Haarlem 023

6.4 Kabels en leidingen

Normstelling en beleid

Leidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen

Voor ruimtelijke plannen in de omgeving van leidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd zijn de volgende circulaires van toepassing:

• de circulaire Zonering langs hoge druk aardgasleidingen (1984);
• de circulaire Bekendmaking van beleid ten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie (1991).

Op grond van de circulaires gelden voor nieuw te bouwen objecten toetsings- en bebouwingsafstanden. Binnen de toetsingsafstand dient de wenselijkheid van een planologische ontwikkeling te worden afgedwongen. Binnen de bebouwingsafstand is de realisatie van nieuwe objecten niet toegestaan. De afstand van toetsings- en bebouwingsafstanden is afhankelijk van het type leiding (druk, diameter en soort stof) en de type omgeving (weinig of veel bebouwing).

Herziening Buisleidingenbeleid

Op dit moment is er een nieuwe AMvB voor buisleidingen in voorbereiding. Met deze AMvB zal worden aangesloten bij de risiconormering uit het Bevi. Daarbij worden de huidige toetsings- en bebouwingsafstand vervangen door een afstand voor het plaatsgebonden risico en een afstand voor het invloedsgebied van het groepsrisico. Met de AMvB wordt tevens het opnemen van buisleidingen in bestemmingsplan verplicht. VROM adviseert met de nieuwe normstelling rekening te houden. Naar verwacht treed het nieuwe besluit medio 2009 in werking.

De vaststelling van nieuwe afstanden voor alle typen leidingen is nog niet afgerond. Voor K1-brandstoftransportleidingen zijn deze afstanden al wel bekend9. RIVM heeft berekend dat de afstanden van K2- en K3-leidingen te allen tijde binnen de belemmerde strook (maximaal 5 m) liggen. Het invloedsgebied voor het groepsrisico is in alle gevallen maximaal enkele meters groter dan de PR 10-6-contour10. Voor aardgastransportleidingen kunnen de afstanden per leiding worden berekend door de Gasunie.

Overige relevante leidingen

Overige planologische leidingen zijn bijvoorbeeld rioolwaterpersleidingen met een grote diameter en waterleidingen met een regionale functie. Op deze leidingen zijn geen veiligheidsafstanden van toepassing, maar wordt wel rekening gehouden met een zakelijk rechtstrook van de leidingen. Door binnen deze strook een bouwverbod op te nemen, wordt beschadiging van de leiding voorkomen.

Onderzoek

In en het plangebied is een drietal leidingen gesitueerd. Het gaat om de leidingen in de onderstaande tabel.

Tabel 6.5 Leidingen binnen het plangebied

soort leiding	druk, diameter	toetsings-afstand	bebouwings-afstand	PR 10-6-contour	GR	zakelijk recht- strook
aardgas- transport- leiding Gasunie	40 bar, 12 inch	30	141)	0	< oriën-terende waarde	4
Gasleiding Nuon	4 bar, 10 inch	-	-	-	-	-
watertransportleiding	300 mm	-	-	-	-	-

1) Voor de bebouwingsafstand wordt uitgegaan van de afstand tot een woonwijk.

Direct langs de oostzijde van de Amerikaweg is een gastransportleiding van Gasunie gelegen. Het toetsingsgebied (30 m) van de leiding strekt niet voorbij de Amerikaweg (aan de westelijke zijde) en reikt nauwelijks voorbij het te dempen water aan de oostelijke zijde. Derhalve zijn binnen het toetsingsgebied en het bebouwingsgebied geen kwetsbare objecten gelegen en heeft de aardgastransportleiding, op basis van het vigerend beleid, geen gevolgen voor het plangebied. De toekomstige risiconormering gaat uit van afstanden voor het PR en het GR. Door de Gasunie is voor de betreffende leiding een berekening uitgevoerd van het PR en GR11. Uit de resultaten blijkt dat de PR 10-6 contour niet buiten de leiding ligt. Daarnaast wordt zowel in de huidige situatie als in de plansituatie voldaan aan de oriënterende waarde voor het GR. De realisatie van het plan heeft geen relevante gevolgen voor de hoogte van het GR.

Tevens is direct aan de oostzijde van de Amerikaweg een gastransportleiding van Nuon gelegen. Deze leiding heeft slechts een druk van 4 bar en een diameter van 10 inch en is daardoor niet planologisch relevant (in de oude circulaire wordt rekening gehouden met gasleidingen vanaf 20 bar, in het nieuwe beleid gaat het om leidingen vanaf 16 bar).

Direct ten westen van de Amerikaweg ligt een watertransportleiding van 300 mm. Ter plaatse van de leiding zullen geen gebouwen worden geprojecteerd. Voor het bestemmen van watertransportleidingen is geen provinciaal beleid vastgelegd. Conform de Nota Planbeoordeling (2002) van de provincie Zuid-Holland worden leidingen vanaf 400 mm als planologisch relevant aangemerkt. Voor deze leiding is derhalve geen seperate bestemming nodig.

Ten noorden van de Schipholweg en ten zuiden van de Boerhaaveweg zijn leidingen van Waternet gelegen. Deze leidingen hebben een diameter van circa 100 cm. De beide leidingen liggen echter buiten het plangebied, waardoor zij niet op de plankaart zullen worden vastgelegd.

Conclusie

Binnen het plangebied is een aardgastransportleiding gelegen. Het bestemmingsplan voldoet aan de vigerende en toekomstige normstelling.

• 9. Zie de brief van het RIVM, Risicoafstanden voor buisleidingen met brandbare vloeistoffen K1K2K3, d.d. augustus 2008.
• 10. Dit blijkt uit de brief van het VROM, Externe Veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1K2K3 in de interimperiode, kenmerk DGM/SVS/2008079926, d.d. 05 augustus 2008.
• 11. Gasunie, Risicoberekening gastransportleiding W-532-01-KR-013 t/m 019, d.d. 12 maart 2009.