Plan: | Bedrijventerreinen Diemen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0384.BPbedrijventerrein-VG01 |
In de Nota Ruimte 'Ruimte voor ontwikkeling' (2006) is het nationaal ruimtelijk beleid tot 2020 vastgelegd. De nota is tevens een structuurvisie van het Rijk, zoals bedoeld is in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening.
Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat maakt het nodig dit op een efficiënte en duurzame wijze te doen en niet alleen in kwantitatieve, maar ook in de kwalitatieve zin, vorm te geven.
Meer specifiek richt het nationaal ruimtelijk beleid zich op:
Voor verstedelijking gaat de Nota Ruimte uit van de bundelingsstrategie. Bundeling vereist een in onderlinge samenhang geplande optimale benutting van het bestaande bebouwde gebied en tegelijk nieuwe bebouwing daarbuiten. Een belangrijk uitgangspunt bij de ontwikkeling van ruimtelijk beleid is dat milieu- en veiligheidsaspecten naast andere belangen vroegtijdig, gebiedsgericht en geïntegreerd in de planvorming worden betrokken.
In de Nota Ruimte is de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (RHS) aangegeven. Diemen valt onder deze RHS. In de RHS zijn de gebieden en netwerken opgenomen die in belangrijke mate ruimtelijk structurerend zijn voor Nederland. Bij nieuwe stedelijke transformatiegebieden zal het rijk zich primair richten op de (steden van de) nationale netwerken.
Het onderhavige plan is niet in strijd met het rijksbeleid.
Waterbeleid voor de 21e eeuw / Nationaal Bestuursakkoord Water (2003)
Het kabinet is van mening dat een omslag in het waterbeleid en in het denken over water noodzakelijk is om Nederland de komende eeuw, wat betreft het water, voldoende veilig, leefbaar en aantrekkelijk te houden. Dit kabinetsstandpunt heeft zij neergelegd in de notitie Waterbeleid 21e eeuw en kan gezien worden als een verdere concretisering van het thema veiligheid uit de vierde Nota Waterhuishouding.
De volgende uitgangspunten staan centraal in het waterbeleid voor de 21e eeuw;
Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar de toekomstige behoefte aan extra spoorwegcapaciteit in de corridor Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad in het kader van de planstudie OV-SAAL. De planstudie is opgedeeld in 3 deelprojecten; korte termijn, middellange termijn en lange termijn.
Voor de korte termijn is in 2010 een Tracébesluit (TB) bekendgemaakt voor het deeltraject Hoofddorp-Diemen. Voor Diemen gaat het om het baanvak tussen Duivendrecht en Weesp via Diemen-Zuid. Het TB bevat voor Diemen het treffen van geluidsmaatregelen aan het spoor (bronmaatregelen en schermmaatregelen), afspraken over externe veiligheid en de aanleg van een aantal voorzieningen langs het spoor t.b.v. hulpdiensten bij calamiteiten op het spoor.
De studie voor de middellange termijn (na 2020) is nog niet afgerond. Wellicht dat deze studie leidt tot extra sporen ter hoogte van Diemen-Zuid maar dat is nu nog niet met zekerheid te zeggen.
Voor de lange termijn (na 2030) is van belang de RAAM-brief die in 2009 is verschenen van het rijk. Hierin wordt een voorkeur uitgesproken voor een westelijke ontwikkeling van Almere met de mogelijkheid van de aanleg van een IJmeerlijn. Deze nieuwe OV-verbinding kan ter hoogte van Diemen worden aangesloten op het bestaande spoorweg (en metro) net. De komende twee jaar zal worden benut door rijk en regio om te onderzoeken of deze nieuwe OV-verbinding tussen Almere en Amsterdam-Zuid financieel haalbaar kan worden gemaakt. Hiertoe wordt een werkmaatschappij opgericht. Diemen is uitgenodigd hieraan deel te nemen.
Ten slotte is voor het bepalen van de benodigde spoorwegcapaciteit van belang dat onderzoek wordt gedaan naar de routering van goederentreinen door heel Nederland. Dit gebeurt in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) Nu rijden nog veel goederentreinen tussen Oost en Noord Nederland en Rotterdam via Amsterdam Zuidoost en Diemen-Zuid. Waarschijnlijk wordt een deel van deze treinen in de toekomst via de Betuweroute geleid. In 2010 vindt hierover besluitvorming plaats.
Voor wat betreft de veiligheidsrisico's langs het spoor is tevens van belang dat een Basisnet Vervoer Gevaarlijke Stoffen voor het spoor met risicoplafonds wordt voorbereid en het de bedoeling is dat het Rijk een convenant gaat afsluiten met goederenvervoerders over de samenstelling van goederentreinen.
In het verleden zijn al wel verkenningen uitgevoerd van de mogelijkheden om het spoor langs Diemen-Zuid te verbreden. Deze uitbreiding is dan altijd aan de westkant van het spoor ingetekend, dus aan de zijde van de woonwijk en niet aan de zijde van het bedrijventerrein. Uitbreiding aan de zijde van het bedrijventerrein is alleen aan de orde bij doortrekking van de metrolijn richting IJburg. Dit kan grotendeels in het talud worden opgelost. Alleen in de hoek bij de kruising Venserweg/Verrijn Stuartweg is geen talud aanwezig en is mogelijk een fly-over nodig om het spoor te kruisen naar de metrowerkplaats. Vandaar dat in deze hoek een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen.
Het Rijk heeft het beleid voor Wonen neergelegd in de nota 'Mensen Wensen Wonen in de 21e eeuw'. Deze nota heeft een brede discussie in gang gezet over de toekomst van het wonen in ons land, waarbij is ingezet op meer keuzevrijheid en zeggenschap, vitaliteit van de woonwijk en herstructurering van de bestaande woningvoorraad. Speerpunten zijn hierbij het vergroten van zeggenschap over de woning en de woonomgeving, het scheppen van kansen voor kwetsbare groepen, het bevorderen van Wonen en Zorg op maat, en het verbeteren van het stedelijke woonklimaat.