Plan: | Bedrijventerreinen Diemen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0384.BPbedrijventerrein-VG01 |
Het bijzondere karakter van Noord-Holland wil de provincie bewaken. Tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen als globalisering, klimaatverandering en trends zoals vergrijzing en krimp die een grote ruimtelijke impact hebben. In de structuurvisie beschrijft de provincie hoe en op welke manier ze met deze ontwikkelingen en keuzes omgaat en schets ze hoe de provincie er in 2040 moet komen uit te zien.
De Provincie speelt in op de geschetste dilemma’s door mee te veranderen waar nodig,maar vooral ook door bestaande kwaliteiten verder te ontwikkelen. Noord-Holland moet aantrekkelijk blijven in wat het is: een diverse, internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het landschap. Door te kiezen voor hoogstedelijke milieus en beperkte uitleg van bedrijventerreinen, houdt de Provincie Noord-Holland het landelijk gebied open en dichtbij. Door voorzichtig om te gaan met uitleg buiten bestaande kernen speelt ze in op de veranderingen in de bevolkingsontwikkeling op langere termijn. Door in te zetten op het op eigen grondgebied opwekken van duurzame energie draagt ze actief bij aan de CO2-reductie. Door versterking van de waterkeringen en het aanleggen van calamiteitenbergingen houdt ze de voeten droog. En door het landelijk gebied te ontwikkelen vanuit de kenmerken van Noord- Hollandse landschappen en de bodemfysieke kwaliteiten blijft de provincie bijzonder en aantrekkelijk om in te wonen, te werken en om te bezoeken. Het naar Nederland halen van de Olympische spelen van 2028 kan als katalysator werken voor het realiseren van de ambities van de Provincie Noord-Holland in brede zin (ruimtelijk, sportief, infrastructureel, economisch). In het bijzonder kan een aantal ruimtelijke ambities binnen dit kader worden gerealiseerd.
De provinciale structuurvisie is op 16 februari 2010 vastgesteld.
Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008 hebben provincies de bevoegdheid gekregen een ruimtelijke verordening vast te stellen. In deze verordening kan de provincie regels stellen met betrekking tot de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. Bij het stellen van deze regels moeten provinciale belangen in het geding zijn. In een verordening kunnen regels worden opgenomen ter bescherming van specifieke waarden (zoals natuur-, landschappelijke of cultuurhistorische waarden) of ten behoeve van bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld vestigingsregels voor intensieve veehouderij of detailhandelsvoorzieningen). De gemeente heeft de plicht bestemmingsplannen aan te passen aan de provinciale verordening.
Op 1 januari 2009 is de Provinciale Ruimtelijke Verordening van Noord-Holland in werking getreden. Deze verordening heeft twee hoofduitgangspunten. In de eerste plaats zijn alleen de onderwerpen van categorie 1 uit het Overgangsdocument opgenomen. Dat wil zeggen alleen die onderwerpen uit de streekplannen die de kern vormen van het provinciaal beleid, waarvoor de provincie een pro-actieve houding aanneemt om de beleidsdoelen te realiseren. In de tweede plaats wordt uitsluitend streekplanbeleid opgenomen dat nu geldend is. Er staat dus geen nieuw beleid in de verordening.
Ten aanzien van deze nota is met name het provinciaal bodembeschermingsbeleid van belang. Een eenmaal verontreinigde bodem zal, ondanks sanering, op veel plaatsen tot in lengte van dagen verontreinigd blijven. Dit hoeft geen probleem te zijn, omdat niet alle vormen van grondgebruik een schone bodem vereisen. Wel vereist dit zorgvuldig en actief bodembeheer. Actief, omdat het grond(water)gebruik in de tijd nogal eens aan wijziging onderhevig is. Regelmatig moet worden onderzocht of de risico’s van de (blijvend) aanwezige verontreiniging voor mens en milieu aanvaardbaar zijn. Bovendien dient goed beheer te voorkomen dat hergebruik van vrijkomend(e) grond- (water) tot risico’s voor mens en milieu of tot aantasting van nog schone bodems leidt. Het Milieubeleidsplan is geëvalueerd en verlengd tot september 2008. Een nieuw milieubeleidsplan (Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013 (PMP)) heeft reeds als ontwerp ter inzage gelegen maar is vooralsnog nog niet vastgesteld.
Het doel van het PMP is dat eind 2013 overal in Noord-Holland de basiskwaliteit milieu is bereikt. Noord-Holland wil voldoen aan de Europese en nationale normen en regels op milieugebied. Om die basiskwaliteit te bereiken zet de provincie in op het voorkomen van schade aan de menselijke gezondheid en het stimuleren van duurzame ontwikkeling in Noord-Holland voor nu en in de toekomst, zonder afwenteling van de milieubelasting naar elders.
Deze leidraad geeft een overzicht van het geldende ruimtelijk beleid in de provincie Noord-Holland. Dit beleid is veelal ook te vinden in de streekplannen en diverse beleidsnota’s en notities van de provincie.
Reeds enkele jaren geleden is in de leidraad opgenomen dat de provincie in de lijn van de watertoets tegenwoordig ook een bodemtoets verlangt. Hiermee beoordeelt de provincie (vooraf) de bodembeschermingsaspecten in gemeentelijke bestemmingsplannen.
In het Noord-Holland van de toekomst zijn de inwoners en bedrijven te allen tijde optimaal beschermd tegen overstromingen en wateroverlast. Sterke dijken bieden bescherming tegen overstromingen. De kans op wateroverlast is minimaal doordat het water de ruimte heeft gekregen. Bovendien zijn watersysteem en landgebruik zo op elkaar afgestemd dat alleen in extreem droge of natte omstandigheden nog moet worden ingegrepen om overlast te voorkomen. Verschillende functies van land en water, zoals landbouw, natuur, stedelijk gebied, transport en recreatie, zijn slim met elkaar verweven en op elkaar afgestemd. De inrichting van het watersysteem draagt bij aan sterke landschappen waar het prettig wonen, werken en recreëren is. De samenstelling van het water is niet overal in het watersysteem gelijk. De duinen en de duinzoom, het stedelijk gebied, de boezem, de diepe polders en de veenweidegebieden hebben ieder hun eigen karakteristieke waterkwaliteit. Stad en platteland zijn met elkaar in evenwicht.
Van negatieve beïnvloeding over en weer via het watersysteem is geen sprake. Aan de stadsranden versterken stad en platteland elkaar en wordt schoon water optimaal gebruikt voor recreatie en natuur. Zowel in de stad als daarbuiten zijn alle huishoudens en bedrijven aangesloten op een vorm van afvalwaterzuivering. Het rioolstelsel functioneert optimaal en de rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn voorzien van de nieuwste zuiveringstechnieken. De drinkwatervoorziening is te allen tijde zeker. Het waterbeheer dat ten grondslag ligt aan bovenbeschreven situatie wordt georganiseerd en uitgevoerd tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Momenteel werken de provincie en haar partners aan een ontwerp Provinciaal Waterplan 2010 – 2015.
Deze kaart geeft inzicht in de archeologische-, historisch-, stedenbouwkundige- en de historisch-geografische waarden. Cultuurhistorische waarden zijn van belang voor de identiteit, de herkenbaarheid en het karakter van een gebied of een dorp. De cultuurhistorische waarden moeten in een vroeg stadium van planontwikkeling worden geïnventariseerd bij het ontwerp worden gebruikt en bij de vaststelling worden meegewogen. Er moet onderbouwd worden aangegeven op welke wijze het culturele erfgoed zoveel mogelijk behouden blijft, hersteld of als inspiratiebron gebruikt wordt voor nieuwe ontwikkelingen.
Het plangebied van dit bestemmingsplan heeft vanuit de cultuurhistorische waardenkaart voor het grootste deel geen waarde toegekend gekregen. De trekvaarten en de aanliggende wegen/jaagpaden hebben een historisch geografisch zeer hoge waarde. De batterij bij het benzinestation aan de Stammerdijk heeft een historisch geografisch hoge waarde. De voormalige batterijen van de Linie van Kraayenhof hebben archeologische waarde.
Het gebouw De Blokhut van het tankstation aan de Muiderstraatweg aangegeven als rijksmonument.
De provincie Noord-Holland streeft ernaar om voldoende woningen te realiseren en om deze woningen af te stemmen op de behoefte die er in de samenleving leeft. Als er bijvoorbeeld in regio's vraag is naar speciale woningen voor ouderen, moeten deze ook gebouwd worden; als de vraag naar woningen voor eenpersoonshuishoudens groter wordt, moet hier ook rekening mee gehouden worden. Om dit te faciliteren stelt de provincie de provinciale woonvisie op. De provinciale woonvisie is een uitwerking van de provinciale structuurvisie. Het is een document op basis waarvan de provincie Noord-Holland samen met de gemeenten en corporaties en andere woonpartners regionale afspraken wil gaan maken over de woningbouwopgave. Deze afspraken worden in bestuurlijke overeenkomsten vastgelegd. In de nog op te stellen provinciale woonvisie zal worden beschreven hoe het woonaanbod beter kan worden afgestemd op de behoeften die er leven binnen een regio. Het gaat daarbij onder andere om de behoeften van doelgroepen zoals starters, jongeren, ouderen en zorgvragers. Daarnaast staat duurzaamheid centraal in de woningbouwopgave.