Plan: | Spaarndamseweg e.o. |
---|---|
Plannummer: | BP5080003 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP5080003-0003 |
De natuurwetgeving in Nederland richt zich enerzijds op soortenbescherming en anderzijds op gebiedsbescherming.
Gebiedsbescherming
Op basis van de Natuurbeschermingswet van 1998 zijn zogenaamde Natura 2000 gebieden aangewezen. Dit zijn gebieden die op Europees niveau een netwerk van te beschermen natuurgebieden vormen. Het plangebied maakt geen deel uit van de Natura 2000 gebieden; en ligt niet in de nabijheid van zo'n gebied. Het plangebied heeft noch direct noch indirect negatieve invloeden op deze gebieden en evenmin voor gebieden van de Provinciale Ecologische Hoofd Structuur.
Soortenbescherming
De soorten bescherming is in Nederland geregeld in de Flora- en faunawet. In het genoemde plangebied is de afgelopen jaren door de stadsecoloog van de gemeente Haarlem regelmatig gezocht naar wettelijk beschermde, ontheffingsplichtige soorten. Bij waarnemingen zijn huismussen, koolmees, pimpelmees, groenling, spreeuw, merel, kauw, ekster, gaai daadwerkelijk waargenomen bij herhaalde bezoeken overdag, in de avondschemering en bij zonsopgang. Er is een slaapplaats van huismussen in de klimop aan de gevel aan de noordzijde van de Reitzstraat, vlakbij de hoek van de Spaarndamseweg.
In de kademuur van het Spaarne zijn beschermde varensoorten aanwezig: steenbreekvaren, tongvaren, zwartsteel. Op de kade is een groeiplaats van kleine zandkool, een schaars voorkomende soort in de gemeente Haarlem, die landelijk ook vrij zeldzaam is, maar niet (extra) beschermd.
Het gebied is potentieel geschikt voor gierzwaluw, gewone dwergvleermuis en plantensoorten op oude muren. Afhankelijk van het type nieuwe bebouwing en de inrichting van de omgeving kunnen zwarte roodstaart, witte kwikstaart en grauwe vliegenvanger gekoppeld aan nieuwbouw en bestaande hoogbouw gaan voorkomen. Het is mogelijk dat deze soorten bij volledige inventarisatie al aanwezig blijken te zijn. Daarom zal bij toekomstige projecten moeten worden onderzocht of genoemde soorten dan wel aanwezig zijn. Dat zou met name kunnen als gevolg van een afname van verstorende invloeden van bouwactiviteiten of bij blijvende afname van verkeersdrukte op de Spaarndamseweg.
Het plangebied van bestemmingsplan Spaarndamseweg e.o. valt mogelijk onder de verspreidingscontour van vleermuizen. Vleermuizen worden door de gehele provincie aangetroffen.
Het is niet bekend of zich in de uitwerkingsgebieden en in het wijzigingsgebied vleermuizen bevinden. Dit betekent dat bij het opstellen van een uitwerkings- en/of wijzigingsplan, de in bijlage 2 genoemde richtlijnen gehanteerd zullen moeten worden.
Schoteroog
Door de stadsecoloog van de gemeente Haarlem is op 30 juli 2012 een ecologische inventarisatie op hoofdlijnen opgesteld, naar aanleiding van veldbezoeken op 21 en 28 juli 2012, en voorgaande globale terreinverkenningen van Schoteroog sinds 2000.
Het betreffende gebied Schoteroog is onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur in Noord-Holland. De natuurwaarden in dit gebied worden in hoofdzaak gevormd door drie op zichzelf staande kwaliteiten:
1. Mogelijk foerageergebied en overwinteringsgebied van rugstreeppadden, die direct ten westen van de oude vuilstort een grote voortplantingslocatie hebben met tientallen exemplaren. Als gevolg van ontwikkeling van bedrijventerrein is met ontheffing van ministerie EL&I een kunstmatig vervangende voortplantingslocatie aangelegd. Door de afname van leefgebied wordt de strikt beschermde rugstreeppad meer afhankelijk van het Schoteroog-terrein.
2. De bloem- en zaadrijke hoge kruidenbegroeiingen op de vroegere vuilstort is historisch de duurzame bestaanszekerheid van de plaatselijke populatie distelvinken = putters. Deze vogelsoort is sinds 1945 aan het uitbreiden.
Door het niet optimale beheer van de hellingen van de vroegere vuilstort is de bloem- en zaadproductie sterk afgenomen, hierdoor is er minder voedsel waardoor het aantal distelvinken sterk is afgenomen en in de tweede helft van de winter al [moet] uitwijkt [uitwijken] naar de Indische buurt aan de overzijde van het Spaarne. De ruigere delen van de rietgordel, is nu een onmisbare aanvulling ivm de afgenomen voedselproductie op de heuvel van Schoteroog.
3. De kernkwaliteit van dit deel van de EHS is, dat langs de oostrand van Haarlem een doorlopende oeverbegroeiing bestaat van Spaarndam – Schoteroog – Waarderpolder – Veerpolder – Zuiderpolder – Poelpolder – zuidrand Schalkwijk tot de gemeentegrens met Heemstede. Een afsplitsing van deze drassige corridor gaat via het Fort bij Vijfhuizen langs de Hoofdvaart door de Haarlemmermeer.
- Op dit moment is door de aanleg van de jachthaven op het Schoteroog onvermijdelijk een gat gekomen in de doorlopende rietgordel op de oostoever van Schoteroog.
- Door de bestaande aanleg van botenhelling en aangrenzend werkterrein is de onderbreking van de gewenste rietgordel verder vergroot. Door de aanplant van jong [knot]bomen is de open rietbiotoop ook nog structureel verzwakt.
- Verdere inkrimping en functionele verzwakking van de noodzakelijke rietgordel is niet aanvaardbaar uit oogpunt van behoud van broedvogels en andere vormen van biodiversiteit.
- De bestaande aanleg van het boten-bewerkingsterrein ten zuiden van de eigenlijke jachthaven is ten koste gegaan van een grote groeiplaats van Paddenrus = Juncus subnodulosus, een indicator van bodem met bewegend grondwater, en een voorstadium van een vegetatie met riet-orchis en andere schaars geworden soorten van vochtige bloemrijke begroeiing.
In het Noordoostelijk deel van het gebied Schoteroog zijn zingende kleine karekiet, foeragerende boerenzwaluwen en een vliegvlugge jonge koekoek waargenomen. Bij sterke westenwinden zullen watervogels in de luwte van het riet schuilen en zullen kleine zangvogels in de rietgordel voedsel en beschutting vinden.
Indien in de toekomst ontwikkelingen in het gebied plaats vinden zullen vanuit de ecologische waarde van het gebied voorwaarden gesteld moeten worden ter bescherming en behoud van deze waarden.