Plan: | Scheepmakerskwartier |
---|---|
Plannummer: | UP1080001 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.UP1080001-0003 |
De luchtkwaliteit is van belang voor de gezondheid van mens en dier en voor de kwaliteit van het milieu. In de Europese Unie zijn daarom grenswaarden afgesproken waaraan de concentraties van een aantal stoffen vanaf bepaalde ingangsdata moeten voldoen. Die grenswaarden en regelgeving om ze tijdig te bereiken en te handhaven zijn in Nederland opgenomen in de Wet milieubeheer, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen. Bij vaststelling van of wijziging van een bestemmingsplan, of bij vaststelling van een projectbesluit, dient vast te staan dat de gevolgen voor de luchtkwaliteit voldoen aan die eisen (als gevolg van art. 5.16 lid 1 en 2). Die gevolgen worden bepaald door de verandering in gebruik en functies die door het bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt ten opzichte van de bestaande (toegestane) functies. Maatgevend is de met de veranderingen samenhangende groei van het autoverkeer en de daardoor veroorzaakte uitstoot van de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10).
De Wet milieubeheer (Wm) onderscheidt in artikel 5.16. lid 1 een aantal situaties waarin een plan of project voldoet aan de regels voor de luchtkwaliteit. Dit is ondermeer het geval indien aannemelijk is dat bij realisatie van het plan wordt voldaan aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit (artikel 5.16 lid 1 onder a) en/of indien aannemelijk is dat de ontwikkelingen 'niet in betekenende mate' (NIBM) gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit (artikel 5.16 lid 1 onder c).
Criteria wanneer voldaan wordt aan voorwaarde c) (NIBM) zijn vastgelegd in het Besluit Niet in Betekenende Mate gevolgen luchtkwaliteit en een Regeling met overeenkomstige naam.
Beoordeling Project Scheepmakerskwartier
In het geval van het Scheepmakerskwartier is geen sprake van een bestemmingsplanwijziging of projectbesluit, maar van een nadere uitwerking van een Uitwerkingsgebied (U1) van het onherroepelijke bestemmingsplan Papentorenvest. Bij de vaststelling van dit bestemmingsplan zijn de gevolgen voor de luchtkwaliteit van de verwachte ontwikkelingen binnen het Scheepsmakerskwartier reeds meegenomen in de berekeningen.
Daarbij is uitgegaan van 290 woningen en 15.802 m2 BVO bedrijfsruimte.
In het huidige, definitieve Masterplan is sprake van de realisatie van 128 woningen in het deel ten zuiden van de spoorlijn. In het voorliggende uitwerkingsplan zal een deel van dit aantal worden gerealiseerd. Overigens zal het te realiseren aantal vierkante meters aan BVO voor bedrijfsruimte in het deel ten zuiden van de spoorlijn minimaal zijn. De ontwikkelingen zijn in de berekeningen voor het bestemmingsplan Papentorenvest dus in ruim mate overschat. Uit die berekeningen bleek niettemin dat voldaan werd aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit.
Nu het bestemmingsplan Papentorenvest onherroepelijk is en bij de toetsing van de luchtkwaliteit de ontwikkelingen in het Scheepmakerskwartier zijn meegewogen, en zelfs zijn overschat, is er geen grond voor een nader onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit van het Uitwerkingsbesluit.
Concentratie uitstoot rond parkeergarage
Voor wat betreft de luchtkwaliteit als gevolg van de verkeersaantrekkende werking is met de huisvesting van die auto's (zoals een parkeergarage) al in de bestemmingsplanbeoordeling rekening gehouden.
In het niet in betekenende mate criterium bijvoorbeeld (minder dan 1500 woningen of 100000 ha kantooroppervlak ) is het parkeren van het veroorzaakte verkeer meegenomen, voor een worst case situatie.
Gelet op de bestaande luchtkwaliteit in en vlak rond het plangebied (ruim beneden de grenswaarden) levert de bijdrage van het verkeer uit het plangebied, ook indien geconcentreerd nabij de parkeergarage, geen risico op overschrijding van grenswaarden.
Voor wat betreft de uitworp uit de garage zelf geldt dat bij de bouw voldaan moet worden aan de voorschriften uit het activiteitenbesluit en het bouwbesluit. De uitworp wordt dan voldoende verdund om een relevante lokale verontreiniging te kunnen voorkomen.