direct naar inhoud van 6.6 Bodem- en grondwaterkwaliteit
Plan: Haarlem 023
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.641386200-0002

6.6 Bodem- en grondwaterkwaliteit

Normstelling en beleid

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. Van een formele saneringssituatie is sprake wanneer een ernstige bodemverontreiniging van meer dan 25 m³ of een grondwaterverontreiniging van meer dan 100 m³ wordt aangetroffen.

De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.

Onderzoek en conclusie

Voor het gedeelte van het plangebied ten westen van de Amerikaweg is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd13 Uit het onderzoek blijkt dat ter plaatse van het plangebied slechts lichte bodemverontreinigingen (boven de streefwaarde) zijn aangetroffen. Deze verontreinigingen geven geen reden tot nader onderzoek of het treffen van maatregelen. Er wordt geconcludeerd dat de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van het plangebied voldoende is voor de beoogde functies.

Ter plaatse van het oostelijk deel van het plangebied is ook een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd14. Uit het onderzoek blijkt dat in de grond ter plaatse van boring 75 sterke verontreinigingen worden aangetroffen. In de watergang naast de Amerikaweg is sterk verontreinigd slib (klasse 4) aangetroffen. Daarnaast zijn in de bodem en het grondwater verschillende lichte bodemverontreinigingen aangetroffen.

Ten aanzien van sterke bodemverontreinigingen is een nader bodemonderzoek uitgevoerd15. Uit het onderzoek blijkt dat de sterke verontreiniging met lood een omvang heeft van circa 200 m³. Voor groen- en verkeersbestemmingen gelden geen onaanvaardbare risico's. Voor het gebruik van wonen met tuin is dat wel het geval. Daarmee is sprake van een saneringssituatie. Bij het uitvoeren van een sanering kan er voor worden gekozen om de verontreinigde grond af te voeren of door een schone leeflaag van voldoende dikte op te brengen. Omdat het gaat om een immobiele verontreiniging, zonder een perceeloverschrijdend karakter, kan op grond van het Besluit uniforme saneringen (BUS) voor deze sanering een melding worden gedaan. In verband met de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan dient voor het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan duidelijk te zijn op welke manier de sanering wordt uitgevoerd.

Ter plaatse van de slibverontreinigingen zal nog nader bodemonderzoek worden uitgevoerd.