direct naar inhoud van 7.3 Beoordeling ingekomen opmerkingen
Plan: Oorgat e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOorgatEO-vg01

7.3 Beoordeling ingekomen opmerkingen

1. Brandweer Edam-Volendam

Opmerking
Korte samenvatting

  • 1. Bij herstructurering/renovatie, uitbreiding in een bestaande wijk of nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid.
  • 2. Bij het plaatsen van wegmeubilair, bedoeld om de toegankelijkheid te verminderen c.q. het wegverkeer te vertragen, is goedkeuring nodig van de Brandweer.

Beoordeling

  • 1. Deze constatering is juist, het bestemmingsplan is echter niet het instrument om dit nader te regelen.
  • 2. Bij het treffen van verkeersmaatregelen waarbij de bereikbaarheid van woningen in het geding is, wordt de Brandweer geconsulteerd.

2. Gemeentelijke Welstands- en Monumentencommissie

Opmerking
Korte samenvatting

  • 1. In het voorontwerp ontbreekt het rijke verleden van het Oorgat. Dit dient onderzocht en beschreven te worden. De commissie adviseert een historisch onderzoek te verrichten.
  • 2. Laat de grens van het bestemmingsplan en het beschermde stadsgezicht samenvallen.
  • 3. Laat de Stelling van Amsterdam in dit bestemmingsplan ook een stevig ruimtelijk en planologisch regime krijgen met duidelijke richtlijnen.
  • 4. Het bestemmingsplan geeft actuele regels voor bebouwing en gebruik, waarbij de bestaande situatie met de daarbij behorende rechten uitgangspunt is geweest. Wat wordt er verstaan onder ‘bijbehorende rechten’ De monumentencommissie zou een meer sturende rol van de gemeente wensen.
  • 5. Geef de prioriteiten in de plannen en de samenhang van de plannen goed aan.
  • 6. Het over het algemeen handhaven van de voorgevelrooilijn is de kern van verder behoud van het historisch aspect.
  • 7. De bebouwing, die wordt toegestaan aan Zeevangszeedijk 14 (in maat en schaal niet passend bij het fort) blokkeert de vroegere doorkijk. De commissie adviseert de maat en schaal van de omgeving aan te houden, de goothoogte te beperken tot 3,5m en een substantiële doorkijk voor te schrijven.
  • 8. Streef naar een gemengde buurt, bescherm de nog aanwezige bedrijven.
  • 9. Bescherm eenduidig via de gemeentelijke monumentenlijst en monumentenverordening. Geef Oorgat 2 en Oorgat 38 en Zeevangszeedijk 9/9a aan als gemeentelijk monument in voorbereiding.
  • 10. De commissie adviseert bestaande bebouwing als uitgangspunt te nemen voor te ontwikkelen locaties. Vul de witte plekken in het bestemmingsplan in.

Beoordeling

  • 1. Onderhavig bestemmingsplan geeft een planregeling voor overwegend de bestaande situatie en heeft een consoliderend karakter. In de toelichting is in de paragraaf Cultuurhistorie voldoende rekening gehouden met de ontstaansgeschiedenis. Voorts zal in de planregels een regeling worden opgenomen ter bescherming van cultuurhistorisch waardevolle en monumentale panden.
  • 2. Door aanpassing van de plangrens is aan deze inspraakreactie tegemoet gekomen.
  • 3. Kortheidshalve verwijzen wij voor de beantwoording van dit onderdeel van de inspraakreactie naar paragraaf 3.2.4 van de toelichting.
  • 4. Uitgangspunt is dat de bestaande bouwmogelijkheden uit het vigerende beleid worden gerespecteerd. Dit betekent dat bij het opstellen van de planregels deze mogelijkheden uitgangspunt zijn geweest, tenzij daartegen uit ruimtelijk oogpunt overwegende bezwaren hebben bestaan.
  • 5. In de toelichting is een correcte uiteenzetting gegeven van de verschillende beleidkaders die relevant zijn voor dit bestemmingsplan en hoe die zich met elkaar verhouden.
  • 6. Door middel van het vastleggen van het bouwvlak is aan dit onderdeel van de inspraakreactie tegemoet gekomen.
  • 7. Voor het commentaar op dit onderdeel van de inspraakreactie wordt verwezen naar de verleende bouwvergunning.
  • 8. Door de systematiek van het bestemmingsplan is met dit onderdeel van de inspraakreactie rekening gehouden.
  • 9. Door het opstellen van een erfgoedverordening wordt aan dit onderdeel van de inspraakreactie tegemoet gekomen. Alle drie de panden hebben in het bestemmingsplan de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - karakteristiek waardevol bouwwerk' gekregen. In de erfgoedverordening zijn deze panden vervolgens aangemerkt als gemeentelijk monument.
  • 10. Met de invulling voor het perceel Oorgat 6 is voor deze kavel aan dit onderdeel van de inspraakreactie tegemoet gekomen. Voor wat betreft het perceel Oorgat 21, 23 en 23a wordt opgemerkt dat dit perceel niet binnen het plangebied van dit bestemmingsplan valt.

3. Vereniging Oud Edam

Opmerking
Korte Samenvatting

  • 1. In de toelichting wordt weinig vermeld over de wijze waarop rekening is gehouden met overige waarden (beschermd stadsgezicht Edam, Kernzone Stelling van Amsterdam en Nationaal Landschap) en de verhouding tot het aangrenzende gebied.
  • 2. Vooruitlopend op het beleid vermeld in de Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg van het Ministerie van OCW vindt de vereniging Oud Edam het noodzakelijk een cultuurhistorische effect rapportage (CHER) op te stellen, die verder gaat dan alleen archeologie.
  • 3. De cultuurhistorische waarden dienen voldoende in het bestemmingsplan te worden geborgd.
  • 4. Naast het archeologisch onderzoek dient het bouwhistorisch onderzoek een plek te krijgen in het bestemmingsplan.
  • 5. De grens van het bestemmingsplan dient gelijk te vallen met de grens van het beschermde stadsgezicht.
  • 6. De twee witte vlekken dienen te worden meegenomen in het bestemmingsplan, met als uitgangspunt de genoemde doelstelling. Behoud van de stedenbouwkundige structuur.
  • 7. De vereniging pleit er voor om verdere verschaling van de oorspronkelijke structuur tegen te gaan en in het bestemmingsplan de historische rooilijnen aan te houden of te herstellen.
  • 8. Om de openheid tussen de bebouwing vanaf het Oorgat naar het fort en het agrarisch gebied zoveel mogelijk te waarborgen, pleit de vereniging er voor om de bebouwing in de buurt van het fort in massa en hoogte zoveel mogelijk te beperken.
  • 9. Doordat van de oorspronkelijke bedrijvigheid, die eeuwen kenmerkend was voor dit gebied, weinig meer over is, zou het wenselijk zijn dat er nog enkele gemengde functies blijven behouden.
  • 10. Bij de karakteristieke panden wordt alleen bescherming geboden tegen gehele sloop en niet tegen het gedeeltelijke verlies van monumentenwaarden of verminking daarvan. De vereniging pleit er voor om eenduidig gemeentelijke monumenten aan te wijzen en de voorwaarden op te nemen in een gemeentelijke monumentenverordening.
  • 11. De bouwplannen op het perceel Zeevangszeedijk 14 passen niet in de doelstellingen van het bestemmingsplan en zijn in strijd met de kernwaarden van de Stelling van Amsterdam. Door de massa, breedte en hoogte van de nieuwe woning zullen de naastgelegen monumenten en karakteristieke panden worden overvleugeld. Daarnaast kan de verdichting op het perceel zo massaal worden dat de doorzichten naar het fort kunnen worden belemmerd. Het is wenselijk dat hier weer een stolp komt.
  • 12. De status van de stedenbouwkundige randvoorwaarden voor het perceel Oorgat 6 zijn niet duidelijk. Ten aanzien van de randvoorwaarden merkt de vereniging op dat het van belang is dat de historische voorgevelrooilijnen worden aangehouden, met name dat van bebouwingsvlak B. Verder is de ruimte tussen de twee gereserveerde bebouwingsvlakken beperkt, meer ruimte als doorkijk naar het fort is wenselijk.
  • 13. De vereniging wil de karakteristieke stolpboerderij met een dubbel vierkant aan het Oorgat 38 behouden en ziet hier graag een aanduiding 'karakteristiek' terug.
  • 14. Voor het perceel Oorgat 21, 23 en 23a dient de bestemming, de voorgevelrooilijn, nok- en goothoogten, maat en schaal te worden vastgelegd. Het vigerende bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht is hier van toepassing. Op dit perceel dienen de in dat bestemmingsplan gestelde voorwaarden gehandhaafd te blijven. De bouwmassa en de hoogten mogen niet groter worden gezien de hoge monumentale waarde van dit beschermde gebied. Om toch nog enige bedrijvigheid op het Oorgat te behouden, kan wellicht overwogen worden om de huidige loods als bedrijfsverzamelgebouw te bestemmen.

Beoordeling

  • 1. Voorop gesteld kan worden dat door aanpassing van de plangrens rekening is gehouden met dit onderdeel van de inspraakreactie. Voor wat betreft de Nationale Landschappen wordt verwezen naar paragraaf 3.2.4 van de toelichting.
  • 2. In de nieuwe verordening 'Erfgoedverordening Gemeente Edam-Volendam 2010' is dit aspect opgenomen.
  • 3. In de planregels is met dit aspect voldoende rekening gehouden.
  • 4. Onderhavig bestemmingsplan geeft een planologisch regime voor de bestaande bebouwing. Voor zover de bestaande bebouwing een cultuurhistorische of monumentale waarde heeft is daarin voorzien door de betreffende planregels. Om die reden wordt een nader bouwhistorisch onderzoek niet noodzakelijk geacht.
  • 5. Door aanpassing van de plangrens is aan dit onderdeel van de inspraakreactie tegemoet gekomen.
  • 6. Door invulling te geven aan het perceel Oorgat 6 is aan dit onderdeel van de inspraakreactie tegemoet gekomen. Voor wat betreft het perceel Oorgat 23, wordt opgemerkt dat dit perceel niet binnen dit bestemmingsplan valt.
  • 7. Door middel van het vastleggen van het bouwvlak is aan dit onderdeel van de inspraakreactie tegemoet gekomen.
  • 8. Vanwege het behoud van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse is het uitgangspunt dat bestaande goot- en bouwhoogtes positief worden bestemd. Met betrekking tot de goot-en bouwhoogte worden minimum afmetingen gehanteerd van 3,5m en 7,5m in verband met de huidige eisen van het Bouwbesluit.
  • 9. Bestaande bedrijvigheid, voor zover passend in de omgeving, is positief bestemd. Ter voorkoming van overlast situaties dient met het inpassen van nieuwe bedrijvigheid terughoudend te worden omgegaan. Voorts is kleinschalige bedrijvigheid aan huis toegestaan.
  • 10. Zie voor de beantwoording onderdeel 2 van deze inspraakreactie.
  • 11. Voor het commentaar op dit onderdeel van de inspraakreactie wordt verwezen naar de verleende bouwvergunning.
  • 12. In de huidige situatie is op dit perceel een sloop-, transport- en handelsbedrijf gevestigd met de daarbij behorende bedrijfsgebouwen. Door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid is in de toekomst de ontwikkeling van vier wooneenheden mogelijk, mits de bedrijfsactiviteiten ter plaatse worden beëindigd. Bij deze herontwikkeling zijn twee kleinere bouwvlakken voorzien met daarop vier wooneenheden. Als gevolg hiervan zal de bebouwde oppervlakte afnemen en ontstaat er een nieuw doorzicht. Dit betekent dat, mede gelet op de functiewijziging, sprake zal zijn van een aanzienlijke ruimtelijke verbetering.
  • 13. Aan dit onderdeel van de inspraakreactie is tegemoet gekomen.
  • 14. Het perceel Oorgat 21, 23 en 23a valt buiten het plangebied van dit bestemmingsplan.

4. Provincie Noord-Holland

Opmerking
Korte samenvatting

  • 1. Op basis van het provinciaal ruimtelijk beleid kan de provincie niet instemmen met de bouwmogelijkheden op het perceel Zeevangszeedijk 14. Deze bouwmogelijkheden zijn te massaal en niet passend bij de bouwvormen en bouwmassa’s elders in het lint van de Zeevangszeedijk. Als gevolg hiervan kan de monumentale landschappelijke waarde van de Stelling van Amsterdam worden aangetast.

Beoordeling

  • 1. Voor dit perceel is in het kader van de artikel 19, lid 1 Wro-vrijstellingsprocedure reeds een verklaring van geen bezwaar afgegeven door de provincie Noord-Holland. Dit betekent dat onder andere alle relevante en noodzakelijke onderzoeken voor dit project zijn ingesteld en geen belemmeringen hebben opgeleverd voor het afgeven van de gevraagde vrijstelling. Het bouwplan, zoals dat voor het perceel Zeevangszeedijk 14 is ingediend, is met het oog op deze afgegeven 'verklaring van geen bezwaar' van de provincie dan ook als zodanig bestemd in het onderhavige bestemmingsplan. De ingediende inspraakreactie van de provincie, in het kader van dit bestemmingsplan, was dan ook onverwacht. Naar aanleiding van de inspraakreactie heeft de gemeente de provincie gevraagd om nader onderzoek te doen. De provincie heeft nagezocht op welke gronden de genoemde verklaring van geen bezwaar is afgegeven. Daarnaast is ter plekke concreet bekeken welke effecten de bouw van de woning zou hebben op zichtlijnen vanuit het fort, rekening houdend met de bestaande bebouwing en de aanwezige begroeiing. Hierop heeft de provincie in het vervolgoverleg aangegeven dat de bebouwing van Zeevangszeedijk 14 niet zal leiden tot een verdere aantasting van de zichtlijnen van het fort Edam. Naar aanleiding hiervan heeft de provincie geconcludeerd dat de ingezonden inspraakreactie als niet geschreven kan worden beschouwd.

5. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Opmerking
Korte samenvatting

  • 1. In paragraaf 4.8 'water' wordt gerefereerd naar de 4e Nota Waterhuishouding. Als opvolger van deze Nota is inmiddels het Nationaal Waterplan vastgesteld.
  • 2. Het hoogheemraadschap ziet in de toelichting ook graag een passage opgenomen van het Waterbeheersplan 4 2010-2015.
  • 3. Ook bij kleine wijzigingen aan/bij/langs waterlopen is de Keur van toepassing. Verwijs hiernaar in het bestemmingsplan.
  • 4. Aan de noordoostzijde bij Zeevangszeedijk 8 t/m 14 (langs de rand van het bestemmingsplan) ligt een waterloop die niet als zodanig is bestemd.
  • 5. De waterkeringen zijn als 'dubbelbestemming'verwerkt in de verbeelding. In de verbeelding staat het 'waterstaat-waterkering'echter niet volledig aangegeven. Het hoogheemraadschap ziet graag de grenzen opgenomen in de verbeelding.

Beoordeling

  • 1. Met dit onderdeel van de inspraakreactie is rekening gehouden. De toelichting is op dit punt aangepast.
  • 2. Aan dit onderdeel van de inspraakreactie is tegemoet gekomen.
  • 3. Aan dit onderdeel van de inspraakreactie is tegemoet gekomen door in de toelichting hierop te attenderen (zie paragraaf 4.8.6).
  • 4. De verbeelding is op dit punt aangepast.
  • 5. De verbeelding is op dit punt aangepast.

6. N.V. Nederlandse Gasunie

Opmerking

  • 1. Het bestemmingsplan is getoetst aan het toekomstige externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM voor aardgastransportleidingen. Op grond van deze toetsing kan worden geconcludeerd dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.

Beoordeling

  • 1. Wij hebben deze opmerking ter kennisname aangenomen.

7. Gemeente Waterland

Opmerking

  • 1. Het voorontwerp-bestemmingsplan heeft geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.

Beoordeling

  • 1. Wij hebben deze opmerking ter kennisname aangenomen.

8. Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland

Opmerking

  • 1. Bij het voorontwerp-bestemmingsplan Oorgat e.o. is geen sprake van relevante risico’s ten aanzien van externe veiligheid. Hierdoor wordt geen gebruik gemaakt van het adviesrecht.

Beoordeling

  • 1. Wij hebben deze opmerking ter kennisname aangenomen.

9. Gemeente Purmerend

Opmerking

  • 1. De gemeente Purmerend geeft in overweging de ISW beleidsvisies ‘Levend landschap met kwaliteit door contrast’ en ‘Vitaal met Karakter’ op te nemen in de plantoelichting.

Beoordeling

  • 1. In de toelichting is onder paragraaf 3.2.8 met deze inspraakreactie rekening gehouden.

10. VROM-Inspectie

Opmerking

  • 1. In de toelichting ontbreekt een passage over het geluidsonderzoek en de eventuele gevolgen daarvan voor de inhoud van het bestemmingsplan. Verzocht wordt de toelichting op dit punt aan te vullen.

Beoordeling

  • 1. Aan deze inspraakreactie is tegemoet gekomen.