Plan: | Bosch en Vaart |
---|---|
Plannummer: | BP4080004 |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP4080004-0004 |
De prestedelijke structuur van het plangebied is vrijwel verdwenen. Alleen de historische lijnen Wagenweg, Leidsevaart, Schouwtjeslaan en de landgoederen Eindenhout en Vreedehoff zijn nog over. De historische verbindingen zijn nog steeds te beschouwen als de infrastructurele, interlokale hoofdverbindingen. Voor de omschrijving van de stedenbouwkundige structuur is het plangebied ingedeeld in de deelgebieden Bosch en Vaart, nieuwbouwzone, Eindenhout en Vreedehoff en de Lyceumstrook.
Bosch en Vaart
In dit deelgebied zijn voornamelijk herenhuizen en dubbele villa's gesitueerd langs straten die via de Wagenweg worden ontsloten. In tegenstelling tot de negentiende eeuwse uitbreidingsplannen werd een geheel nieuw stratenpatroon ontworpen en werd niet het slotenpatroon gevolgd. Geheel vanuit de traditie van Londense squares en Parijse stervormige pleinen lijkt het plan te zijn ontworpen vanuit de openbare ruimte waaromheen de bouwblokken gegroepeerd zijn. Kuiper had daarbij de vrije hand met één restrictie: de hoekbebouwing van de het buurtschapje aan de Heerenweg (nu Wagenweg)/Schouwtjeslaan. Hier was het dat Kuiper de eerste van de twee ontwikkelingskernen van zijn plan situeerde: een naamloos plein met straalsgewijs uitlopende verbindingstraten. De bestaande open driehoek werd daartoe dichtgezet door de bebouwing aan de Uit den Bosstraat. De derde straal liep rechtstreeks naar de andere ontwikkelingskern: het Oranjeplein. Ook hier komen vijf straten samen. De richting van de bouwblokken is duidelijk georiënteerd op de pleinen.
Afbeelding 4: Ontwerp stedenbouwkundige structuur Bosch en Vaart
Anno 2012 wordt de architectuur en stedenbouwkundige opzet van de wijk zeer gewaardeerd. De buurt betreft een zeldzame kruising tussen een suburbaan villapark met tuinstadkenmerken en een gebied voor de gegoede middenstand. De architectuur, de inrichting van de openbare ruimte en de groenvoorzieningen leveren nog vrijwel hetzelfde beeld op als bij het ontstaan van de wijk. De architectuur is grotendeels binnen één stijlperiode ontstaan. De stedenbouwkundige kwaliteit wordt gekenmerkt door de gesloten bouwblokstructuur, die karakteristiek is voor de periode waarin Bosch en Vaart is ontstaan (1905-1935). De meeste architectuureenheden hebben twee of drie bouwlagen onder een plat dak, niet zelden voorzien van een afgeschuind dakschild aan de straatzijde. Woningen met twee bouwlagen zijn zeldzamer alsmede woningen met een echte kap. De herenhuizen hebben in de kap of het dakschild dikwijls een steekkap of een kleine toren. De waardering voor de wijk is niet altijd positief geweest. Zo noemt bijvoorbeeld Berlage in het juryrapport van de Bosch en Vaart gevelwedstrijd (1927) het totale stadsbeeld van het kwartier verbrokkeld en onrustig.
Nieuwbouwzone
Het gebied vanaf de Van Hogendorpstraat en direct ten zuiden daarvan is in de na-oorlogse periode gebouwd. Het betreft woningbouw met minder interessante architectuur in vergelijking tot Bosch en Vaart. Het heeft een open stroken verkaveling. Hierdoor ontstond de rommelige beëindiging aan de erfzijde. Ten zuiden van de Van Hogendorpstraat bevindt zich een fraaie openbare ruimte met vlak groen en solitaire bomen. Grenzend hieraan ligt de school voor voortgezet onderwijs Sancta Maria. Het gebouw telt drie tot vier bouwlagen en heeft een onregelmatige plattegrond. De school vormt een opvallend en bedoeld contrast met de bebouwing van Bosch en Vaart.
Eindenhout en Vreedehoff
Eindenhout werd ingericht volgens een eind achttiende eeuwse parkaanleg en Vreedehoff behield een meer open karakter waarbij het groen deels is omgevormd tot sportvelden. Van het landgoed Eindenhout is veel overgebleven waardoor de samenhang van landhuis en achterland nog aanwezig is. Het achterland betreft het gemeentelijk natuurreservaat 'Vogelbosje'. De waterpartij met de fundering van de koepel is nog herkenbaar, echter de formele tuinaanleg bij het huis is verwaarloosd en de parkaanleg is sterk verwilderd. De noordzijde van Eindenhout is gebruikt voor nieuwbouwinvullingen waarbij door de ongelijksoortigheid van de diverse functies (recreatie, sport, onderwijs, wonen) een incompleet geheel is ontstaan. Op Vreedehoff is het landhuis en een achterliggende boerderij met schuur bewaard gebleven. Kenmerkend voor het huis is de situering aan de Wagenweg, waarbij de erker boven het trottoir is geplaatst.
Lyceumstrook
Het zuidelijk deel van het bestemmingsplan Bosch en Vaart voorbij de Westelijke Randweg, ook wel de Lyceumstrook genoemd, wordt gekenmerkt door grootschalige gebouwen met moderne architectuur.
Op de hoek Wagenweg - Westelijke Randweg is de bebouwing het meest grootschalig, met als hoogteaccent een woontoren aan de Zandvoorter Allee. Daarnaast bevindt zich het kantoorpand de Houthof (waar sloop en vervangende nieuwbouw met woon- en werkfuncties wordt voorzien) en iets meer terugliggend de Kinheimflat. Verder naar het westen bevinden zich het Coornhertlyceum en het Zorgcentrum de Houttuinen. Aan de zijde van de Lyceumlaan is de hoogte van de bebouwing lager en sluit goed aan op de kleinschalige woonbebouwing van Heemstede.
Afbeelding 5: Ruimtelijk functionele structuur Bosch en Vaart