Plan: | Haarlem 023 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.641386200-0002 |
Normstelling en beleid
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door het Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen 2007 (ook wel Wet luchtkwaliteit, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 6.6 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 6.6 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig vanaf |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 40 ìg/m³ | 2010 |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 40 ìg/m³ | 2005 |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg/m³ | 2005 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
Besluit Niet in betekenende mate (NIBM)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Onderzoek
Ten aanzien van de luchtkwaliteit is een onderzoek uitgevoerd 16. In dit onderzoek zijn de gevolgen van de ontwikkelingen in Schalkwijk voor de luchtkwaliteit in de omgeving doorgerekend. Uit het onderzoek blijkt dat in 2008 op één locatie de grenswaarde voor stikstofdioxide wordt overschreden (de concentratie bedraagt 41,4 ìg/m³). Dit is het geval langs de Buitenrustlaan. Echter, de grenswaarde voor stikstofdioxide is pas geldig vanaf 2010. In het laatstgenoemde jaartal ligt de concentratie van stikstofdioxide langs de Buitenrustlaan wel onder de grenswaarde (de concentratie bedraagt 39,5 ìg/m³). Van overschrijdingen langs andere wegvakken of van andere stoffen is geen sprake. Zodoende wordt voldaan aan de normstelling uit de Wlk.
Ter plaatse van het plangebied ligt de concentratie onder de grenswaarden. Langs het westelijke deel van de Schipholweg bedraagt de concentratie stikstofdioxide in 2008 maximaal 38,8 ìg/m³. De concentratie fijn stof bedraagt maximaal 22, ìg/m³. Aangezien het grootste deel van het plangebied niet direct aan de omliggende wegen is gesitueerd, zullen de concentraties luchtverontreinigende stoffen in het grootste deel van het plangebied lager liggen. Bovendien ligt het wegvak van de Schipholweg, waar de hoogste stikstofconcentratie voorkomt, op enige afstand van het plangebied. Daarmee is uit oogpunt van luchtkwaliteit sprake van een goede ruimtelijke ordening.
Conclusie
Er wordt geconcludeerd dat de Wlk de realisatie van het project niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is er sprake van een acceptabel woon- en leefmilieu ter plaatse van de beoogde ontwikkeling.