direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd - Stadslandgoed
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0384.BPbuitengebied-OH01

Artikel 6 Gemengd - Stadslandgoed

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor 'Gemengd - Stadslandgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke doeleinden, waaronder begrepen;
  • 1. een zorgboerderij inclusief 24 verblijfseenheden voor cliënten;
  • 2. één bedrijfswoning;
  • b. recreatieve doeleinden ondergeschikt aan het bepaalde in artikel 6.1.1 sub a, waaronder begrepen en daaraan ondergeschikt:
  • 1. ondergeschikte horeca in de vorm van de exploitatie van een theetuin tot maximaal 30 m2;
  • 2. detailhandel tot maximaal 20 m2;
  • 3. het verzorgen van educatie;
  • 4. het aanleggen van fiets-, wandel- en klompenpaden en natuurroutes;
  • c. agrarische doeleinden ondergeschikt aan het bepaalde in artikel 6.1.1 sub a, waaronder begrepen:
  • 1. het agrarisch beheer van omliggende gronden;
  • 2. het kweken van gewassen;
  • 3. het in stand houden en versterken van cultuurhistorische waarden.

met daarbij behorende:

  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. ontsluitingswegen en paden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. tuinen.

6.1.2 Specifieke vorm van agrarisch - teelt ondersteunende voorzieningen toegestaan

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen toegestaan' zijn de in lid 6.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor teeltondersteunende voorzieningen.

6.1.3 Erf

Ter plaatse van de aanduiding 'erf' zijn de in lid 6.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor erf.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag maximaal bedragen wat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' op de verbeelding is aangegeven.

6.2.2 Aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'erf';
  • b. de goothoogte van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 3,5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 4,5 meter bedragen;
  • d. het gezamenlijke grondoppervlak van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 370 m2 bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.2 sub a zijn buiten het bouwvlak en buiten de gronden met de aanduiding 'erf' tunnelkassen toegestaan, met dien verstande dat:
  • 1. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 meter mag bedragen;
  • 2. het oppervlak niet meer dan 300 m2 mag bedragen;
  • 3. de tunnelkassen achter de hoofdgebouwen gesitueerd worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen toegestaan'.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'erf' zijn bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  • d. op de gronden gelegen buiten het bouwvlak en buiten de gronden met de aanduiding 'erf' zijn bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'erf' en de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen toegestaan" is een watersilo toegestaan waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 meter.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Voor parkeren geldt dat op eigen terrein voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid, met een minimum van 20 parkeerplaatsen.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
6.4.1 Algemeen

Het is verboden op of in de gronden buiten de bouwvlakken en het terrein ter plaatse van de aanduiding 'erf' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

het aanbrengen van verhardingen indien het totaal van de op het bestemmingsvlak aanwezige verhardingen meer bedraagt dan 200 m².

6.4.2 Uitzondering

Het in lid 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

6.4.3 Voorwaarden

De in lid 6.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts en alleen verleend indien de natuurlijke, natuurwetenschappelijke, ecologische en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast.