlaktewateren en kunstwerken' en de 'Nota dempingen en verhard oppervlak'. Het waterbeleid van het Hoogheemraadschap is weergegeven op http://www.rijnland.net/regels/keur algemene regels
Grondwater
De grondwaterstanden in Haarlem zijn over het algemeen vrij hoog. Om grondwateroverlast te voorkomen zijn dan ook onder een groot aantal wijken drainagesystemen aangelegd. Deze systemen hebben grote invloed op het functioneren van het lokale grondwatersysteem.
Waterketen
Het plangebied heeft een gemengd rioolstelsel. Hierin wordt zowel het afvalwater als regenwater verzameld en naar de rioolzuivering gevoerd. Het bestemmingsplangebied leent zich door het consoliderende karakter niet voor een grootschalige vervanging van het gemengde stelsel door een verbeterd gescheiden stelsel. Dit betekent dat de mogelijkheden voor het afkoppelen van schone verharding goed onderzocht en benut moeten worden. Bij het afkoppelen van verharding zullen tevens maatregelen ter voorkoming van uitloging door bouwmaterialen (voornamelijk zink en lood) genomen moeten worden. Het Hoogheemraadschap verzoekt in het wateradvies om tijdens het opstellen van een afkoppelkansenkaart voor dit gebied de mogelijkheid tot infiltreren van afgekoppeld water in groenstroken en natuurgebieden te onderzoeken. De gemeente neemt afkoppelkansen mee in de uitwerking van het basisrioleringsplan voor het gebied.
Het afkoppelen van hemelwater kan niet in een bestemmingsplan verplicht worden gesteld. De meest geëigende plaats om een scheiding tussen afvalwater en hemelwater te regelen is de gemeentelijke bouwverordening. Op dit moment staat de bouwverordening lozing van hemelwater, anders dan op de openbare riolering, toe voor zover uitsluitend hemelwater wordt geloosd. Indien aan of in bouwwerken aan te brengen voorzieningen voor de afvoer van hemelwater niet aan een openbaar riool worden aangesloten, geldt onder andere de bepaling dat leidingen voor de afvoer van hemelwater zodanig moeten lozen dat geen verontreiniging kan optreden van water, bodem of lucht. De bouwverordening is bindend bij het toetsen van bouwaanvragen, net als een bestemmingsplan en het bouwbesluit.
Afkoppeling verhard oppervlak
Enkele malen per jaar treden bij piekbelasting (extreme regenbuien) riooloverstorten in werking. Aangezien dit de waterkwaliteit niet ten goede komt, stimuleert het Hoogheemraadschap van Rijnland het afkoppelen van verharde oppervlakken.
Dit is in lijn met de gezamenlijke doelstelling van het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen om het water eerst vast te houden, dan te bergen en vervolgens af te voeren. Voor het afkoppelen van wegen en overig verhard oppervlak hanteert Rijnland de 'Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakten' van de Werkgroep Riolering West-Nederland als richtlijn. Bij het afkoppelen van schoon hemelwater van dakoppervlakken en bij (nieuw)bouwactiviteiten hanteren Rijnland en de gemeente Haarlem de uitgangspunten van nationale pakketten duurzame stdenbouw en duurzaam bouwen. Van belang is bijvoorbeeld het uitgangspunt dat bij de bouw de toepassing van uitloogbare metalen zoveel mogelijk voorkomen dient te worden zodat minder verontreinigde stoffen in het watersysteem terecht komen.