28.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d. van de Wet ruimtelijke ordening nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en omvang van bouwwerken, voor zover dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van het UNESCO-werelderfgoed Stelling van Amsterdam.
28.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.5.1 Algemeen
Het is verboden op of in de gronden, met de bestemming 'Waarde - Landschap - Stelling
van Amsterdam' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het graven, dempen of verbreden van waterlopen;
-
b. het vellen van bomen of opruimen van houtwallen;
-
c. het bebossen en beplanten van gronden;
-
d. het scheuren van grasland;
-
e. het aanbrengen van boven- en ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen;
-
f. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
g. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem en/of gronden;
-
h. het wijzigen van de grondwaterstand door bevloeiing, (bron)bemaling, drainage of andere wijze;
-
i. het verrichten van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem.
28.5.2 Uitzondering
Het in lid 28.5.1 vervatte verbod geldt niet voor op werken of werkzaamheden die:
-
a. het normale onderhoud of beheer betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden worden van het plan;
-
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
28.5.3 Voorwaarden en advies
De in lid 28.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts en alleen verleend indien:
-
a. daardoor de waarden, zoals bepaald in 28.1 onder a niet worden geschaad;
-
b. alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, het bevoegd gezag schriftelijk advies inwint bij de provincie.