direct naar inhoud van 7.4 Resultaat inspraakreactie
Plan: Oorgat e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOorgatEO-vg01

7.4 Resultaat inspraakreactie

Inspraakreactie 1

Korte samenvatting

  • 1. Verzocht wordt aan het perceel Oorgat 38 een situering van het bouwvlak in het midden van de kavel ook mogelijk te maken.

Commentaar gemeente

  • 1. Naar aanleiding van de beschrijving zoals opgesteld door Adviesbureau MSP inzake Oorgat 38 is dit verzoek afgewezen. Het bouwvlak is in de verbeelding in overeenstemming gebracht met de werkelijke situatie en heeft tevens een aanduiding ‘karakteristiek waardevol bouwwerk’ gekregen.

Inspraakreactie 2

Korte samenvatting

  • 1. Er wordt ernstig bezwaar gemaakt tegen het verplaatsen van de woonschepen aan de Oosterkade.

Commentaar gemeente

  • 1. Door de aanpassing van de plangrens zijn de woonschepen buiten het plangebied komen te liggen.

Inspraakreactie 3

Korte samenvatting

  • 1. Inspreker maakt bezwaar tegen het verplaatsen van de twee woonschepen aan de Oosterkade.

Commentaar gemeente

  • 1. Door de aanpassing van de plangrens zijn de woonschepen buiten het plangebied komen te liggen.

Inspraakreactie 4

  • 1. Inspreker wil graag de volkstuinen ontsluiten via de parkeerplaats in verband met de parkeerproblematiek aan het Oorgat.

Commentaar gemeente

  • 1. Het bestemmingsplan voorziet niet in het realiseren van dergelijke voorzieningen, omdat sprake is van een consoliderend bestemmingsplan. Bovendien heeft de gemeente op dit moment niet het voornemen tot het realiseren van een dergelijke ontsluiting.

Inspraakreactie 5

Korte samenvatting

  • 1. Achter het woonhuis Oorgat 100 is een tuinhuis gerealiseerd met een artikel 19 WRO-procedure. Dit tuinhuis staat niet op de verbeelding.

Commentaar gemeente

  • 1. In de planregels is bij de bestemming Wonen onder ‘Bouwregels voor bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak’ met dit bouwwerk rekening gehouden, zodat een aparte verbeelding niet noodzakelijk is.

Inspraakreactie 6

Korte samenvatting

  • 1. Bij het woonhuis Zeevangszeedijk 11 ontbreekt de serre, balkon en uitbouw op de verbeelding.
  • 2. In het voorontwerp-bestemmingsplan van 1992 lag naast de woning een bestemming erf. Dit is nu gewijzigd in tuin. Inspreker vraagt dit aan te passen.
  • 3. Inspreker wil voor Zeevangszeedijk 11 dezelfde maatvoering, qua goot- en bouwhoogte,als Zeevangszeedijk 10.

Commentaar gemeente

  • 1. In de planregels is bij de bestemming Wonen respectievelijk onder ‘Bouwregels voor bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak’ en ‘Bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde’ rekening gehouden met de uitbouw aan de achtergevel en het balkon.Voor wat betreft de serre aan de zijgevel is het bouwvlak in de verbeelding aangepast, zodat met dit onderdeel van de inspraakreactie rekening is gehouden.
  • 2. Overeenkomstig het verzoek is de verbeelding aangepast, zodat met dit onderdeel van de inspraakreactie rekening is gehouden.
  • 3. Vanwege het behoud van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse is het uitgangspunt dat bestaande goot- en bouwhoogtes positief worden bestemd. Met betrekking tot de goot-en bouwhoogte worden minimum afmetingen gehanteerd van 3,5m en 7,5m in verband met de huidige eisen van het Bouwbesluit.

Inspraakreactie 7

Korte samenvatting

  • 1. Het voorontwerp vertoont een overlap met het bestemmingsplan 'Beschermd Stadsgezicht'. Dit is onwenselijk.
  • 2. Voor het perceel Oorgat 23 moeten ook randvoorwaarden worden opgesteld.
  • 3. De doorzichten bij het perceel Oorgat 6 zijn te beperkt.
  • 4. Inspreker ziet naast het perceel Oorgat 5 graag een bouwmogelijkheid voor een dubbele woning.
  • 5. De sloot tussen Oorgat 36 en Oorgat 40 dient te worden doorgetrokken conform de oorspronkelijke waterloop. In afwijking van de verbeelding loopt de sloot in werkelijkheid door tot de perceelsgrens van Oorgat 38.
  • 6. In het plan ontbreekt een volwaardig ingerichte weg, met de volgens de wet bijbehorende snelheidsremmers voor de 30-km zone. De belofte om bomen terug te plaatsen is ook niet terug te vinden in het bestemmingsplan.
  • 7. Een geformuleerd beleid voor de aansluiting bij het wereld erfgoed ‘De Stelling van Amsterdam’en bestemmingsplan Oorgat ontbreekt.
  • 8. De stolp op perceel Oorgat 38 dient ook als karakteristiek te worden aangeduid.
  • 9. Inspreker maakt ernstig bezwaar tegen de in het bestemmingsplan opgenomen goot- en bouwhoogte en bouwvolumes voor het perceel Zeevangszeedijk 14. De stichting gaat voor de herbouw van een stolp.

Commentaar gemeente

  • 1. Door aanpassing van de plangrens is aan deze inspraakreactie tegemoet gekomen.
  • 2. Door de aanpassing van de plangrens is het perceel Oorgat 23 buiten het plangebied komen te liggen.
  • 3. In de huidige situatie is op dit perceel een sloop-, transport- en handelsbedrijf gevestigd met de daarbij behorende bedrijfsgebouwen. Door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid is in de toekomst de ontwikkeling van vier wooneenheden mogelijk, mits de bedrijfsactiviteiten ter plaatse worden beëindigd. Bij deze herontwikkeling zijn twee kleinere bouwvlakken voorzien met daarop vier wooneenheden. Als gevolg hiervan zal de bebouwde oppervlakte afnemen en ontstaat er een nieuw doorzicht. Dit betekent dat, mede gelet op de functiewijziging, sprake zal zijn van een aanzienlijke ruimtelijke verbetering.
  • 4. Gelet op de stedenbouwkundige opzet van de naastgelegen woningen en de kavelbreedte, is een bouwmogelijkheid voor een dubbele woning niet opportuun.
  • 5. Aan dit onderdeel van de inspraakreactie is tegemoet gekomen.
  • 6. In een bestemmingsplan wordt alleen de functie van een weg (voor verkeer) vastgelegd en niet de inrichting daarvan of de verkeersmaatregelen die nodig zijn.
  • 7. In de toelichting is met dit onderdeel van de inspraakreactie rekening gehouden.
  • 8. Aan dit onderdeel van de inspraakreactie is tegemoet gekomen.
  • 9. Voor het commentaar op dit onderdeel van de inspraakreactie wordt verwezen naar de verleende bouwvergunning.

Inspraakreactie 8

Korte samenvatting

  • 1. Voor gronden gelegen binnen de Nationale Landschappen dienen in het bestemmingsplan regels te worden opgenomen ten behoeve van het behoud of versterking van de kernkwaliteiten van het betreffende Nationale Landschap. Welke regels zijn in het voorontwerp-bestemmingsplan opgenomen ten behoeve van het behoud of de versterking van de kernkwaliteiten van de Stelling van Amsterdam?
  • 2. Inspreker vraagt of het bouwvolume op het perceel Zeevangszeedijk 14 beperkt kan worden tot een naast het Fort passende omvang, bij voorkeur een stolp met bijgebouwen.
  • 3. In het verleden was rond de forten, in het schootsveld, hout het meest gebruikte bouwmateriaal. Is het niet aan te bevelen dat binnen dit schootsveld wederom hout wordt gebruikt als bouwmateriaal?
  • 4. Doelstelling is de doorkijk naar het fort te behouden. Waarom is er dan tussen Zeevangszeedijk 11 en 12 een bouwvlak voor bijbehorende bouwwerken opgenomen? Het ontwerp-bestemmingsplan van 1992 voldeed in dat opzicht beter.

Commentaar gemeente

  • 1. Voor het antwoord op dit onderdeel van deze inspraakreactie wordt verwezen naar het gestelde in paragraaf 2.5 'Doelstelling' van de toelichting.
  • 2. Voor het commentaar op dit onderdeel van de inspraakreactie wordt verwezen naar de verleende bouwvergunning.
  • 3. Het bestemmingsplan stelt geen regels ten aanzien van materiaalgebruik e.d. en is daarvoor ook niet het toegewezen instrument.
  • 4. Aan dit onderdeel van de inspraakreacties is tegemoet gekomen. De verbeelding is op dit onderdeel in overeenstemming gebracht met het ontwerp-bestemmingsplan van 1992.

Inspraakreactie 9

Korte samenvatting

  • 1. Het bouwvlak van Oorgat 20 is niet conform de werkelijke situatie.
  • 2. Belangrijke doelstellingen zijn het consolideren van de lintbebouwing en doorzichten behouden naar het achterliggende landschap. Er ontbreekt echter beleid om de gewenste doelstellingen te verwezenlijken.
  • 3. De maten van het hoofdgebouw voor Oorgat 20 zijn niet van deze tijd en zijn een beperking voor het toekomstige woongenot.
  • 4. Een van de doelstellingen is het uitgaan van eerstelijns bebouwing. In dit opzicht zou het beter zijn voor Oorgat 20 het bouwvlak te verbreden. De bestemming tuin is hier minder relevant, omdat het hier niet om een doorzicht gaat, maar zicht op de garage.

Commentaar gemeente

  • 1. In lijn met de brief van de gemeente d.d. 28 december 2009 zijn de geformuleerde stedenbouwkundige uitgangspunten vertaald in de verbeelding en planregels. Dit is een verruiming ten opzichte van de werkelijke situatie, zodat hiermee aan dit onderdeel van de inspraakreactie tegemoet is gekomen.
  • 2. Het beleid tot consolideren van de lintbebouwing met doorzichten is geformuleerd in het bestemmingsplan.
  • 3. Vanwege het behoud van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse is het uitgangspunt dat bestaande goot- en bouwhoogtes positief worden bestemd. Met betrekking tot de goot-en bouwhoogte worden minimum afmetingen gehanteerd van 3,5 m en 7,5 m in verband met de huidige eisen van het Bouwbesluit. Voor wat betreft de mogelijkheid voor de bouw van een kapberg is uitgegaan van een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 5,1 m en 7,9 m ten opzichte van het straatpeil.
  • 4. In dit geval is sprake van een consoliderend bestemmingsplan, waarbij de verscheidenheid in de reeds aanwezige bebouwing uitgangspunt is. In het onderhavige geval is sprake van een niveau verschil tussen de aan de weg gelegen bebouwing en de bebouwing daarachter, zodat nog sprake is van een enige openheid. Een rotatie van 90 graden van het bouwvlak zal leiden tot een aantasting van deze openheid.

Inspraakreactie 10

Korte samenvatting

  • 1. Op het perceel Oorgat 38 is een woonbestemming niet mogelijk in verband met de aanwezigheid van een mestopslag op het perceel en het aangrenzende perceel.
  • 2. Nieuwbouw (tbv derden, niet agrarisch) op het perceel Oorgat 38 is tevens in strijd met het Besluit Landbouw Milieubeheer.
  • 3. In het voorontwerp is er een scheiding aangebracht tussen het perceel Oorgat 38 en het achterliggende terrein. Beide percelen zijn echter onlosmakelijk met elkaar verbonden vanwege de aanwezige mestopslag. Planologisch valt het perceel in twee bestemmingsplannen. Dit is niet correct.
  • 4. De huidige ontsluiting van het achterliggende terrein bij het perceel Oorgat 38 heeft de bestemming tuin gekregen. Dit is te voorbarig. Totdat er een alternatieve vergelijkbare en verharde ontsluiting is gerealiseerd, dient de huidige ontsluiting gehandhaafd te blijven.
  • 5. Vanwege de cultuurhistorische waarde en het beeldbepalende karakter van de stolphoeve (Oorgat 38) dient hier een aanduiding ‘karakteristiek’ te worden neergelegd. De raad heeft in juni 2009 reeds ingestemd met deze extra bescherming.
  • 6. In de verbeelding is de strook grond aangrenzend aan de percelen Oorgat 36 en 38 bestemd voor wonen. Dit is niet correct. Het gedeelte achter nummer 36 is sloot en het gedeelte achter nummer 38 behoort tot het achterliggende agrarische erf. De bestaande mestopslag is gelegen in deze strook.

Commentaar gemeente

  • 1. Voor de komende planperiode is het niet aannemelijk dat op het perceel Oorgat 38 een volwaardig agrarisch bedrijf zal worden uitgeoefend. In verband hiermee is een woonbestemming voor dit perceel de meest geëigende bestemming. Bij de verwezenlijking van de woonbestemming zullen de gebruikelijke afstanden in acht genomen moeten worden, waarbij gelet op de eigendomssituatie een verplaatsing van de mestopslag denkbaar is.
  • 2. Zie het commentaar onder 1.
  • 3. In beginsel kan een bestemming van een perceel in meerdere bestemmingsplannen zijn opgenomen. Wanneer rekening wordt gehouden met het gestelde onder 1 en de gehanteerde scheiding in het plangebied tussen ‘landelijk gebied’ en ‘stedelijk gebied’ is de huidige plangrens tot stand gekomen.
  • 4. Gelet op de verleende onherroepelijke aanlegvergunning voor een nieuwe ontsluiting van de achterliggende agrarische percelen, is de realisatie van deze nieuwe ontsluiting in planologische zin voldoende gewaarborgd.
  • 5. Aan dit onderdeel van de inspraakreactie is tegemoet gekomen.
  • 6. Het verzoek om de verbeelding in overeenstemming te brengen met de werkelijke situatie, voor wat betreft de waterloop achter Oorgat 36, is gehonoreerd. Voor wat betreft de mestopslag wordt verwezen naar het gestelde onder 1.

Inspraakreactie 11

  • 1. Unesco richtlijnen Fort en Stelling Amsterdam zijn niet meegenomen.
  • 2. Het perceel Zeevangszeedijk 14 heeft een te groot bouwvolume en een te gesloten straatfront. Bovendien wordt geen rekening gehouden met het oorspronkelijke stolpmodel, terwijl Oorgat 2 wel wordt benoemd tot ‘potentieel gemeentelijk model’
  • 3. De verkeersproblematiek van Oorgat/Zeevangszeedijk blijft onbesproken.

Commentaar gemeente

  • 1. In de toelichting is beschreven wat de betekenis is van deze richtlijnen en hoe deze doorwerken.
  • 2. De voormalige stolp op het perceel Zeevangszeedijk 14 is inmiddels gesloopt, zodat een aanwijzing als potentieel gemeentelijk monument niet meer mogelijk is. Voor het overige verwijzen wij naar onze motivering in de verleende bouwvergunning.
  • 3. In een bestemmingsplan wordt alleen de functie van een weg (voor verkeer) vastgelegd en niet de inrichting daarvan of de verkeersmaatregelen die nodig zijn.

Inspraakreactie 12

Korte samenvatting

  • 1. Op het perceel tussen Oorgat 66 en 68 ligt een bestemming Wonen met een aanduiding ‘garage’. Inspreker wil hier graag een bouwvlak voor de bouw van een woning.

Commentaar gemeente

  • 1. In dit geval is sprake van een consoliderend bestemmingsplan, waarbij de bestaande situatie het vertrekpunt is geweest. Op onderhavig perceel bevindt zich een bijbehorend bouwwerk i.c. een garage met de afmetingen van 3 m x 5 m. Bovendien is deze kavel nog het enige doorzicht op het achtergelegen gebied. Om die reden is planologische medewerking aan het realiseren van een woning niet wenselijk.

Inspraakreactie 13

  • 1. De sloot achter Oorgat 46a/46b is dicht geslipt als gevolg van illegale mestopslag in het water. Inspreker wil dat de sloot weer wordt doorgetrokken.

Commentaar gemeente

  • 1. In een bestemmingsplan wordt alleen de functie van het water vastgelegd en niet de inrichting en het onderhoud daarvan. Uw inspraakreactie is in handen gesteld van de sectie beheer en onderhoud.

Inspraakreactie 14

  • 1. Is de gele bestrating langs de zuidzijde van het Oorgat een stoep of bedoeld als parkeerruimte? Dit in verband met verkeersveiligheid en veiligheid van de voetgangers.
  • 2. Op het parkeerterrein tegenover Oorgat 5a wordt regelmatig gerecreëerd met campers, ook 's nachts, met als gevolg (parkeer) overlast en afval. Kan hier worden gehandhaafd?

Commentaar gemeente

  • 1. Dit onderdeel van de inspraakreactie betreft een verkeersaspect en is in handen gesteld van de sectie Verkeer. In een bestemmingsplan wordt alleen de functie van een weg (voor verkeer) vastgelegd en niet de inrichting daarvan of de verkeersmaatregelen die nodig zijn.
  • 2. Dit onderdeel van de inspraakreactie is in handen gesteld van de afdeling Bestuursondersteuning met het verzoek tot handhaving.