direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene afwijkingsregels
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0384.BPbuitengebied-OH01

Artikel 33 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en er op grond van de regels in hoofdstuk 2 niet eerder kon worden afgeweken, bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor:

  • a. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 5 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot;
  • b. het oprichten van bouwwerken voor infrastructurele en openbare voorzieningen met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 meter en de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 20 m² bedraagt;
  • c. het overschrijden van de bouw- en goothoogten van gebouwen met ten hoogste 10%;
  • d. het overschrijden van oppervlaktematen van gebouwen met ten hoogste 5 % indien geen vergunningvrije mogelijkheden benut kunnen worden en de landschappelijke inpassing verbeterd;
  • e. het overschrijden van de bouwhoogten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met ten hoogste 20%;
  • f. het overschrijden van de verticale bouwdiepten voor ondergrondse bouwwerken met ten hoogste 5 meter;
  • g. het overschrijden van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen voor balkons, galerijen, luifels, entreepartijen, buitentrappen en soortgelijke onderdelen, van gebouwen met niet meer dan 3 meter;
  • h. het oprichten van geluidswerende voorzieningen;
  • i. het overschrijden van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen met maximaal 1,5 meter ten behoeve van een overbouwing, mits op een hoogte boven de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;
  • j. het plaatsen van een vrijstaande antenne-installatie onder de volgende aanvullende voorwaarden:
    • 1. uit een onderbouwing van de aanvrager blijkt dat er geen redelijk alternatief voorhanden is, bijv. in de vorm van een vergunningsvrije installatie, dan wel in de vorm van sitesharing bij bestaande, reeds vergunde, installaties;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 40 meter;
    • 3. de beoogde locatie is gesitueerd in de gearceerde gebieden zoals aangegeven op de kaart 'Plaatsingsmogelijkheden van GSM en UMTS antenne-installaties' in de Bijlage 1 Kaart GSM en UMTS masten;
  • k. het plaatsen van een vrijstaande prikmast onder de volgende aanvullende voorwaarden:
    • 1. uit een onderbouwing van de aanvrager blijkt dat er geen redelijk alternatief voorhanden is, bijv. in de vorm van een vergunningsvrije installatie, dan wel in de vorm van sitesharing bij bestaande, reeds vergunde, installaties of het oprichten van een installatie met de mogelijkheid van sitesharing;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 22 meter;
    • 3. de beoogde locatie is gesitueerd binnen de in artikel 33 onder i genoemde gebieden of langs de hoofdinfrastructuur, waaronder wordt verstaan: gelegen langs rijkswegen, spoorwegen, waterwegen met bijbehorende bermen en taluds alsmede de Weteringweg, Diemerpolderweg en Muiderstraatweg met bijbehorende bermen en taluds;
    • 4. de beoogde locatie is niet gelegen binnen een straal van 100 meter van een andere, omgevingsvergunningplichtige antenne-installatie.